Columns & opinie
Tuurlijk: met een verplichte commandocursus krijgen we corona wél onder controle
Promovendi zijn radeloos: verzoeken voor veldwerk worden steevast afgewezen en de enkeling die wél mag, moet eerst (à €2500) op anti-terror-training. Waarom traineert de universiteit haar eigen onderzoek? En hoe kan een scherfvest bescherming bieden tegen corona?
Frank Provoost
maandag 20 september 2021
Beeld Silas.nl

MAYDAY! MAYDAY!

Voor iedereen die dacht dat promovendi het zwaar hadden op het academische slagveld: dat klopt. Maar naast de gebruikelijke ontberingen (grote tijdsdruk, torenhoge onderwijsbelasting, meeliftende promotoren) zijn ze nu plotseling in een nóg engere wereld terechtgekomen: die van bommen en granaten, gijzelingen en scherfvesten.

Hoe dat kon gebeuren?

Daarvoor moeten we terug naar het begin van de pandemie, waarin PhD’s het meteen zwaar voor de kiezen kregen. De wereld zat op slot. Broodnodige data droogden op. Onderzoek dreigde te verdampen.

Gelukkig reageerde de universiteit aanvankelijk vol begrip. De ramp verbroederde. Onze Vlogger Des Vaderlands sprak iedereen moed in. Niemand hoefde zich zorgen te maken om deadlines. Er kwam verlenging van contracten. In moeilijke tijden moeten we elkaar niet laten vallen, zo luidde de boodschap.

Toch bleek er al snel één knelpunt te zijn waarover onderzoekers en crisismanagers het maar niet eens werden: veldwerk. Dat bleef onder alle omstandigheden verboden.

‘Waarom geldt het verbod ook voor bestemmingen die veiliger zijn dan de geïmproviseerde thuiswerkplek?’

Maar waarom, vroegen de promovendi zich af, mochten zakenlui wél noodzakelijke vliegtrips boeken, en moesten wetenschappers roomser dan de paus zijn? En waarom was dat academische reisverbod óók van toepassing op bestemmingen die zelfs veiliger waren dan de geïmproviseerde thuiswerkplek (waar immers ook gewoon code rood gold)?

Meerdere malen klonken er noodkreten. Een van de vertwijfelde PhD’s vroeg zich af wat ‘het Internationaal Incidententeam, een anonieme groep managers wiens wegen ondoorgrondelijk zijn’ precies bezielde. ‘Een land als Zuid-Korea, bijvoorbeeld, heeft dezelfde besmettingscijfers als Zoetermeer, en niet eens een lockdown. Waarom mogen wij hier dan niet heen?

Ook andere smeekbedes waren tevergeefs. Terwijl de impasse voortduurde, begon er hoop aan de horizon te gloren. De wereld ging weer open. Steeds meer maatregelen verdwenen. Iedereen boekte vakanties. Schiphol was weer net zo druk als vroeger. Einde discussie, zou je denken. Het veldwerk was gered. 

Niet dus.

Want terwijl docenten zongebruind zijn teruggekeerd uit exotische bestemmingen om weer onderwijs te geven in collegezalen (die binnenkort weer ouderwets uitpuilen) worden de meeste uitreisverzoeken nog steeds afgekeurd.

Wie het geluk heeft toch te mogen vertrekken, moet wél verplicht een HEAT volgen, een zogeheten Hostile Environment Awareness Training. Kosten: €2500.

Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken worden deelnemers ‘zich bewust van mogelijke dreigingen en doen ze kennis en vaardigheden op die nodig zijn voor het omgaan met die risico’s en plots optredende, snel verslechterde veiligheidsomstandigheden’, zoals ‘lichte en zware vormen van agressie en geweld, omgaan met dreigingen gerelateerd aan protesten en demonstraties, checkpoints en ontvoeringen’.

‘Aanvragen worden afgeserveerd alsof het een enkeltje Kabul betreft’

Dat klinkt inderdaad als een noodzakelijke cursus.

Maar dan voor diplomaten, spionnen, commando’s, kalifaatgangers, intercontinentale cowboys, adrenalinejunkies en brandhaardverslaafden - niet per se antropologen, Afrikanisten of linguïsten die enkel gewapend met een bandrecorder op jacht gaan naar kliktalen in Kameroen en ook al jaren malaria en knokkelkoorts wisten te trotseren.

Niks mee te maken, vindt de universiteit, waar inmiddels alle coronacoulance is vervlogen en de meeste aanvragen zonder verdere toelichting worden afgeserveerd alsof het een enkeltje Kabul betreft.

Wat nu? Even snel spieken in het HEAT-cursusboek...

Ah, hier staat het. Schreeuw: MAYDAY! MAYDAY!

De gedupeerden zijn radeloos, voelen zich vergeten en begrijpen niet waarom hun eigen werkgever - die overigens commentaar weigerde - hun onderzoek blijft traineren. ‘Geïnstitutionaliseerd wantrouwen tegen de staf’ noemt een van hen het eufemistisch.

Ik zou eerder zeggen: minachting.