Columns & opinie
Het hart van de stad klopt nou eenmaal
Nu door het verkameringsquotum honderden studenten uit hun huis gezet dreigen te worden, vraagt Ivo Verseput zich af of bepaalde bewoners nog wel thuishoren in de binnenstad. 'Meerdere cafés worden eindeloos getreiterd door overspannen buurtbewoners met een decibelmeter in hun hand'.
Ivo Verseput
donderdag 17 oktober 2019

Dertig studerende insprekers bij de gemeenteraad, op zomaar een dinsdagavond. Om zulke records te vestigen, moet je het als stadsbestuur erg bont maken. In Leiden is het gelukt, dankzij het anti-verkameringsbeleid dat de gemeente voor ogen heeft. Bij doorgang worden ruim 500 studenten de komende jaren zonder pardon hun kamer uitgebonjourd.

In deze voortdurende discussie spelen twee problemen een rol: het grote tekort aan studentenhuisvesting en de overlast die door kamerbewoners veroorzaakt wordt. Acht jaar geleden versoepelden de regels met betrekking tot verkamering. Daar is door commerciële partijen dankbaar gebruik van gemaakt. Het eerste probleem werd daarmee slechts deels opgelost, het tweede natuurlijk niet geboren. Hooguit groter.

Een quotum, waarbij woningen in elke straat per ‘schil’ van Leiden door maar een bepaald percentage studenten mag worden bewoond, moet de overlast nu terugdringen. Zo’n algemeen quotum is een complex en slordig instrument, omdat de straten in de binnenstad in al hun schoonheid nu eenmaal erg van elkaar verschillen.

Zo stelt ook Anthony Soetens in de namens Minerva voorgestelde aanpassingen op het voorgenomen beleid. Haarlemmer en Bree? Veel bruikbaarder voor studentenwoningen in vergelijking met bijvoorbeeld de Oude Rijn of de Pieterskerkgracht. Het stuk bewijst bovendien dat studenten de problematiek erkennen en niet alleen overlastveroorzakers maar ook oplossingsgerichte meedenkers zijn.

In een traditionele universiteitsstad als de onze zullen altijd studenten wonen. Het centrum vormt daarbij de habitat die idealiter wordt gedeeld door inwoners met een hang naar reuring. Na vijf jaar hartje Leiden ga ik hier enerzijds echt niet ontkennen dat ‘we’ er bij tijd en wijle een ontiegelijke puinhoop van kunnen maken. Maar anderzijds ontkom ik niet aan de indruk dat er allerlei alleenstaanden, koppels en gezinnen in de binnenstad wonen die daar niet (meer) thuishoren. Zij trachten nu hun leefomgeving te veranderen, waar het wellicht logischer zou zijn zelf een andere buurt op te zoeken.

Meerdere cafés worden eindeloos getreiterd door overspannen buurtbewoners met in hun linkerhand een decibelmeter en in hun rechter een telefoon met favorietenmarkering voor het nummer van de politie. Na bezwaren verkaste een mooi stadsevenement als Rollend Leiden van het Pieterskerkplein naar het Matilopark, tegen de nieuwbouwwijk Roomburg aan.

Voorgesteld anti-verkameringsbeleid komt voort uit aanhoudend beklag bij de gemeente over afnemende leefbaarheid door de aanwezigheid van studenten. Nodig als bewoner liever de huisoudste eens uit voor een gesprek – daarmee is doorgaans veel sneller resultaat te boeken. En overdenk of een bruisend centrum in jouw situatie nog de gewenste woonplek is. Als je graag in het stadshart woont, moet je niet klagen als je het af en toe hoort kloppen.

Ivo Verseput is student geschiedenis