Nieuws
Na ‘een hoofdrol van 300 jaar’ biedt provincie excuses aan voor slavernijverleden
Onderzoekers van de Universiteit Leiden brachten het slavernijverleden van de provincie Zuid-Holland in kaart. Als gevolg van hun bevindingen bood de commissaris van de koning donderdagavond excuses aan. ‘Tot slaaf gemaakten werden behandeld als beesten.’
Marciëlle van der Kraan
vrijdag 9 juni 2023
Plafondschildering in de vergaderzaal van de Eerste Kamer

‘Wij kunnen niet anders dan erkennen dat dit systeem, waarin tot slaaf gemaakten werden gezien en behandeld als beesten, een paar honderd jaar lang realiteit is geweest: bedacht, gefinancierd en aangestuurd vanuit ook dit gewest, vroeger Holland en nu Zuid-Holland’, zei Jaap Smit, commissaris van de koning donderdagavond bij de presentatie van Geketend voor Hollands Glorie, het onderzoek van de Leidse universiteit naar het slavernijverleden van de provincie.

‘Bij erkenning van die eeuwen van onrechtvaardigheid hoort ook het besef dat het slavernijverleden doorwerking kent tot in het heden’, vervolgde Smit. ‘Niemand die nu leeft, is schuldig aan wat er in de eeuwen van slavernij is gebeurd. Wat wij kunnen doen, is ons achteraf beschouwend uitspreken, en vandaag doe ik dat als commissaris van de Koning namens het voltallige College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.

‘Voor wat er in het tijdperk van de slavernij uit naam van Zuid-Holland en haar rechtsvoorganger is gebeurd, voelen wij plaatsvervangende schaamte. Wij nemen er de grootst mogelijke afstand van en wij bieden, namens de provincie Zuid-Holland en haar rechtsvoorganger, excuses aan: postuum aan de mensen die tot slaaf zijn gemaakt en ook aan hun nazaten, tot in de huidige generatie.’

Lakenindustrie

Tussen 1650 en 1675 was de Republiek de grootste slavenhandelaar in het Atlantische gebied en tot 1700 waren de Hollandse havens voor Nederland de belangrijkste vertrekpunten voor slavenschepen, staat in het onderzoeksrapport. ‘Driehonderd jaar lang heeft Holland een hoofdrol gespeeld in het Nederlandse slavernijverleden’, schrijven de onderzoekers.

‘Na de afschaffing van de slavernij ontstond weer een andere vorm van ongelijkheid en koloniale hiërarchie’

‘Met een provinciaal perspectief kunnen we meer inzicht krijgen in ons slavernijverleden dan bijvoorbeeld met een stedengeschiedenis’, zegt Lauren Lauret, een van de drie historici die het onderzoek verrichtten. ‘Vooral omdat de provincie in de Republiek de belangrijkste bestuurlijke macht was.’

‘Ongeveer 10 procent van alle inkomsten van Holland stond in verband met slavernij’, vult Joris van den Tol aan. ‘Daarbij hebben we niet alleen gekeken naar het geld dat direct met slavernij werd verdiend, maar ook naar leveranties van ruilproducten en het verwerken van grondstoffen. Zo was de lakenindustrie in Leiden voor een groot deel gestoeld op de koloniale grondstoffen waarmee de stoffen geverfd werden.’

Macht

De onderzoekers waren niet alleen geïnteresseerd in de inkomsten van de provincie uit slavernij, maar ook de rol die het bestuur van Holland daarin speelde. Voor 1840 waren Noord- en Zuid-Holland namelijk nog één provincie.

’Doordat Holland zo machtig werd – deels opgebouwd door de slavernij – is het opgesplitst in twee provincies. Er werd vanuit de koloniën constant naar het bestuur van Holland gerapporteerd wat daar aan de hand was. Het koloniale bestuur stuurde eindeloos veel verslagen naar Holland en in de reacties van het provinciebestuur zie je dat Den Haag zich best wel intensief bezighield met de Afrikaanse politiek.’

In de negentiende eeuw veranderde de bestuurlijke macht van de provincies. Waar Van den Tol samen met Leidse historicus Karwan Fatah-Black onderzoek deed naar de vroegmoderne tijd, onderzocht Lauret de moderne tijd en de daarbij horende afschaffing van slavernij.

‘Ik volgde een procureur-generaal in Suriname die anti-slavernij was’, vertelt ze. ‘Maar de afschaffing betekent niet per definitie gelijkheid. De bestuurders en politici van Zuid-Holland hebben weliswaar een belangrijke bijdrage geleverd aan de emancipatiewetgeving na de afschaffing van slavernij, maar als je inzoomt op individuele politici en beleidsmakers zie je dat er door raciaal denken toch weer een andere vorm van ongelijkheid of koloniale hiërarchie ontstaat.’

erbarmelijke omstandigheden

Dit leidde opnieuw tot uitbuiting. ‘Nadat de tot slaaf gemaakte Afrikanen de plantages hadden verlaten, werd het werk opgevangen door grootschalige migratie van contractarbeiders uit Brits-Indië en later van Java naar onder andere Suriname. Hollandse besturen waren weliswaar directer betrokken bij de trans-Atlantische slavenhandel dan bij de uitbuiting van contractarbeiders die onder erbarmelijke omstandigheden plantagewerk verrichtten.’

Lauret onderzocht ook de opleidingen voor ambtenaren in Nederlands-Indië. ‘De provincie Zuid-Holland had een belangrijke positie in het bestuur van de koloniën, omdat zowel de Delftse als Leidse universiteit betrokken was bij de opleiding van ambtenaren voor de bestuursdienst in Nederlands-Indië. Via deze opleidingen was Zuid-Holland toch nog nauw betrokken met de overzeese gang van zaken, maar op een heel andere manier dan bij de trans-Atlantische slavenhandel.’

Daar is de kous nog niet mee af, vinden de onderzoekers. ‘Los van de rol van Zuid-Holland in de slavernij wil je eigenlijk ook weten hoe mensen het in die tijd ervoeren’, stelt Van den Tol. Dat perspectief mag wat hem betreft nog beter belicht worden.

‘Het slavernijverleden staat natuurlijk al op de agenda’, begint Lauret. ‘Maar nu moet je als gemeenschap gaan nadenken hoe je daarmee omgaat en het in het onderwijs verwerkt. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat goed gaat komen.’

> Lees ook: Bolwerk der vrijheid? ‘Klinkt mooi, maar in de tijd van de slavernij is dat motto niet waargemaakt’