Columns & opinie
Het is van de gekke dat het Nederlands hier voortdurend ter discussie staat
In elk ander land zou de universitaire houding ‘weg met de landstaal, lang leve het Engels’ compleet ondenkbaar zijn. Maar bij ons domineren nu eenmaal financiële en ideële argumenten.
Remco Breuker
vrijdag 18 juni 2021

Ik vind het heerlijk om columns te schrijven. Ik begin weliswaar altijd te laat waardoor het meestal nachtwerk wordt, maar het is een van de weinige momenten dat ik in het Nederlands schrijf. Mijn wetenschappelijke werk is zonder uitzondering Engels-, soms Koreaans-, maar nooit Nederlandstalig. Opiniestukken zijn dat wel, maar die zijn dan weer geen wetenschap.

Daarom heb ik me voorgenomen om het komende jaar ook in het Nederlands wetenschappelijke artikelen te publiceren. Dat wordt misschien een rare balanceeract (of onoverzichtelijke warboel) but I like it.

Er worden aan wetenschappers nu eenmaal eisen uit allerlei verschillende hoeken gesteld die per vakgebied flink uit elkaar lopen, maar er zijn ook eisen die voor ons allemaal gelden. Die komen voort uit het gegeven dat de universiteit op vier verschillende niveaus een rol van betekenis speelt: lokaal, regionaal, nationaal en internationaal. En daar hoor je rekenschap te geven van de respectieve talen die daarbij passen. Dus ook het Nederlands.

Het is natuurlijk van de gekke dat het Nederlands voortdurend ter discussie staat als bestuurs- en voertaal aan Nederlandse universiteiten.

Verplaats deze discussie bij wijze van gedachte-experiment eens naar Zuid- (of Noord!-)Korea. Daar gaat de discussie nog steeds over hoe wenselijk het is om óók Engels te gebruiken op de universiteit - zonder merkbare achteruitgang qua internationalisering overigens, want de oplettende rankingfetisjist weet dat Zuid-Koreaanse universiteiten het een stukje beter doen dan wij. Een rijksuniversiteit die het Koreaans op de tweede plaats stelt, geldt als volledig losgezongen van de realiteit (én van haar voornaamste sponsor: de lokale belastingbetaler).

En stel je eens voor hoe deze discussie (‘weg met de landstaal, lang leve het Engels’) zou klinken in zo’n beetje elk ander land: weinig fraai en nogal kortzichtig - om van cultuurimperialistisch en koloniaal nog maar te zwijgen.

Het hedendaagse gebruik van het woord ‘inclusie’ laat zien dat we meer en niet minder Nederlands nodig hebben

Hier echter wordt de discussie uit financiële oogpunten (onze melkkoeien komen tegenwoordig uit het buitenland, bij voorkeur buiten de EU) voorbereid en op ideële gronden gevoerd. Het schaadt de inclusie (ik omarm het concept, maar het hedendaagse gebruik van het woord laat zien dat we meer en niet minder Nederlands nodig hebben), zo luidt het argument.

Maar waarom?

Iedereen kan en mag (en in het geval van werknemers: moet) Nederlands leren. Ik vermoed dat het gros van mijn buitenlandse collega’s die het (nog) niet beheersen dat maar al te graag zou willen. Zo krijg je namelijk opeens toegang tot een veel grotere wereld – over inclusie gesproken. Bovendien was je er zelf bij toen je besloot aan een Nederlandse universiteit die nu eenmaal ook lokale, regionale en nationale taken heeft, te gaan werken.

Er moet dan wel tijd en geld om de taal te leren zijn, maar dat mogelijk maken laat ik graag over aan degenen die daarvoor worden betaald. En ik stop mijn vingers in mijn oren voor het argument dat er geen budget voor zou zijn: er is immers ook geen geld voor al dat onderwijs en onderzoek dat onder de hoede van dezelfde verantwoordelijken toch altijd weer plaatsvindt.

Ook voor het Nederlands zelf is het van levensbelang om continu te worden verrijkt, veranderd en uitgedaagd door de bijdragen van niet-moedertaalsprekers. Een van die dingen die het Engels zo’n onweerstaanbare wereldtaal maken is de enorme variëteit in de taal zelf, juist hierdoor opgebouwd.

Laten we vooral voortmodderen op de manier waarop we het nu doen. Nederlands als de bestuurstaal en voornaamste omgangstaal, als taal die de universiteit in situ verbindt, maar meer vertalingen en taalmaatjes. Een serieuze afspraak tussen universiteit en werknemer om Nederlands te leren en om dat ook buiten het spreadsheet in de echte wereld mogelijk te maken. En voor de rest vooral vele gesprekken, publicaties, en wie weet ook columns, in alle talen van de regenboog.


Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies