Columns & opinie
Hoe de universiteit zelf het graf van de campus groef
De keuze van de universiteit om het conflict over de Humanities Campus zo hard te spelen heeft de kloof tussen niet-universitaire stadsbewoners en de academie onnodig op scherp gezet.
Anoushka Kloosterman
vrijdag 24 september 2021
Illustratie Silas

De bestuurders moeten er werkelijk niets van hebben gesnapt. Een nieuwbouwwoning, plus een verhuisvergoeding, dat is toch werkelijk een schitterend aanbod? Daar zouden toch een hoop mensen blij mee zijn, zeker in de huidige hopeloze woningmarkt. Ze hadden in hun handjes moeten knijpen.

Toch?

Dus waarom wilden de bewoners van het Doelencomplex nou nog steeds niet verhuizen, zodat de universiteit ein-de-lijk die nieuwe Humanities Campus op hun huizen kon kwakken?

De verbazing moet enorm zijn geweest, want het klonk nog door in de persconferentie vorige week, waarin de wethouder en vice-collegevoorzitter vertelden na jarenlang gesteggel de handdoek in de ring te gooien.

De campus wordt aangepast, en het Doelencomplex blijft.

Terwijl de bewoners hun overwinning vierden met vlaggen en champagne, verzekerden de bestuurders - lichtelijk beduusd - aan de aanwezige journalisten ‘dat we echt dachten dat we een goed alternatief hadden geboden’.

Voor het gemak lijken ze even te zijn vergeten dat ze deze bewoners jarenlang hebben weggezet als lastpakken en dwarsliggers. Ze hebben hun woede gebagatelliseerd, zijn over hun protesten heengewalst, en hebben er alles aan gedaan hen weg te zetten als de slechteriken.

Zulke verpeste verhoudingen fiks je niet met een nieuwbouwwoning. Na alle ellende hadden ze een diamanten villa kunnen bieden, en het antwoord was nog steeds ‘nee’ geweest.

‘Gewone Leidenaren zijn lijdende voorwerpen geworden van universitaire egotripperij’

Vanaf het allereerste begin was namelijk duidelijk dat de gewone Leidenaar niet op universitaire hoffelijkheid hoefde te rekenen. Hoe kwamen de eerste bewoners erachter dat de universiteit hun woningen binnen afzienbare tijd wilde slopen? Via een powerpointpresentatie. En, oh ja, met het verzoek of ze dat nieuws nog eventjes voor zich wilden houden. Bij de rest landde twee dagen later een brief op de mat. En dat was pas het begin.

Waar de universiteit empathie had kunnen tonen, koos ze voor de harde weg. Toen woningcorporatie De Sleutels zich volgens belofte achter de huurders schaarde, probeerde het universiteitsbestuur de campus via de gemeente door te duwen. En in plaats van verbinding te zoeken, raakte de universiteit steeds meer in zichzelf gekeerd. Het mediabeleid was, samengevat, ‘niet met journalisten over de campus praten’. Bestuurders zijn nooit zelf bij de bewoners langs gegaan.

De keuze van de universiteit om het zo hard te spelen is op zijn zachtst gezegd onsympathiek, en heeft de kloof tussen niet-universitaire stadsbewoners en de universiteit onnodig op scherp gezet. Die staat al onder druk, want universiteiten in het algemeen lijden aan ongezonde expansiedrang en de neiging hun eigen belangrijkheid behoorlijk op te blazen. In de plannen die tijdens deze egotripperij ontstaan, zijn de gewone Leidenaren lijdende voorwerpen geworden, die kennelijk op weinig begrip kunnen rekenen als ze in de weg liggen.

En daarmee heeft de universiteit zelf het graf van de Humanities Campus gegraven. Een elitaire academie die van bovenaf gaat bepalen wie waar mag wonen werkt bij de miskende Leienaar als een rode lap op een stier. En wie denkt dat je die afwendt met een ‘goed alternatief’, begrijpt geen snars van zijn eigen buren.