Columns & opinie
Plotseling ontstond er paniek bij Zuidas-werkgroep ‘Kaf van het Corps’
Hoe moet de Zuidas talent scouten, nu de Universiteit Leiden wil stoppen met het uitgeven van ongeschoonde cijferlijsten, waar ook alle onvoldoendes en herkansingen op staan? Een honoursprogramma op basisscholen misschien?
Anoushka Kloosterman
donderdag 30 september 2021
Illustratie Silas

‘Meneer, meneer!’
Tjibbe Sanders is een succesvolle advocaat, maar erg populair is hij nooit geweest. Hij moet daarom erg wennen aan alle aandacht die hij tegenwoordig krijgt, als hij naar zijn kantoor op de Zuidas gaat. Ook vandaag staat een handvol twintigers hem op te wachten.
‘Goedemorgen, meneer!’

Een jongen loopt met grote stappen naar voren en biedt een kartonnen koffiebeker aan. Sanders’ oog valt op de envelop in zijn andere hand. Hij weet al wat het is. De Universiteit Leiden is sinds kort gestopt met het uitgeven van ongeschoonde cijferlijsten, waar zijn kantoor juist om vroeg: op die cijferlijsten stonden tenminste ook alle onvoldoendes en herkansingen. Sindsdien proberen studenten zelf hun foutloze academische transcript aan de juiste persoon te geven. Ze stoppen het ongezien in jaszakken en aktetassen.
Vandaag wil hij het voor zijn: ‘Sorry jongen’, zegt hij. ‘De tijden zijn veranderd. Zo selecteren we niet meer.’

Hij wacht niet om de tranen in de ogen van de student te zien verschijnen, draait zich om, en loopt de felverlichte lobby in. Daar wacht collega Justus A. Fennema op hem, met wie hij de werkgroep ‘Kaf van het Corps’ runt, die manieren bedenkt om stagiairs te selecteren uit alle min of meer identieke cv’s.

Cijfers waren de perfecte selectiecriteria: schoon, anoniem, objectief – daar houden de juristen van. Als enige sector in arbeidsmarktland hielden ze eraan vast, ook toen de grootste multinationals besloten dat selecteren op cijfers achterhaald is. Maar nu zelfs hun alma mater heeft besloten dat die ongeschoonde cijferlijsten hun studenten onevenredig veel buikpijn bezorgen, blijven er weinig elegante selectiemethoden over.

‘We hebben de Augustijnen voor nu maar in een apart hokje gezet’

‘Het analyseren van profielwerkstukonderwerpen is een flop, Sanders’, zegt Fennema. ‘Er zijn per ongeluk toch een paar, tsja, atypische stagiairs aangenomen. Al is HR er wel content mee, want het is goed voor het diversiteitsquotum, ofzo. Alleen…’
‘Wat?’
‘Ze pássen gewoon niet zo. Klitten liever samen.’
Sanders knikt. ‘Da’s toch dat cultuurverschil, hè?’
‘Zeker’, beaamt Fennema. ‘We hebben de Augustijnen voor nu maar in een apart hokje gezet.’

Zuchtend pakt Sander een pen en lijstje uit zijn aktetas en zet een streep door ‘profielwerkstukken’. Eerder afgekeurde plannen zijn ‘motivatie’ (te vaag), ‘geboortemaand’ (werkt kennelijk beter bij voetballers), ‘eerste woordjes’ (liegende ouders), ‘taalkennis’ (te breed), ‘aantal startups’ (te creatief).

‘Zet ook maar een streep door “naamanalyse”, Tjib’, zegt Fennema. Na een tik op de vingers van het College voor de Rechten van de Mens mag het kantoor alleen nog anonieme sollicitaties aannemen. Een enthousiaste stagiair maakte een data-analyse van de lengte van de zwartgelakte balkjes, om dubbele namen eruit te vissen.
‘Ja, dat sloeg eigenlijk nergens op’, erkent Sanders, die zich realiseert dat hij zelf ook geen dubbele naam heeft.

‘Nóg een honoursprogramma, maar op basisscholen? Zelf een universiteit oprichten?’

Op zijn kantoor bekijkt Sanders de overgebleven opties. Nóg een honoursprogramma, maar op basisscholen? Een onteigeningsolympiade? Zelf een universiteit oprichten?

Vermoeid legt hij het lijstje neer. Op zijn bureau liggen talloze geschoonde cijferlijsten. Daartussen zitten ongetwijfeld studenten die, net als hijzelf, vlekkeloos de studie hebben doorstaan.

‘Waar zijn jullie? Hoe kunnen we jullie vinden?’ fluistert hij radeloos tegen de stapel brieven.
Dan voelt hij iets kraken in zijn broekzak. Verbaasd vist hij er de envelop van de student van die ochtend uit. De aanblik van een echte
cijferlijst doet hem glimlachen. Deze student heeft lef. Een cowboy die perfecte resultaten haalt – zo ziet Sanders zichzelf ook graag.

Langzaam bekruipt hem het gevoel dat het tijd is om buiten de mazen van de wet te treden. Als hij zeker weet dat niemand kijkt, schrijft hij ‘aannemen’ op de envelop en legt het bovenop de stapel. Het wilde westen is begonnen.