Columns & opinie
Mijn bibliotheek van verdwenen boeken blijft maar groeien
Wat doet een lijst met verloren gegane boeken met je gemoedsrust? 'De voor altijd ontoegankelijk geworden werelden laten me niet los.'
Remco Breuker
vrijdag 19 november 2021

Ik heb het concentratievermogen van iemand die met het internet is opgegroeid. Dat is niet best, want ik ben niet met het internet opgegroeid.

Meestal uit mijn zwakheid van geest zich in een onverantwoord hoog aantal openstaande tabbladen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Heel af en toe dient het een nuttiger doel, zoals dat tabblad op mijn tekstverwerker dat standaard openstaat en waarin ik te pas en te onpas alle boeken noteer die er tijdens de Koryŏ periode (918-1392) op het Koreaanse schiereiland (het onderwerp van mijn proefschrift) waren maar ergens onderweg naar nu verloren zijn geraakt.

Dat zijn er meer dan je denkt. Iedere Koryŏ-historicus weet met hoe belachelijk weinig bronnen je werkt: minder dan een gevulde Billy voor een periode van vijfhonderd jaar. Dat is geen kwestie van luiheid uit de periode zelf. Er is genoeg geschreven, maar een combinatie van natte zomers en winters, binnenvallend gespuis (die de weg naar de archieven altijd opvallend goed leken te kennen), een puriteinse en soms ook destructieve (of is dat een tautologie?) staat na 1392 en vooral ook een koloniale periode waarin alles van waarde weerloos was en naar Japan werd meegenomen en daar wellicht nog is, heeft voor zo’n slecht gevulde boekenkast gezorgd.

Elke keer als ik in een bron een titel van een verloren gegaan boek zie, schiet er eerst een flits van opwinding door me heen om snel plaats te maken voor berustende teleurstelling gemengd met nostalgie voor een voorbije tijd die ik alleen maar uit geschriften ken.

Mijn bibliografie van verdwenen boeken is nu tientallen titels lang en bevat gedroomde historische schatten als de Oude geschiedenissen van de Drie Koninkrijken. De nieuwere Geschiedenissen van de Drie Koninkrijken (pas uit 1146) is overigens wel overgeleverd, maar staat ideologisch enigszins in kwade reuk. Daar heeft de verdwenen of misschien zelfs nooit geschreven Oude geschiedenissen van de Drie Koninkrijkengeen last van. Het niet-gelezen-zijn verheft het boek namelijk boven alle verdenking.

‘Mijn toch al zo makkelijk afgeleide geest springt verheerlijkt van titel naar titel’

Andere niet te versmaden titels omvatten De geschriften van Jade Draak (de verzamelde werken van een mysterieuze negende-eeuwse geomantiër en Sŏn(=Zen)-monnik), De geheimen van de Godenkroniek en mijn persoonlijk favoriet Optekeningen van geomantische ingrepen om te voorkomen en te verhelpen.

Een genre dat me ook altijd vermag te fascineren is dat van de geheime technieken en genealogieën van ritueel specialisten, waarover in Koryŏ zelf al geheimzinnig werd gedaan. Stel je eens voor! Mijn toch al zo makkelijk afgeleide geest springt verheerlijkt van titel naar titel, de een nog verlokkelijker en potentieel verhelderender dan de andere.

Maar dan slaat de koude werkelijkheid onverbiddelijk toe. Mijn tabblad met verloren boeken is het bibliologische equivalent van een dodenakker.

Toch laten de voor altijd ontoegankelijk geworden werelden me niet los. Deels is dat professionele methodologische zorg. Hoe kunnen we ooit met droge ogen beweren iets van Koryŏ te weten als we het merendeel van de boeken die men toen las en citeerde nooit zullen lezen? Hoe reconstrueerbaar is de wereld van een Koryŏ-geleerde als we misschien een procent van de boeken die hij qualitate qua las kunnen inzien?

Maar deels is het ook intellectueel romantisme, de zucht van boekenrupsje-nooitgenoeg naar altijd meer, de erfvijand van de terecht afstandelijke wetenschappelijke beschouwing.

Soms slaat mijn nostalgie bij het doorlezen van mijn dodenakker op de toekomst. Geïnspireerd door de ultieme leegheid en het cynische wegkijken van urgente problematiek in de -al dan niet- strategische plannenmakerij voor het WO neem ik vast een voorschot op dat moment waarop ik met verlangen zal terugkijken op een tijd waarin de geesteswetenschappen nog de ruimte hadden om, al was het maar in een verdwaalde tekstverwerkerstab, een bibliografie van verdwenen werken op te stellen.

Wat zou ik toch graag de Verzamelde redetwisten uit de Drie Han eens doorbladeren om met eigen ogen te zien waarover de Koryŏanen elkaar nu de tent uitvochten.

Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies