Columns & opinie
De taalverloedering van mijn medestudenten is potsierlijk
Columnist Omar Ghaly ziet met hoe het taalgevoel van studenten achteruit gaat: 'Mijn medestudenten, overigens vaak dezelfde mensen die ‘no internationals’ boven hun hospiteerberichten zetten, gebruiken aan de lopende band anglicismen zonder het zelf door te hebben.'
Omar Ghaly
donderdag 14 december 2023

Ilja Leonard Pfeijffer luidde in Leiden de noodklok tijdens zijn Huizinga-lezing. ‘Onze moedertaal en kwaliteit van onderwijs worden geofferd op het altaar van geldelijk gewin’, sprak de grote schrijver. Daarmee bedoelt hij dat door zwaar in te zetten op internationale studenten en colleges in het Engels aan te bieden – twee dingen die overigens niet hetzelfde zijn – de universiteit onze moedertaal heeft verkwanseld. En het is juist die moedertaal waar ik het met u over wil hebben. De altaren van geldelijk gewin laat ik even voor rekening van Pfeijffer.

Om te beginnen heeft hij natuurlijk een punt. Met het Nederlands is het droevig gesteld, ook op de universiteit. Als we kijken naar de aanwas voor de komende jaren hoeven we weinig hoop te koesteren. De scholieren van nu doen het nog slechter op het gebied van taalbeheersing dan een aantal jaar geleden.

Ook om mij heen zie ik onze taal steeds verder verloederen. Mijn medestudenten, overigens vaak dezelfde mensen die ‘no internationals’ boven hun hospiteerberichten zetten, gebruiken aan de lopende band anglicismen zonder het zelf door te hebben. Het neemt onderhand potsierlijke vormen aan. Zo vertelde iemand mij laatst zonder blikken of blozen dat hij mij apprecieerde. Wat is er mis met ‘waarderen’?

‘Het moge evident zijn dat het een groot verlies is wanneer je niet meer de fijnzinnige nuances van je eigen taal kunt opmerken’

Anglicismen vieren al helemaal hoogtij als het gaat om het politieke discours. Aangezien mijn generatie een flink deel van haar meningen importeert uit progressieve campussen in de Verenigde Staten, kiezen wij steeds vaker woorden die lijken op het Engels dat we in onze Instagram- en TikTokfeeds voorbij zien komen. Zo vinden wij niet dat jongeren beter vertegenwoordigd moeten worden in de politiek, nee, er moet een betere representatie komen.

En tuurlijk, we snappen wat er bedoeld wordt, zeker. En ik heb ook niets tegen leenwoorden an sich. Ik maak mij zorgen om het idee dat wij met zijn allen steeds minder zorg besteden aan onze taal. Dat je in een gesprek of in een essay niet op zoek gaat naar het beste woord, maar een woord dat de lading een beetje dekt.

Het taalloket van Onze Taal slaat de spijker op zijn kop wanneer het anglicismen ‘luie vertalingen’ noemt. Het is taalluiheid.

Het moge evident zijn dat het een groot verlies is wanneer je niet meer de fijnzinnige nuances van je eigen taal kunt opmerken. Als we allemaal aansluiten bij de mondiale eenheidsworst van het Engels zonder dat Engels nou echt goed te spreken. Dan dringt zich de vraag op: hoe zorgen we er dan voor dat wij onze moedertaal beschermen?

Het antwoord is niet, zoals Ilja Leonard Pfeijffer denkt, om het Engels af te schaffen op onze universiteiten. Dat zou onze universiteit alleen maar hopeloos provinciaal maken. Toch denk ik dat mijn antwoord de heer Pfeijffer kan bekoren.

Studenten moeten weer lezen, en veel ook. Lezen in de breedste zin van het woord: van kranten tot weekbladen met stukjes van meer dan vijfhonderd woorden per keer, en het allerbelangrijkste: romans. En dan mogen ze van mij zelfs beginnen met het dit jaar uitgekomen Alkibiades.

 

Omar Ghaly is student Egyptologie