Columns & opinie
Ik weet nu precies hoeveel mijn principes waard zijn
Columnist Benjamin worstelt met prijzen voor universitair personeel. 'Toen ik zelf niet genomineerd was, bleek ik toch geïrriteerd.'
Benjamin Sprecher
donderdag 13 februari 2020

Prijzen uitreiken aan universitair personeel is onzinnig, schreef ik in mijn laatste column. Het is beledigend voor iedereen die ook gewoon keihard werkt, maar niet de populariteitsladder heeft beklommen. Begin dit jaar kreeg ik een berichtje, dat de nominaties waren geopend voor de Stans-prijs, van ons eigen instituut. Onder andere voor beste outreach.

Geen goed idee, die prijzen dus, en ik heb dan ook niemand genomineerd. Maar goed. Toen ik zelf niet genomineerd was, bleek ik toch geïrriteerd. En toen ik een week later een mail kreeg van het secretariaat, dat ik toch wel was genomineerd, maar per abuis niet op de lijst was terechtgekomen, was ik dubbel geïrriteerd. Omdat ik niet genomineerd wilde zijn, maar blijkbaar toch ook wel.

Ik tekende via de mail protest aan tegen mijn nominatie. De jury antwoordde dat het een oprechte fout was om me niet op de shortlist te zetten, maar dat ze me er ook wel wilde afhalen als ik dat echt wilde. Maar dat wilde ik ook weer niet. Wat ik wel wilde, was laten weten dat ik het er niet mee eens was, maar toch meedoen.

Want nu ik toch al in een wedstrijd zat, wilde ik natuurlijk zien of ik die zou winnen.

Ik had op dat moment nog geen idee waarvoor ik precies genomineerd was, maar ik ging ervanuit dat het voor mijn resilient city hub project was. Daarin onderzoeken studenten vraagstukken van de gemeenten Leiden en Den Haag. Zowel de steden als de universiteit vinden het een fantastisch project. Lichtend voorbeeld van innovatie in onderwijs en dat soort dingen.

'Na een uur borrelen was ik wel weer over mijn verlies heen'

Prima kandidaat voor een outreach-prijs. Groot was mijn verbazing dan ook toen ik voor twee zaken genomineerd was, geen van beide mijn hub.

Ten eerste, voor mijn columns in Mare. Dat is natuurlijk grappig.

Ten tweede, voor een artikel van dagblad Trouw, over een rapport dat ik eind vorig jaar had geschreven met twee consultancybureaus. Dat ging over de materiaalbehoefte voor elektrische auto’s. Met het rapport zelf ben ik erg tevreden, maar het Trouw-artikel had een verschrikkelijke kop (‘Twee miljoen stekkerauto’s? Dat lukt niet’). Natuurlijk kunnen we wel een paar miljoen elektrische auto’s bouwen, ons rapport stipte alleen maar aan dat je ook even moet nadenken over andere vormen van mobiliteit in plaats van gewoon blind alle snelwegen volgooien met elektrische auto’s.

Ik kreeg er enorm gezeik mee op Twitter. Ik wilde dat hele stuk het liefst zo snel mogelijk uit mijn geheugen wissen. En dan word ik er ook nog voor genomineerd.

Vervolgens verloor ik van mijn collega Fenna, die de podcastserie ‘uit de ivoren toren’ produceert. Heel leuk, zeker een aanrader. Maar betere outreach dan mijn columns? Ik schrijf ze al tien jaar, en Fenna is pas een jaar bezig! Onze instituutsmanager keek mij tijdens de borrel met een brede grijns aan. ‘Tja, columns… Fenna gaat tenminste wel met haar tijd mee.’

Na een uur borrelen was ik wel weer over mijn verlies heen. Ik had tenminste mijn principes nog. Ik ben het principieel oneens met het uitdelen van prijzen op de universiteit, en dus voel ik me er prima bij om geen prijs te winnen.

De volgende dag kwam ik Fenna tegen in de kantine. ‘Wist je dat ik er ook nog 200 euro mee gewonnen heb? Leuk he!’ Gelijk was ik weer geïrriteerd. Ik wilde ook 200 euro winnen.

Iedereen vraagt zich wel eens af wat zijn of haar prijs zou zijn. Voor het opgeven van je principes. Nu weet ik wat mijn prijs is: 200 euro.