Columns & opinie
Een blauwe dildo kan de misstanden op de woningmarkt niet verbloemen
De smurfblauwe paddestoel op het Bètaplein is een nutteloze opvulling van de openbare ruimte: Niemand vroeg erom en niemand wil het, maar toch moeten wij ernaar kijken, omdat er mensen zijn die zich vervelen.
Olaf Leeuwis
donderdag 8 december 2022

We live in the dark, we do what we can, the rest is the madness of art’, is een uitspraak van de Amerikaanse auteur Henry James. Er valt snel te vinden dat hij in 1916 stierf en dus de plaatsing van het nieuwe kunstwerk op campus Leidsche Schans bij het Bètaplein niet zal meemaken.

Lucky him, zou ik zeggen, ook al is ‘the madness of art’ in dit geval wel van toepassing. Het betreft namelijk een smurfblauwe ‘paddestoel’ van enkele meters hoog die eerst de leegte van het Bètaplein zou moeten opvullen. Maar na wat kritiek (onder andere door mijn verwoede twitterpoging to raise hell) wordt deze enkele tientallen meters verplaatst naar het gras tussen de gebouwen.

Ik kan me erover opwinden (zelfs boos worden) over hoe de procedure voor de plaatsing is gegaan (ontwerpwedstrijd, beginnend kunstenaar verzint een werk dat niet onderdoet voor een gigantische dildo, wint, plaatsing, the end), maar eigenlijk is dat nog niet het ergste aan dit hele verhaal.

We hebben namelijk last van pleinvrees en de neiging van het opvullen van die leegte is allemaal onder het mom van een beperkte visie van leefbaarheid.

Als de leefomgeving er maar bij ligt als een soort Tuin van Eden, dan zal het ook wel prettig zijn om er te wonen.

Kijk bijvoorbeeld eens naar die filmpjes van Amerikanen die helemaal lovend zijn over de fietspaden in Amsterdam of hoe er gras groeit tussen de tramrails. Eden!

'Je hebt een kale omgeving, je zet er dus maar een kunstwerk neer en klaar is Kees'

Niet wetende dat het discours van leefbaarheid een (letterlijk) goedkope opsmuk is om de misstanden van de woningmarkt te verbloemen. Ik denk niet dat dat opzettelijk is, wel dat het past bij een veel te beperkte visie op wat nodig is om prettig te kunnen wonen.

Je hebt een kale omgeving met enkele voorzieningen voor de studenten, je zet er dus maar een kunstwerk neer en klaar is Kees. Niemand vroeg erom en niemand wil het, maar toch moeten wij ernaar kijken, omdat er mensen zijn die zich vervelen.

Nu is er ook nog een nieuw kunstwerk over de gracht voor Museum De Lakenhal. Het betreft enkele bogen over het water die de weverij moeten symboliseren. ’s Avonds wordt het met licht bestookt en de mensen die eromheen wonen moeten dat maar accepteren (jaja, we hebben echt contact met omwonenden). Het enthousiasme van gemeente Leiden om lichtvervuiling tegen te gaan (Seeing Stars Leiden) komt hierdoor nogal lachwekkend over.

Wethouders zijn natuurlijk lovend over zulke ‘prestigeprojecten’ om Leiden eens goed op de internationale kaart te zetten.
Die neiging is al absurd, des te absurder gezien de woningmarkt voor starters en veel studenten een regelrechte hel is: mini-Mussolini’s die als huisbaas fungeren, wachtlijsten van twintig jaar voor een sociale huurwoning, een verbod op verkamering, studenten die in caravans wonen, et cetera. Het is maar goed dat de gemeente zich om studenten bekommert, want gelukkig hebben we binnenkort een gigantische blauwe dildo op de campus.

 

Olaf Leeuwis is student International Relations