
In een leven krijg je – over het algemeen – een paar dingen te horen die zoveel impact op je hebben of zó belangrijk zijn, dat je je hele leven nog zal herinneren waar je was op het moment dat het nieuws je ter ore kwam.
Zo is het op mijn vaders netvlies gebrand hoe ik met hem in de woonkamer tv keek toen in 2009 een man met een auto inreed op een optocht tijdens Koninginnedag. En zo zat Mark Rutte bij Jinek aan tafel een verkiezingspraatje te houden toen de Derde Wereldoorlog uitbrak.
Nu beschouw ik mezelf uiteraard als zeer gebalanceerd en redelijk denker die zich regelmatig in goed gezelschap begeeft, maar toen ik de volgende ochtend bij mijn werkgroep Public International Law aanschoof, moest ik de absolute onwaarheid van die overtuiging onder ogen komen.
Het zat namelijk zo: de werkgroepopdrachten van deze week hadden te maken met Nederland, Rusland en Oekraïne, en wel in de context van MH17. Het lag – voor zover dat bij een werkgroep Public International Law al niet het geval was – dus voor de hand dat mijn docent bij wijze van een soort ijsbreker aan haar studenten vroeg of iemand het nieuws rondom Rusland en Oekraïne had gevolgd.
Ze leidde deze vraag in met ongeveer een minuut aan enthousiasmerende taal met betrekking tot de actualiteit en het belang van het vak, en dat was wanneer het pijnlijk werd.
Het lokaal werd namelijk stiller en stiller, en terwijl de woorden ‘relevance’, ‘historic’ en ‘breaking international news’ onze trommelvliezen bereikten, leek iedereen te verstarren in zijn stoel. Complete stilte, lege blikken en – excuse my French – pijnlijke domheid volgde.
Niemand maar dan ook nie-mand (niemand!) zei iets.
Niémand gaf een krimp.
Niémand leek te begrijpen waar het over ging.
Niemand!!!
Nu wil ik niet beweren dat ik Misstra Know-It-All ben, integendeel. Maar het feit dat een groep van ongeveer 25 derdejaars rechtenstudenten een goede dertig seconden bleef zwijgen na de vraag ‘What happened with Russia, yesterday?’, liet me bijna wanhopig in huilen uitbarsten.
Ik geef meteen toe dat ik in een werkgroep Onderneming & Recht wel eens heb beweerd dat AkzoNobel een zoutfabriek was, maar ‘even gemist’ dat de Derde Wereldoorlog losbarst, is me nog nooit overkomen.
Goed, ik zal pogen dit moment in mijn leven te verwerken door mezelf ervan te overtuigen dat het zo lang stil bleef omdat het antwoord op de vraag gewoon té evident was, en koester de hoop dat ik over vijftien jaar niet meer weet waar ik was toen dit bizarre moment in mijn leven plaatsvond.
Maar ik vrees het ergste.
Maia de Quay is student rechten