Columns & opinie
Likkend aan mijn perenijsje wist ik weer op wie ik moest stemmen
Ieder jaar geef ik mijn stem aan de eerste persoon die erom vraagt. Wie wil mij deze keer uit mijn crisis van besluiteloosheid trekken, nu niemand mij op een borrel of in de gangen van het Lipsius kan aanklampen?
Omar Ghaly
woensdag 19 mei 2021

Twee jaar geleden werd ik door een lid van een niet nader te noemen studentenpartij gevraagd of ik niet op de lijst wilde bij de aankomende verkiezingen. Ik zou niet hoog op de lijst komen en ik hoefde ook niet actief campagne te voeren.

Omdat mijn naam op een kieslijst mij een mooie, tastbare herinnering aan mijn studententijd leek, besloot ik akkoord te gaan. Ik hoefde alleen nog maar een formulier te ondertekenen en mijn faculteitspolitieke carrière kon beginnen.

Wegens chronische vergeetachtigheid heb ik het formulier nooit geprint, getekend of geretourneerd. De lijst heb ik verrassend genoeg niet gehaald.

Dat jaar heb ik uiteindelijk zelfs gestemd op een andere niet nader te noemen studentenpartij. Eentje die haar stemmen ronselde op basis van het feit dat je weleens op dezelfde borrel gestaan hebt als een kandidaat op de lijst. Nu ben ik een pleaser die niet graag nee zegt, zeker niet tegen mensen die je weleens op borrels tegenkomt.

Zo heb ik mijn stem eigenlijk ieder jaar vergeven aan de persoon die mij er als eerste om vroeg.

In het coronajaar 2020 voelde ik me heel even politiek dakloos. Op wie moest ik stemmen als ik door niemand aangeklampt zou worden in de gangen van het Lipsius?

‘Ik bewonder de studenten die zich carrièretijgerend een weg banen door het medezeggenschapsmoeras’

Gelukkig werd er op een blijde dag bij ons thuis aangebeld. Ik deed open en zag een vrolijke groep studenten met een bakfiets die perenijsjes rondbrachten. Daarnaast kreeg ik ook nog een folder in mijn hand gedrukt die ik in onze fusie kon achterlaten. Bij gebrek aan een fusie dumpte ik deze maar in het bed van huisgenoot Peppi.

Genietend van mijn ijsje wist ik weer op wie ik moest stemmen.

Nu er weer verkiezingen zijn, worden mijn Facebook en LinkedIn overspoeld door kieslijsten en goede voornemens. Voornemens die overigens vaak verzanden in modieuze platitudes of algemeenheden waar je niet tegen kán zijn, zoals meer transparantie (Haagse mode), meer duurzaamheid of minder werkdruk. Ik bewonder de lachende gezichten die zich – voor mij, de gewone student! – willen inzetten en zich carrièretijgerend een weg banen door het moeras van de universitaire medezeggenschap. Daar ben ik ze zeer erkentelijk voor.

Bij landelijke verkiezingen is de keuze volstrekt helder: ben je boos dan stem je op de PVV of de SP, wil je heel hard rijden op de snelweg kies je de VVD en wanneer je gevoelig bent voor populisme voor hoger opgeleiden stem je Volt. Op universitair niveau liggen de zaken wat genuanceerder. Het verschil tussen een vooruitstrevende en een ondernemende student is me tot op de dag van vandaag niet helder.

En zo ben ik ook nu weer vertwijfeld op zoek naar iemand die mij kan vertegenwoordigen in de vele gremia die onze universiteit rijk is. Dit jaar ben ik niet gevraagd om een lijst op te vullen, dus het zelf doen wordt problematisch.

Ik wacht met smart op iemand die mij ook dit jaar weer uit mijn crisis van besluiteloosheid wil trekken. Idealiter met een gratis ijsje.


Omar Ghaly is student Egyptologie