Columns & opinie
De moed en moraal van Cleveringa ontbreekt in Leiden, vindt Kamerlid Nilüfer Gündoğan
Een schilderij met rokende mannen werd een speelbal van onwetendheid, maar toen de faculteit Rechten een vijver van neofascisten kweekte, greep de universiteit niet in. Hoe kan het bolwerk van kennis soms zo afdwalen, vraagt Kamerlid Nilüfer Gündoğan zich af.
Gastschrijver
woensdag 30 november 2022
De gedenkramen in het Academiegebouw die de Tweede Wereldoorlog symboliseren. Foto Marc de Haan

Moed en moraal. Zo zou ik wat hoogleraar Rudolph Pabus Cleveringa heeft gedaan willen samenvatten. Het was buitengewoon moedig dat hij zich als decaan van de faculteit Rechten uitsprak tegen het gedwongen ontslag van zijn Joodse collega’s, vooral ook gelet op de omstandigheden waaronder hij het deed, en de gevolgen voor hem en anderen.

Er zijn veel voorbeelden aan deze universiteit en daarbuiten van moedige mensen met een moreel kompas. Ben Telders bijvoorbeeld, die in Bergen-Belsen overleed vlak voordat het kamp werd ontruimd.

Maar er zijn er ook die hier diametraal tegenover staan. Of zoals hoogleraar Remco Breuker in Mare schreef: ‘…ook rector Frederik Muller en hoogleraar Jaap Schrieke die met de nazi’s meehuilden, waardoor Joodse eminente geleerden en bestuurders zoals Dolf Cohen werden ontslagen…’

Dezelfde Dolf Cohen die op een inmiddels veelbesproken schilderij staat, dat met veel tamtam werd weggehaald, en vervolgens weer werd teruggehangen. 

Vijver van neofascisten

Met pijn aan mijn ogen en in mijn hart zag ik hoe dat schilderij een speelbal van onwetendheid werd. Dat terwijl deze universiteit niet ingreep toen de schandvlek binnen de faculteit Rechten een vijver van neofascisten kweekte.

Hoe kan een bolwerk van kennis, met namen als Cleveringa en Telders, soms zo afdwalen van moed en moraal? In het boek Grijs verleden schrijft historicus Chris van der Heijden: ‘Na enkele dagen van onrust zette het gewone leven zich vanaf 1940 in Nederland voort. Dat lijkt achteraf onwerkelijk, maar ons beeld is gekleurd door kennis over het verdere verloop van de oorlog. Tot in 1943 was er voldoende voedsel, sportclubs floreerden, de economie groeide en de beurzen noteerden recordstanden.’

Ons land veranderde geleidelijk en voor de bevolking betekende dat knarsetandend meewerken. Of zoals mijn geweldige advocaat Carry Knoops spreekt over naoorlogse verzetshelden: opeens waren er eindeloos veel, had iedereen wel iemand in de familie die bij het verzet had gezeten, maar wel ná 1945.

Het is tijd dat wij ons grijs verleden afstoffen en onder ogen komen dat moed en moraal alleen kunnen bestaan wanneer werkelijk moedige mensen met een moreel kompas opstaan wanneer zij iets te verliezen hebben. Het zijn deze mensen die mij als politica, mens en ook als moeder inspireren.

‘Wanneer ik neig om mezelf te censureren, denk ik aan Cleveringa’

Moed en moraal hebben hun keerzijde. Cleveringa zat de avond voordat hij zijn rede zal houden met zijn vrouw Hiltje thuis, met de koffer ingepakt.

Beiden waren doordrongen van de risico’s en gevaren. Beiden waren ervan overtuigd dat Cleveringa zou worden gearresteerd. Een dag later gebeurde dat ook.

Ik hoop als politica een heel klein beetje in de schaduw van Cleveringa te staan. Mijn aangezichtsverlamming werd op de meest wrede manier door anti-vaxxers misbruikt om te beweren dat ik het te danken zou hebben aan mijn booster. Dikke onzin. Ik heb mijn booster nog niet gehad omdat ik dit jaar juli voor het eerst corona heb gehad. Ik mocht nog niet eens geboosterd worden.

Digitale knokploegen

De verlamming heb ik volgens neuroloog en psychiater zeer waarschijnlijk te danken aan de extreme stress, veroorzaakt door valse aantijgingen. Dat volgde op een periode waarin ik mij uitsprak tegen de fascistische gevaren in ons parlement inclusief hun moderne digitale knokploegen die in Telegramgroepen tegen elkaar zeggen ‘hunting season is open’, waarover NRC berichtte.

Ik sta hooguit in de schaduw van Cleveringa, maar hij is mijn inspiratie, samen met andere mensen die moedig en met moreel kompas hebben gehandeld en nog steeds handelen. Wanneer ik bang ben dat mij en vooral mijn kind iets kan worden aangedaan denk ik aan hen. Wanneer ik twijfel welke woorden ik wel of niet kan gebruiken, denk ik aan hen. Wanneer ik neig om mezelf te censureren, denk ik aan hen.

En ik hoop jullie ook.

Ik wil graag afsluiten met de prachtige woorden van Theodore Roosevelt. Het is weliswaar zijn neef, Franklin Delano Roosevelt, die mijn politieke held is, maar als het gaat om onderwijs en moraal heeft zijn oom Theodore wellicht de mooiste woorden ooit uitgesproken: ‘To educate a man in mind and not in morals is to educate a menace to society.’

Schandvlekken aan de universiteit

Jullie, studenten van deze prachtige universiteit met de geest en geschiedenis van Cleveringa, hebben de keuze. Jullie kunnen hier studeren, promoveren en zelfs hoogleraar worden. Maar titels zeggen niks over moed en moraal. Jullie hebben behalve de zeer erudiete en heldhaftige Cleveringa ook schandvlekken aan jullie universiteit.

Mijn cri de coeur is dat die schandvlekken een uitzondering blijven. Dat de geest en erfenis van Cleveringa jullie meer zullen beïnvloeden, en dat jullie je titels en kennis zullen inzetten voor de samenleving. Ik hoop dat jullie allen de belichaming van moed en moraal willen zijn en wens jullie daarbij veel kracht en volharding toe.

Nilüfer Gündoğan is lid van de Tweede Kamer. Dit is een bewerkte versie van de rede die ze vorige week woensdag uitsprak tijdens De Avond van Cleveringa.