Aanvankelijk stelde het stadsbestuur een verkameringsquotum (het maximaal toegestane percentage verkamerde woningen per straat, red.) van 15 procent voor in de binnenstad, 8 procent in de ‘schil’ om het centrum heen, en 5 procent in de buitenwijken. Daarmee zouden 135 panden de nieuwe regels overtreden, en dreigden zeshonderd kamerbewoners – vooral studenten – op straat komen te staan.
De gemeenteraad stemde in met een motie van D66 om dit percentage in te binnenstad op te hogen naar 20 procent, waardoor er maar zo’n 50 panden ‘ontkamerd’ moeten worden, zei D66-raadslid Sander van Diepen. Daarnaast zijn winkelgebieden uitgezonderd van de regels, zodat er meer studenten boven winkels en horeca kunnen wonen. ‘Dan kom je uit op minder dan tien’, aldus Van Diepen.
Een motie van de PvdA om de regels in de wijken rondom het centrum juist strenger te maken, met een quotum van 6 in plaats van de voorgestelde 8 procent, werd verworpen. Ook een motie van Partij Sleutelstad om het percentage te wegen op basis van het aantal kamers, in plaats van het aantal woningen in een straat, haalde het niet.
Als het beleid is vastgesteld, komt er een algemene informatiecampagne, zei burgemeester Henri Lenferink. Het stadsbestuur meldde eerder dat het uitzetten van de bewoners in gedeeltes gebeurt, en dat het enkele jaren kan duren voor het voltooid is. ‘We beginnen met panden waar klachten en handhavingsverzoeken voor zijn’ , zei burgemeester Henri Lenferink. ‘Dan krijgen niet alleen de eigenaren, maar ook de kamerbewoners bericht. Dan krijgen ze ook informatie over de termijnen. Heb je die communicatie nog niet gehad, dan ben je nog niet aan de beurt.’
De gemeenteraad steggelt al lang over het beleid. Het besluit werd begin deze maand uitgesteld, omdat D66 eerst nieuwe cijfers wilde zien. Nu stemde de partij wel in: ‘We willen vooral zekerheid geven aan de stad en de studenten', zei Van Diepen. Pieter Krol van de ChristenUnie vond dat ook dat er een besluit moest komen: ‘Geef vooral snel duidelijkheid.’
Harbert van der Kaap (Partij voor de Dieren), kon zich vinden in het voorstel van het bestuur, maar voegde toe dat het beleid niet alleen over studenten gaat, maar ook over bijvoorbeeld arbeidsmigranten, en de aanpak van huisjesmelkers. ‘Framing heeft ervoor gezorgd dat we het alleen nog over studenten hebben. Het gaat ons vooral om het aanpakken van de huisjesmelkerij. We moeten Minerva nageven: de kunst van het lobbyen verstaan ze als geen ander.’