Columns & opinie
Alles wat je nu niet wilt zijn, is jong
Als jongeren zijn we solidair en sluiten we ons op in studentenhuizen om anderen te redden. En na onterechte coronaboetes krijgen we straks ook nog de financiële lasten van de pandemie voor onze kiezen.
Maia de Quay
woensdag 6 mei 2020

Voorheen was ‘maximaal verliezen’ een term die ik reserveerde voor potjes chaosbal of voor de momenten waarop ik samen met een huisgenoot een winkelwagen vol met goedkoop pleepapier en afwasmiddel het bruggetje over de gracht bij de Vliet moest duwen.

Echter, sinds het coronavirus is uitgebroken, heeft deze uitdrukking voor mij en mijn medestudenten een heel nieuwe lading gekregen. Jong zijn is nu namelijk alles wat je niet wilt, en wel om de volgende redenen. 

Hoewel jongeren zich over hun eigen gezondheidstoestand weinig zorgen hoeven te maken, zitten ze ook in quarantaine. Het virus is immers vooral gevaarlijk voor ouderen die al gezondheidsproblemen hebben, en dus zijn we solidair en sluiten we ons op in studentenhuizen om anderen te redden. Op zichzelf is dit natuurlijk weinig heldhaftig, maar wanneer we vervolgens in de media worden weggezet als luie en egoïstische bevolkingsgroep die zich alleen te goed doet aan de ‘leukigheidsmaatschappij’, is het moeilijk om sympathie op te wekken.

Het is overigens niet zo dat ik vind dat er sprake zou moeten zijn van een soort Man vs. Student quid pro quo, maar aangezien jongeren ook zo goed als vergeten worden in de media, in het publieke debat of op opiniepagina's, blijft het verhaal  naar mijn idee behoorlijk eenzijdig.

Zo werden jongeren bij het opstellen van corona-maatregelen compleet overgeslagen: over studentenhuizen als huishoudens was niet nagedacht. Terwijl Nijmeegse studenten zich op 15 april al geen zorgen meer hoefden te maken over de boete van 390 euro voor thuis samen zijn, volgde dit voor ons in Leiden pas twee hele weken later. Het rommeltje van het gebrek aan goede maatregelen voor jongeren moest worden opgelost door losse beslissingen van burgemeesters in respectievelijke gemeenten.

‘Ik ben geen econoom, maar dit klinkt als een klassiek gevalletje verlies-verlies-verlies’

Vervolgens het financiële punt. Naar aanleiding van de negatieve impact van het virus op de winst, vroegen multinationals als KLM en Booking.com onder het mom van ‘het behouden van werkgelegenheid’ om staatssteun. Deze bedrijven hebben er in tijden van hoogconjunctuur geen probleem mee om winsten te privatiseren en te verdelen onder aandeelhouders. Maar zodra er stront aan de knikker is, komen ze aankloppen bij Vadertje Staat en mag werkend Nederland voor het verlies opdraaien.

Boontje komt om zijn loontje betekent voor deze bedrijven: Boontje krijgt alsnog zijn loontje. Een loontje dat ten koste gaat van zowel die van de Nederlandse middenstand nu, als die van generaties werkenden in de toekomst.

De steun wordt gerechtvaardigd met het idee dat het bedrijven helpt die ‘vitaal zijn voor de economie’ en laat de staatsschuld oplopen met miljarden, om nog maar te zwijgen van de onvermijdelijke financiële crisis die zal volgen.

De effecten van het virus op de economie is een onderwerp dat door veel mensen wordt weggewuifd als een zaak voor later omdat er nu eenmaal andere dingen prioriteit hebben. Een begrijpelijk verweer, maar weinig bevredigend wanneer je erachter komt dat jij straks het prijskaartje mag betalen. 

Op de lange termijn betekent het voor generaties als de mijne namelijk niet-bestaande pensioenen, werken tot je er letterlijk bij neervalt en bezuinigingen op de zorg, cultuur, sociale zekerheden en onderwijs.

Jongeren die nu al zonder inkomen zitten omdat tijdelijke contracten niet worden verlengd, seizoenswerk niet doorgaat en andere bijbanen (zoals oppassen en het geven van examentrainingen of bijlessen) worden afgezegd, krijgen zo ook nog eens toekomstige miljarden aan staatsschuld op hun bord omdat er nu besloten wordt dat multinationals moeten worden gered.

Ouderen worden mede door de inspanning van jongeren beschermd tegen de gezondheidsrisico’s van het virus. Daarnaast worden ook de financiële lasten die de pandemie met zich meebrengt verschoven naar jongere generaties.

Nu ben ik geen econoom, maar dit klinkt toch als een klassiek gevalletje verlies-verlies-verlies. Dus, geheel conform de boodschap van de Stichting Ideële Reclame, zou ik willen zeggen: #DOESLIEF geld(t) voor iedereen, dus ook voor ons.

 

Maia de Quay studeert rechten