Tijdens de faculteitsraadvergadering van Governance and Global Affairs (FGGA) leidde die wijziging tot discussie. ‘Ik weet niet of jullie het nog weten’, zei portefeuillehouder bedrijfsvoering Niels Laurens, ‘maar vier jaar geleden stelde de raad al vragen over of het tonen van persoonsgegevens wel AVG-proof was. Daar lijkt nu beweging in te komen.’
‘Sommige collega’s vinden het niet prettig om vindbaar te zijn’, aldus Laurens. ‘We hebben situaties gehad waarin ouders ineens op de kamer stonden. Dat is onplezierig als je gewoon je werk wilt doen.’
Faculteitsraadslid Nikki Ikani vroeg of alleen adressen worden verborgen. ‘Want het is wel handig om te zien waar je collega werkt.’ Laurens: ‘Het geldt voor de hele medewerkingspagina.’
Ikani: ‘Dus het is nu een opt-in voor het delen van gegevens, in plaats van een opt-out?’
Laurens: ‘Ja, we moeten nu iedereen die hier werkt vragen of die gegevens alsjeblieft op de site mogen.’
‘Dat is toch best onhandig’, merkte FGGA-decaan Koen Caminada op.
Ikani: ‘Dan heb je ook geen profiel meer, dat is best belangrijk.’
Geen discussie
Laurens: ‘Er lijkt iemand centraal wat bedacht te hebben en dat niet te hebben overlegd met de faculteiten. We hebben daar geen discussie over gehad, dus we weten niet waarom dit nu zo gaat. We krijgen gewoon als mededeling te horen dat dat gaat gebeuren. Wij willen daarover nog vragen stellen.’
‘Vanwege informatiebeveiliging en privacy zijn er bezwaren tegen het automatisch tonen van persoonsgegevens op profielpagina’s’, laat universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke weten.
‘De werkwijze is sinds kort omgedraaid. En dat creëert, ook wel begrijpelijk, verwarring, omdat het nog niet is ingesleten.’
Op 21 oktober is een wijziging doorgevoerd bij het aanmaken van nieuwe profielpagina’s.
De contactgegevens staan voortaan automatisch op ‘niet zichtbaar’ en om deze te tonen moet een webredacteur een vinkje zetten.
Het gaat hierbij om het telefoonnummer, e-mailadres en werkadres van de medewerker.
‘We zijn hierover in gesprek met alle betrokkenen en naar verwachting zal er in 2026 voor een andere werkwijze worden gekozen’, aldus Van Overbeeke.
‘Dat besluit moet dus nog worden genomen. Vooruitlopend hierop is alvast deze aanpassing in CMS gedaan.’