‘Om heel eerlijk te zijn: niemand heeft zich dit jaar aangemeld voor de positie van eerstejaarsstudent in de bachelor-opleidingscommissie’, zegt Emily Gdula, student culturele antropologie en ontwikkelingssociologie, die vorig jaar deze rol vervulde. ‘Daarnaast hebben we ook moeite met het vinden van een derdejaars- en een masterstudent.’
In een opleidingscommissie zit van ieder studiejaar een student samen met een aantal docenten. Volgens Gdula overschatten veel studenten wat het betekent om deel uit te maken van de opleidingscommissie. ‘Het idee dat je studentenvertegenwoordiger voor je jaar bent, klinkt als een hoop verantwoordelijkheid, maar het was minder intens dan verwacht.’
De eerstejaars lijken zichzelf te willen behoeden voor moeilijkheden, terwijl derdejaars- en masterstudenten misschien te veel aan hun hoofd hebben, vermoedt Gdula. ‘Je doet wel degelijk iets nuttigs. Vorig jaar is bijvoorbeeld nog de naam van een vak aangepast, omdat deze misleidend zou zijn in vergelijking met de inhoud.’
Feedback
Maaike van Geel, masterstudent biologie, sluit zich daarbij aan. ‘Doordat ik benieuwd was wat er met vak-evaluaties wordt gedaan, heb ik me aangemeld. Student- en docentleden proberen samen het onderwijs te verbeteren. We kijken dan naar de ontvangen feedback, geven zelf onze mening en luisteren goed wat er in de wandelgangen wordt besproken. Ik heb altijd het gevoel gehad dat er goed naar ons geluisterd werd.’
Maar ook bij biologie laat de betrokkenheid van studenten te wensen over. ‘Het is zo moeilijk om studenten te porren voor de commissie. Je moet je studenten echt persoonlijk aanspreken met “volgens mij zou jij dit goed kunnen”, anders lukt het gewoon niet.’
Bij Rechten gaat het iets beter, zegt Rick Weijers, voorzitter van de overkoepelende opleidingscommissie Rechtsgeleerdheid en docent-lid van de kleine commissie Notarieel Recht. Maar dat komt wel door hun eigen aanpak.
Afwijkende route
‘Officieel moeten er verkiezingen worden gehouden voor de commissie, maar dat doen we eigenlijk nooit’, legt hij uit. ‘De zittende commissie stemt er altijd mee in om van die route af te wijken en in plaats daarvan met sollicitaties te werken. Dat is ooit ingevoerd omdat er, toen we nog verkiezingen hielden, even plat gezegd, geen hond op afkwam. Er waren nooit meer kandidaten dan plekken, dus iedereen werd automatisch benoemd.’
Guus Tacke, die vorig jaar de tweedejaars van de bachelor psychologie vertegenwoordigde, wijt de lage aanmeldingen vooral aan promotie. ‘Studenten zien vaak dat ene appje of mailtje niet. Ze weten ook gewoon niet wat de functie inhoudt. Een mailtje maakt het ook niet aantrekkelijk, maar als je je erin verdiept, is het echt een vette positie om te hebben.’
‘Je krijgt als student een uniek kijkje achter de schermen’, zegt Jolijn Verhoeven, die in de opleidingscommissie ziet van de opleiding Nederlands. Dat beaamt ook Tim van Surksum, die twee jaar in de commissie van wiskunde zat. ‘Het is een fijne commissie die nuttige dingen bespreekt, waardoor de communicatie tussen student en docent beter wordt.’ Bij hun opleidingen lukt het wél om nieuwe leden te vinden, zeggen de twee studenten.