Nieuws
Discriminatie: wie niet uit de EU komt, wordt geen student-assistent
Studenten van buiten de Europese Unie moeten ook kans maken op een baan als student-assistent, vindt de universiteitsraad. Niet alle instituten werken mee aan het verkrijgen van werkvergunning en dat is discriminatie. ‘Het is niet eerlijk dat we studenten ongelijk behandelen.’
Vincent Bongers
donderdag 17 april 2025
Foto NASA Earth Observatory

‘Wij hebben opgemerkt dat de mogelijkheid dat non-EU studenten een student-assistent kunnen zijn afhankelijk is van het instituut waarbij zij willen werken’, zei Anastacia Peters van studentenpartij PBMS onlangs tijdens de universiteitsraadsvergadering. ‘Sommige instituten doorlopen wel het lange proces om werkvergunningen aan te vragen voor de studenten, andere doen dat niet.’

De partij wilde weten wat het college van deze gang van zaken vond en of er universitair beleid is rond deze vergunningen en de werkmogelijkheden voor studenten van buiten de EU.

‘Er is geen universiteitsbreed beleid’, reageerde vice-collegevoorzitter Timo Kos.

‘Faculteiten en instituten kunnen non EU-studenten aannemen, wel is er dan inderdaad een werkvergunning nodig. De vergunning is een wettelijke verplichting, iets wat buiten de universiteit ligt. De aanvraag heeft een doorlooptijd van vijf weken.’

Studenten die nul op het rekest kregen van een instituut zouden in sommige gevallen hebben gehoord dat het aan het universitaire uitzendbureau Jobmotion lag.

Vergunning aanvragen

Onzin, volgens Kos. ‘Jobmotion heeft geen rol in het aanvragen van deze vergunning. Een aanvraag moet worden gedaan bij het Service Centre International Staff.’

Peters legde vervolgens uit dat studenten van buiten de EU soms wel assistent mogen worden als ze het niet meteen opgeven.

‘Wij hoorden het verhaal van een masterstudent die toen hij zijn instituut benaderde eerst nee kreeg te horen. Maar bij aandringen bleek het toch wel te kunnen. Het is vervelend dat als je een grote mond opzet er ineens wel mogelijkheden zijn.’

Femke Spaargaren van PBMS vond het ‘raar’ dat er überhaupt een verschil tussen EU- en non-EU-studenten wordt gemaakt.

‘Nu wordt er voorgeselecteerd op waar iemand vandaan komt. Dat is bizar en wordt echt als oneerlijk beschouwd door studenten. We moeten toch stimuleren dat we studenten gelijk behandelen. Instituten moeten niet verschillend werken op dit punt.’

‘In feite is het een discriminerende maatregel’, stelde Joost Augusteijn van personeelspartij LAG ‘Omdat in de praktijk bepaalde instituten niet de moeite willen doen om een werkvergunning aan te vragen.’

‘Ja, als het een principe is om dat niet te doen, dan is het discriminatie’, reageerde Kos. ‘Dat mag uiteraard niet. Het ontwijken van moeite doen, is niet wenselijk. Het meewegen dat het non-EU-studenten zijn, lijkt me ook onwenselijk. Ik zal HR informeren dat dit signaal er is en vragen of het daar ook wordt herkend. We zullen ook de instituten nogmaals op de regels wijzen. We gaan meer informatie geven, dan weet iedereen hoe het zit.’