Columns & opinie
Eerst klonk het nergens naar
Een stukje papyrus van zes bij zeven centimeter inspireerde Chiel Veffer tot het maken van de opera Orpheus in Arezzo. ‘Voor moderne oren is het soms gewoon vals.’
Vincent Bongers
woensdag 31 oktober 2012

Grafisch vormgever en fagotspeler Chiel Veffer nam het initiatief voor de opera. Hoe kwam u op dit idee?

‘Ik ben betrokken geweest bij een expositie van het Leids Papyrologisch Instituut. Er waren ook bronnen met muzieknotitie. De muziek op het stukje Griekse papyrus van drie eeuwen voor Christus is ontcijferd en ook op cd gezet. Ik heb de resultaten gehoord en die klonken afgrijselijk. Het deed me nog het meest denken aan het niet zo gewaardeerde spel en zang van de bard Assurancetourix (tegenwoordig Kakofonix genoemd, red.) uit de Asterix strips. Hem wordt regelmatig op pijnlijke wijze het zwijgen opgelegd door zijn dorpsgenoten.‘

Guido van Arezzo (991-1033) vond de moderne muzieknotitie uit. Voor Van Arezzo bestonden er nog geen vaste regels, ze waren in ieder geval nog niet vastgelegd. Dus klinkt muziek van voor zijn uitvinding nergens naar, dat was in ieder geval mijn idee. Ik wilde wel iets doen met deze gedachte. Ik heb het voorgelegd aan componist Sam van Gool en schrijfster Wietske Blokker. Zij hebben het idee op zijn kop gezet. In de opera die zij schreven is Van Arezzo een houten klaas die de muziek wil temmen. Hij gaat de strijd aan met Orpheus, de zanger en dichter uit de Griekse mythologie. Die met zijn stem en lier mensen kon betoveren. Hij is de voorvechter van de oude muziek.’

Wat mag er in de moderne muziek bijvoorbeeld niet?

‘Het is verboden om twee identieke melodieën met een interval van een kwint te gebruiken, dat is echt smakeloos. Er is niet dat echt een achterliggende reden voor waarom het zo’n muzikale doodzonde is. Het zal wel een ijskast-koelkast of een taartje-gebakje geval zijn. Het is een gevoel dat zoiets lelijk en grof is, meer niet.‘Het is als met je handen eten in het Amstel Hotel. Het mag niet, maar eigenlijk weet niemand waarom niet. Er zijn regels die bepalen wat smakeloos is. En dat is in de muziek ook het geval.’

Wordt er een heel symfonieorkest aangerukt?

‘Nee. De bezetting is heel anders. We hebben naast de vertolkers van Orpheus en Van Arezzo twaalf zangeressen, zes sopranen en zes alten. Zij geven als zes Maenaden, nimfen die Dionysos dienen, en zes broeders commentaar op de strijd tussen de twee hoofdrolspelers. Die krijgen muzikale begeleiding van vier blazers: twee fagotspelers, van wie ik er een ben, een basklarinet en een gewone klarinet. Wij zorgen voor de bastonen onder die hoge vrouwenstemmen. Daarnaast is er begeleiding van twaalf metronomen, die driftig door elkaar heen tikken. Dat zorgt voor een flinke chaos. Zij stellen de kooi voor waarin Van Arezzo de muziek wil vangen.’

‘Het gaat om een fragment van zes bij zeven centimeter’, vertelt Cisca Hogendijk, medewerker van het Leids Papyrologisch Instituut. ‘Het stamt uit de derde eeuw voor Christus en is in Egypte gevonden. Op het papyrus staan delen van passages van liederen uit de laatste tragedie van de Griekse schrijver en dichter Euripides. Heel bijzonder is dat er boven de letters noten staan. Het is het oudste bewaarde Griekse tekst met muzieknoten. De muziek op het stukje papyrus zit niet in de opera. Maar het is wel leuk dat het als inspiratie heeft gediend voor nieuwe kunst. Ik heb een uitvoering die gebaseerd is op het papyrus-fragment gehoord, en dat klonk best raar. Er zijn bijvoorbeeld nog al wat abrupte afwisselingen van hoog naar laag. Delen klinken voor moderne oren gewoon vals.’

Orpheus in Arezzo

Rijksmuseum voor Oudheden

Za 3 nov, €10