Columns & opinie
Al het goede komt in drieën. Al het slechte trouwens ook
De Drie Wijzen, de Drie Juwelen in het boeddhisme en de trias politica. Remco Breuker verbaast zich over het alomaanwezige getal drie
Remco Breuker
donderdag 19 mei 2022

De drie is nooit ver weg. Vaak gezien als een magisch getal, biedt het in de vorm van een driehoek de meest stabiele geometrische vorm die er is. Voor natuurkundigen gesneden koek, maar ook menig boekenminnende geesteswetenschapper kan hier van getuigen. Zonder de driehoekige plankdrager om al die kilo’s papier in alfabetische volgorde omhoog te houden, zou menig lezer al zijn einde hebben getroffen in een plotse lawine neerstortende boeken (daar hoeven we ons in onze nieuwe kantoorruimten overigens nooit meer zorgen over te maken).

De Drie Wijzen, de Drie Juwelen in het boeddhisme, de trias politica, de drie keren die een wijs persoon werd geacht om te bedanken voor een eer als de troon alvorens deze toch te aanvaarden; al het goede komt in drievoud.

Al het slechte trouwens ook. En zelfs als de drie er niet is, is die er toch. De drie musketiers waren met z’n vieren. Het christendom, toch één van de bekendere monotheïstische godsdiensten, heeft een opperwezen dat zich middels het vehikel van de Heilige Drie-eenheid bemoeit met het wel en wee van de teleurstelling die de schepping onderhand is geworden. De drie schikgodinnen waren de Heilige Drie-eenheid al eeuwen eerder voorgegaan in hun eenvoudige drievuldigheid.

De drie is overal - zelfs in de hotelkamers waarin Nikola Tesla verbleef. De echte uitvinder van de radio weigerde een kamer als het kamernummer niet door drie deelbaar was.

'De natie werd bechreven als driepotige ketel'

De drie is ook aanwezig in de Koreaanse geschiedenis en via de Koreaanse Oudheid ook hier in Leiden. Maar het is in alle eerlijkheid een uiteindelijk ietwat teleurstellende geschiedenis van drie-eenheden waar ik het over ga hebben.

De Koreaanse Oudheid kent de Drie Han, drie proto-staten die zich later zouden ontwikkelen tot de Drie Koninkrijken (van Koguryŏ, Paekche en Shilla). Na hun val reïncarneerden deze drie in de Drie Latere Koninkrijken. Deze werden weer veroverd en verenigd, maar de drie overleefde in het begrip Drie Han (Samhan) - ooit een verwijzing naar de drie historische Han-gemeenschappen, maar langzamerhand de naam geworden waarmee bewoners van het Koreaanse schiereiland zich identificeerden: de naam van de (proto-Koreaanse) natie.

Er hoorde de metafoor van de driepotige ketel bij: de ketel was de natie, die werd geschraagd door de drie pijlers die symbool stonden voor Koguryŏ, Paekche en Shilla. Een mooie illustratie van de notie dat het geheel meer is dan de deel der sommen.

De geschiedenissen van deze drie koninkrijken werden vastgelegd in de oudste overgebleven geschiedenis van het Koreaanse schiereiland, de Samguk sagi (Geschiedenissen van de Drie Koninkrijken) uit 1146 en in de Samguk yusa (Vergeten erfenissen van de Drie Koninkrijken) uit 1285. Dit laatste werk blijkt ook nog eens door een drie-eenheid geschreven te zijn. Lange tijd werd gedacht dat de Samguk yusa het werk was van de boeddhistische monnik Iryŏn, maar het is duidelijk dat hij - waarschijnlijk op zijn sterfbed - het onaffe manuscript aan zijn discipel Mugŭk gaf. Zoals het een goede volgeling betaamt, voltooide Mugŭk het werk van zijn meester. Maar we zijn er nog niet. Het werk werd - wederom waarschijnlijk - pas gedrukt nadat een naamloos gebleven provinciale ambtenaar het werk persklaar maakte - en daarbij en passant zijn eigen relatieve ongeleerdheid etaleerde door knoeperts van fouten te maken die wetenschappers eeuwen voor raadsels hebben gesteld.

De drie-eenheid uit de Koreaanse geschiedenis kan naar vandaag de dag in Leiden worden doorgetrokken. De eerste hoogleraar die Koreaanse taal en cultuur in zijn leeropdracht had, Frits Vos (1912-2000), begon een vertaling van de Samguk yusa die hij tegen het einde van zijn leven onafgemaakt aan zijn student en opvolger Boudewijn Walraven, hoogleraar Talen en Culturen van Korea tot 2012, overdroeg met het verzoek deze te voltooien. Dat deed Walraven weer in samenwerking met zijn eigen student en opvolger. Als Frits Vos te vergelijken is valt met Iryŏn dan is Boudewijn Walraven de evenknie van Mugŭk, een boeddhistisch meester die niet voor zijn eigen leermeester lijkt te hebben ondergedaan, iets wat ook over Walraven kan worden gezegd.

Deze onverwachte en schrikbarend accuraat overkomende vergelijking tussen de compilatie van de Samguk yusa in middeleeuws Korea en haar vertaling in naoorlogs Nederland met het getal drie in de hoofdrol behoeft nog een derde component om compleet te zijn: de naamloos gebleven provinciale ambtenaar wiens fouten generaties van geleerden op het verkeerde spoor van er betekenis in willen vinden zette.

Dat heerschap heeft evenwel ook zijn hedendaagse doppelgänger, maar om de integriteit van de zich door heden en verleden zo prachtig spiegelende drie-eenheden te bewaren zal die in deze column naamloos moeten blijven. Dat is maar beter ook.


Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies