‘Christenen zoeken gemeenschap’, vertelt Eva Dekker, voorzitter van E.S.V. Ichthus. ‘Veel mensen gaan naar de kerk en zoeken elkaar op om samen Bijbelstudie te doen. We leven nu ook in een tijd waarin veel mensen op zoek zijn naar verdieping in het leven en niet alleen maar naar gezelligheid.’
Volgens het onderzoek ‘God in Nederland’, dat sinds 1966 in opdracht van KRO-NCRV elke tien jaar wordt uitgevoerd, staan Nederlandse jongeren die na 2000 zijn geboren meer open voor religie dan de generatie ervoor. Gen Z’ers, geboren na de eeuwwisseling, zouden met name meer openstaan voor het christendom dan millennials.
Het onderzoek concludeert dat de ontkerkelijking in Nederland verder doorzet. Tegen die achtergrond is het opvallend dat 27 procent van Gen Z zichzelf als gelovig identificeert, tegenover 22 procent van de millennials.
Ook in Leiden is er een heel voorzichtige stijging te zien in het aantal leden bij de christelijke studentenverenigingen. Leids dispuut Panoplia, onderdeel van de landelijke vereniging C.S.F.R., heeft dit jaar bijna een dubbel zo grote instroom als andere jaren. ‘Meestal hebben we rond de twintig nieuwe leden, maar dit jaar 36’, vertelt voorzitter Rebekka Post. ‘Voor ons doen hebben we dus een bizar grote jaargroep. In totaal hebben we nu ongeveer 120 leden.’
Toch wil Post niet te vroeg juichen en denkt ze dat deze groei ‘incidenteel’ is. ‘We hebben geen duidelijke verklaring.’ Wel heeft de PR-commissie ‘gestreden’ voor veel nieuwe aanwas via sociale media en op reformatorische scholen.
Dit jaar kreeg Navigators Studentenvereniging Leiden (NSL) tachtig nieuwe leden, elf meer dan het jaar ervoor. ‘We zijn heel dankbaar’, zegt voorzitter Rachel Rietkerk. In totaal telt de vereniging 291 leden. Ze signaleert dat veel nieuwe leden niet religieus zijn opgegroeid. ‘Eenzaamheid, maatschappelijke onrust en zorgen over de toekomst zouden daar een rol in kunnen spelen. Jongeren worden geconfronteerd met grote uitdagingen, maar ervaren tegelijk dat Gods liefde en zorg constant blijven. Deze generatie zoekt naar zingeving. Ik merk dat veel van mijn vrienden en onze leden hiermee worstelen en juist in het geloof houvast vinden.’
Studentenvereniging VGSL Franciscus Gomarus heeft nu in totaal 61 leden, dat waren er een jaar eerder 55. De instroom van eerstejaars ligt de laatste tijd tussen de tien en vijftien nieuwe leden, vertelt bestuurslid Lucas Verkerk, maar dat was zeven jaar geleden wel anders: ‘Toen waren er zorgen: wat zouden we doen als we onder de 35 leden komen? Maar na de coronacrisis is onze instroom constant.’
Als mogelijke verklaring noemt hij de Leidse studentencultuur. ‘Ik denk dat die hier sterker is dan in andere steden, het is in Leiden gebruikelijker om bij een vereniging te gaan.’
Bij E.S.V. Ichthus hebben zich dit jaar tien nieuwe leden gemeld, vertelt Dekker. ‘Vorig jaar waren dat er achttien, maar bij ons kun je het hele jaar lid worden. Ik kan natuurlijk niet in de toekomst kijken, maar ik verwacht zeker nog aanmeldingen.’ In totaal telt de vereniging 77 leden.
‘Ik ben niet christelijk, maar religieus’
Jaïr van Turennout (21, geschiedenis) is lid van Gomarus. ‘Er is hier ook genoeg onderbroekenlol hoor.’
‘Ik noem mezelf niet christelijk: ik geloof wel in een god, maar niet in een specifieke religie. Ook bid ik niet.
‘Ik ben opgegroeid in Veenendaal, de Biblebelt, en protestants opgevoed. Op zondag gingen we altijd naar de kerk. Door persoonlijke ervaringen ben ik aan het denken gezet. Een paar jaar geleden voelde ik verwijt en een wrang en boos gevoel naar mensen om me heen, nadat ik me jarenlang buitengesloten had gevoeld. Ik was mezelf aan het meten en vergelijken met anderen.
‘Alleen: ik wilde dat helemaal niet. Ik wilde mensen liefhebben, niet verwijtend en angstig zijn. Maar hoe dan? Ik concludeerde: als enkel de natuurlijke wereld bestaat, dan kan er geen liefde zijn. Liefde kan volgens mij dus alleen maar van een god komen. Daar ben ik me meer in gaan verdiepen.
Gelijkgestemden
‘Toen ik dit jaar in Leiden ging studeren, zocht ik een plek met gelijkgestemden. Ik werd lid van Gomarus. Ichthus is wat minder studentikoos qua mores en etiquette, NSL vind ik te grootschalig. Ik ben wel naar een open avond van Panoplia geweest, maar die is voornamelijk reformatorisch en dus conservatiever. Gomarus is gereformeerd, dat sluit het best aan bij mijn kerkelijke achtergrond.
‘Ik vind er mensen met wie ik het over religie, een god en emoties kan hebben. Samen ben je op zoek naar het geloof: door middel van Bijbelstudie, een goed gesprek of door elkaar boeken aan te raden over de wetenschap in de Bijbel. Elke twee weken op dinsdag is er Bijbelstudie met een groepje leden van verschillende jaarlagen. Dan lezen we een stukje en bespreken we dat.’
‘Ik zit erover te denken om christen te worden. Niet omdat ik hier ben gebrainwasht, maar omdat ik er rationeel door ben gestimuleerd.
‘Ik zit in de commissie die kerkbezoeken organiseert. We gaan ongeveer vier keer per jaar naar stromingen waar we uit onszelf niet snel heen zouden gaan, zoals een katholieke of orthodoxe kerk. Dit jaar staat een zwaar protestantse kerk op de planning: de Gereformeerde Gemeenten. Als het aan mij ligt gaan we ook naar de synagoge en de moskee. Het is interessant om nieuwe ervaringen op te doen en andere mensen te spreken.
Homoseksuelen
‘Ik vind Gomarus heel accepterend voor alle overtuigingen. We hebben bijvoorbeeld een paar atheïstische leden en homoseksuelen zijn ook zeker welkom. De meer liberale christen vindt dat sowieso geen probleem, de conservatieven vinden het wel wat lastiger. Maar er is geen preekcultuur hier, homoseksuele leden wordt hier niet verteld wat ze wel of niet mogen doen.
‘Hoe de leden omgaan met seksualiteit ligt aan henzelf. We hebben statuten uit de jaren vijftig, die leest niemand meer. Maar we hebben wel een Bijbelse visie op seksualiteit: dat het iets kostbaar is wat je niet zomaar met een willekeurig iemand doet. De meeste leden zullen geloven in geen seks voor het huwelijk, dus seksualiteit speelt hier niet zo veel als op bijvoorbeeld Minerva, maar er is wel genoeg onderbroekenhumor hoor. En er wordt af en toe ook zeker goed gedronken. Laatst nog hebben leden tot half zes ’s ochtends geklaverjast.’
‘God gaat heel de dag met je mee’
Andrea Westland (18, politicologie) is lid van Panoplia. ‘Bij een cantus wordt het bier aangelengd met veel water.’
‘Ik heb op een christelijke basisschool en een reformatorische middelbare school gezeten, dus het leek me fijn om ook in Leiden mensen te ontmoeten met wie je over het geloof kan praten. Nu ik aan de universiteit studeer, zit ik ook niet meer volledig in mijn eigen bubbel. Dat is ook niet de opdracht die God aan ons geeft, maar een plek hebben om op terug te kunnen vallen vind ik prettig.
‘Panoplia is een dispuut van de landelijke vereniging C.S.F.R. Ik heb me vorig jaar al ingeschreven toen ik nog op de middelbare school zat. Ik kom zelf uit reformatorische kring en C.S.F.R. heeft ook die grondslag. Dat is wat behoudender dan de gereformeerde hoek en staat dicht bij de Bijbel. Vaak zijn ouders van onze leden SGP-stemmers, maar de leden zelf zijn ook vaak CU- of CDA-stemmers.
‘Ik ben opgegroeid in Bleskensgraaf, onderdeel van de Biblebelt. Mijn opa was dominee van de Protestantse Kerk. Met het gezin gingen we op zondag twee keer naar de kerk en lazen we elke dag de Bijbel bij het eten.
Stille tijd
‘Maar mijn ouders hebben me ook geleerd dat het gaat om je persoonlijke relatie met God. Die kan je opbouwen door individueel stille tijd te hebben. Dat houdt in dat je ’s ochtends begint met God, ’s avonds de dag afsluit met God en Hij dus heel de dag met je meegaat.
‘Ik moet eerlijk zeggen dat het er vaak bij inschiet. Ik ben zo druk met mijn studie en zo. Maar ik voel me daar niet schuldig over: het gaat niet om de daden, maar om de genade van Christus. Jezus is voor onze zonden gestorven, en wij leven in zonde. Elke dag zondig ik wel en vraag ik om vergeving. God houdt Zijn armen wagenwijd open, zodat ik als zondaar genade en vergeving kan ontvangen.’
‘Elke dinsdag- en donderdagavond hebben we een activiteit met soms een borrel en elke twee weken hebben we Bijbelkring. Er zijn vaak lezingen van sprekers over allerlei onderwerpen, bijvoorbeeld een islamitische filosoof. We vinden het belangrijk om onze blikken te verruimen.
‘We hebben een groepsapp waarin leden afspreken om zondag samen naar de kerk te gaan. Ik ga nog elk weekend met mijn ouders naar de kerk, maar als ik in de toekomst wat vaker hier blijf, zou ik naar de Hervormde Kerk in Katwijk gaan of de Marekerk in Leiden.
‘Op de vereniging wordt zeker ook alcohol gedronken, we zijn ook gewoon studenten! Als het er gezelliger door wordt, is het prima. Maar ik word liever niet dronken hoor, wat is daar nou leuk aan? Die druk voel ik ook absoluut niet.
Cantus
‘We doen ook studentikoze dingen. Drie of vier keer per jaar organiseren we een cantus, al is dat niet bij iedereen de meest geliefde activiteit. Het bier wordt wel met veel water aangelengd. We werken dan ook met straffen en zo. Bijvoorbeeld dat je je biertje met gestrekte arm moet opdrinken. Of nog goorder: dat je bier als een hond uit een bakje op de grond moet drinken. Héél gek.
‘Omdat de reformatorische kerk dicht bij de Bijbel blijft, is homoseksualiteit niet zoals God het heeft bedoeld. Maar homoseksuelen worden niet afgewezen bij Panoplia, er zijn er een paar lid. Ik vind het zelf een heel ingewikkeld onderwerp.
‘Intimiteit is in mijn ogen bestemd voor het huwelijk, zoals het ook in de Bijbel staat. Ik heb natuurlijk geen idee wat er achter andermans deur gebeurt, maar ik heb de indruk dat die visie door de meeste leden wel wordt onderschreven. Ik wil me daar ook zeker aan committeren.’
‘Ik vroeg me af waarom ik niet geloofde’
Dylan Somsen (18, biologie) is lid van E.S.V. Ichthus. ‘Sinds ik biologie studeer, geloof ik alleen maar meer in God.’
‘Ik ben vrij nieuw in het geloof. Aan het begin van dit jaar zat ik in een taaie periode omdat mijn ouders gingen scheiden. Tegelijkertijd kreeg ik een vriendin en zij was een groot licht in mijn leven. We zijn niet meer samen, maar zij is wel degene die mij heeft laten kennismaken met de christelijke gemeenschap en wat het inhoudt om te geloven. Bij haar thuis leerde ik hoe het is om te bidden met elkaar en ervoer ik de puurheid van de liefde voor familie en naasten.
‘Aangezien ik alles zo mooi vond, vroeg ik me af waarom ik eigenlijk niet geloofde. Ik kan op zijn minst eens de Bijbel gaan lezen, dacht ik. Die heb ik natuurlijk nog niet uit, want dat is een aardige pil. Na alles wat ik heb gehoord en geleerd, ben ik deze zomer tot de conclusie gekomen dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is.
Geen verplichtingen
‘Sinds ik biologie studeer, geloof ik alleen maar meer in God. Als ik kijk naar de opbouw van DNA, alle natuurkundewetten, de gulden snede, dan verwonder ik me hoe perfect alles is gemaakt. Dan kan ik geen atheïst zijn. Het kan niet anders dan dat het tot stand is gekomen door een intelligente ontwerper: God.
‘Ik wilde graag bij een christelijke studentenvereniging, omdat ik buiten mijn ex-vriendin geen andere christenen kende. Ichthus voelde heel laagdrempelig. Ik ervoer meteen een groot gevoel van acceptatie en gemeenschap, waarin iedereen lief voor elkaar is en echt van elkaar houdt. Het is ook een wat kleinere vereniging, er zijn geen verplichtingen, er is geen ontgroening, dat vond ik ook wel fijn.
‘Daarnaast heerst er niet zo’n cultuur waarbij veel alcohol wordt gedronken. Ik drink zelf niet, gewoon omdat ik het geen fijn idee vind om de controle te verliezen.’
‘Daarom zou ik ook wel zeggen dat Ichthus een van de minst studentikoze verenigingen is. Het meest studentikoze wat ik tot nu toe heb meegemaakt is de algemene ledenvergadering. Dan is het wel de bedoeling dat je net gekleed gaat, maar daar zijn we niet heel streng op.
‘Elke woensdag doen we Bijbelstudie, in een kring. Voor het eten bidden we samen en daarna is vaak nog een borrel. Ik ben enorm gegroeid in mijn kennis over Jezus en daardoor in mijn geloof. Als ik ‘s avonds thuiskom na Bijbelstudie voel ik me heel erg gelukkig. Ik ben dankbaar dat ik mensen heb om over zulke dingen diep in gesprek te gaan.
‘Mensen denken dat je in de hemel kunt komen door goede dingen te doen, maar dat is niet hoe het werkt. Jezus is aan het kruis voor onze zonden gestorven en je kunt alleen in de hemel komen door in Hem te geloven. En als je in Jezus gelooft, dan doe je vanzelf goede dingen.
Hemel
‘Het enige wat je kunt meenemen naar de hemel zijn anderen. Mijn ouders en vrienden buiten Ichthus zijn niet gelovig, dus daarom vind ik het belangrijk om hen op de Bijbel te wijzen. Daarom proberen mensen het geloof ook op straat te verspreiden. Dat gebeurt niet altijd respectvol, daardoor hebben mensen slechte oordelen over christenen. Dat vind ik jammer. Het is belangrijk dat we ons als christenen ervan bewust zijn dat het wel altijd iemand anders’ keuze blijft om te geloven of niet.
‘Het is soms lastig om te zien dat je naasten niet geloven, omdat wij christenen geloven dat Jezus de enige weg is. Dat wil je delen met anderen. Ook omdat je uit liefde iedereen die plek in de hemel gunt.’
‘Na een feestje geeft bidden rust’
Sarah Ariese (18, politicologie) is lid van Navigators Studentenvereniging Leiden (NSL). ‘Ik voelde me anders dan de rest.’
‘Vanuit mijn jeugd ben ik al veel bezig met het geloof. Ik ben gedoopt en elke zondag gingen wij naar de kerk in Amsterdam. De familie van mijn vaders kant woont in de Biblebelt. Voor mijn neefjes en nichtjes is het heel normaal dat je naar een christelijke school gaat, Bijbelteksten leert en iedereen op zondag een rustdag heeft.
‘In Amsterdam heb je dat niet echt. Voor mij was het altijd zoeken hoe ik daarmee moest omgaan. Niemand om je heen is christelijk en je hebt een heel andere opvoeding gehad dan de kinderen in je klas.
Beschamend
‘Dat was soms lastig, zeker toen ik naar de middelbare school ging in Amsterdam-Zuid. Ik probeerde mijn plekje te vinden, zonder mezelf helemaal aan te passen aan wat anderen vonden. Ik durfde niet echt over het geloof te praten, want ik was bang dat dat beschamend was of dat mensen het daar niet over wilden hebben. Je bent toch anders dan de rest.
‘Naarmate ik ouder werd, heb ik het voor het eerst aan mijn vriendinnen durven vertellen. Ze waren eigenlijk juist heel geïnteresseerd en stelden veel vragen. Veel vriendinnetjes zijn ook meegegaan naar de kerk. Ze vonden het helemaal niet raar. Maar als je dat nooit durft te vertellen, weet je dat ook niet.
‘Ik was in eerste instantie niet zo bezig met christelijke verenigingen omdat ik niet wist wat ik wilde studeren. Ik dacht na over een tussenjaar, maar heb er ook overwogen om bij de Koninklijke Militaire Academie te gaan. Op een gegeven moment ging mijn broer studeren, hij zit ook bij NSL. Aanvankelijk wilde ik juist helemaal niet bij hem op de vereniging.’
‘Ik heb ook bij Augustinus gekeken, maar ik merkte dat ik het christelijke aspect toch wel belangrijk vond. Het leek me fijn om bij een vereniging te gaan met mensen die allemaal dezelfde opvoeding hebben gehad, zeker omdat ik dat op de middelbare school niet had.
‘In principe bid ik elke dag voor het eten. Als ik een broodje eet in de trein, schiet het er weleens bij in, maar voor het slapen bid ik altijd om op die manier de dag rustig af te sluiten. Zelfs als ik laat thuiskom van een feestje, geeft bidden juist even rust.
Drinken
‘Veel mensen denken dat je heel veel niet mag als je gelooft, terwijl ik juist van mening ben dat het geloof heel veel geeft. Dan zeggen ze: “Maar dan mag je toch nooit drinken?” Maar bij NSL wordt zeker wel gedronken, de ene keer meer dan de andere. Maar we blijven wel gewoon een christelijke vereniging en willen dat ook uitstralen. Dus je houdt rekening met wat je doet.
‘Seks voor het huwelijk is wel een controversieel onderwerp. Ik ben er zelf nog niet helemaal uit. Het is iets waarover binnen het christelijk geloof veel discussie is.
‘Ik denk dat veel mensen denken: ik ben niet opgegroeid met het geloof, dus laat maar zitten. Maar het maakt niet uit hoe oud je bent, je kunt er altijd vragen over stellen. We willen er altijd over vertellen.’