Nieuws
Deel UR kritisch op Israëlboycot: ‘Richten we niet op het verkeerde doelwit?’
De universiteitsraad heeft een positief advies gegeven over het collegebesluit om de studentenuitwisseling met twee Israëlische universiteiten te stoppen. Vier leden stemden tegen en hadden scherpe kritiek. ‘Ik mis bewijzen.’
Vincent Bongers
donderdag 9 oktober 2025
Demonstranten voor de poort van Academiegebouw tijdens de bezetting van de Hortus in mei 2024. Foto Taco van der Eb

Het college van bestuur stemde in september in met het advies van de commissie Mensenrechten/Conflictgebieden om de studentenuitwisselingsprogramma’s met de Hebrew University of Jerusalem en Tel Aviv University op te schorten. Die programma’s waren overigens al stilgelegd. Als onderdeel van het besluit gaat de universiteit ook geen nieuwe uitwisselingen aan. Mochten er plannen zijn voor nieuwe samenwerkingen, wordt er opnieuw om advies van de commissie gevraagd.

Voordat het definitieve collegebesluit valt, geeft de universiteitsraad een advies. Tijdens de raadsvergadering bleek onlangs dat er een meerderheid is voor een positief advies maar dat om uiteenlopende redenen vier van de twaalf aanwezige leden tegenstemden.

‘Ik kan me niet vinden in het besluit’, legde Patrick Klaassen van personeelspartij UB uit. ‘Het verbreken van banden is niet de juiste weg. De universiteit moet een neutrale plek blijven. Het is niet aan ons om normatief beleid te voeren over internationale conflicten.’

Verder vond Klaassen dat ‘door de institutionele kanalen af te sluiten, het Israëlische studenten onmogelijk maakt om via formele en veilige uitwisselingsprogramma’s naar Leiden te komen. Terwijl dat juist de plek is om bruggen te kunnen bouwen. Samenwerking is geen goedkeuring.’

Moreel advies

De commissie heeft zelf geen wetenschappelijk onderzoek gedaan, aldus Klaassen, ‘maar een moreel advies naar buiten gebracht: het is essentieel dat besluiten over samenwerking zijn gebaseerd op een zo volledig mogelijk feitenbeeld en dat alternatieven serieus worden afgewogen’. En dat is volgens hem niet gebeurd. ‘Er is verder ook geen wederhoor met de betrokken universiteiten geweest.’

Het besluit kan volgens hem een precedent scheppen. ‘Vandaag is het Israël, morgen China, een Afrikaans land, of zelfs de VS. Het risico bestaat dat het college haar koers laat bepalen door de actualiteit of door druk van activisten.’

‘Willen we op enerlei wijze verbonden zijn met een genocide? ’

‘De genocide is erkend door de VN’, reageerde Anouk Moritz van studentenpartij DSP-SC. ‘De Israëlische universiteiten zijn geen veilige en open plek, dat is door Israëlische en Palestijnse academici vastgesteld. We breken met universiteiten waar geen academische vrijheid is. Commissies van andere Nederlandse universiteiten hebben ook al vastgesteld dat de Israëlische universiteiten een rol spelen in de genocide en bezetting van Palestijns gebied. Dat gebeurde ook al langer dan twee jaar. Het is een moreel oordeel, maar een zeer noodzakelijk moreel oordeel.’

Personeelsraadslid Joost Augusteijn (Lijst Augusteijn) was het daarmee eens. ‘Ik weet niet of we het debat hier weer moeten overdoen, maar het is wel degelijk vastgesteld dat deze universiteiten een relatie hebben met het Israëlische leger. Dat is de aanleiding voor de commissie om tot dit advies te komen. Het is een kwestie van ethiek. Willen we op enerlei wijze verbonden zijn met een genocide? Nee, dat wil ik niet, en dat zou de universiteit ook niet moeten willen.’

Feiten

‘Er vindt een genocide plaats’, erkende Symen de Lange van studentenpartij LSP. Toch stemde hij tegen. Het gaat namelijk om de rol van de universiteiten. ‘Er moeten geloofwaardige aanwijzingen zijn dat de universiteiten structureel zijn betrokken bij mensenrechtenschendingen. Ik mis feiten in het rapport. Ik mis bewijzen.’

‘Het belangrijkste deel in het rapport gaat over de relatie tussen Israëlische universiteiten en wat er in Gaza gebeurt’, zei Mark Dechesne van personeelspartij LAG. ‘Het valt me op dat een groot deel van de bronnen verwijst naar het boek Towers of Ivory and Steel van Maya Wind. Ik heb dat boek ook gelezen en daar zijn ook kritische kanttekeningen bij te plaatsen. Ik zou sowieso niet één boek als de absolute waarheid nemen. We moeten ons als academie toch meer verdiepen in wat die universiteiten doen.’

‘Ik heb er moeite mee dat raadsleden gaan bepalen of de bronnen goed zijn of niet’

Dechesne verwees ook naar zijn contacten met Israëlische collega’s. ‘Zij stellen juist dat Israëlische universiteiten een tegenpool zijn van het huidige regeringsbeleid in Gaza. Targeten we niet het verkeerde doelwit?’

Augusteijn vond het problematisch dat de commissie werd aangevallen. ‘Ik heb er moeite mee dat raadsleden gaan bepalen of de bronnen goed zijn of niet. De commissie doet dat voor ons. Dat moeten we niet over gaan doen.’

‘Het zou wel belachelijk zijn als we advies van een commissie negeren die de opdracht heeft gekregen om het uit te zoeken’, zei Jason Hart (DSP-SC).

Klaassen: ‘Natuurlijk mogen we naar bronnen vragen, en bekijken of er sprake van bias is.’

Moritz: ‘Andere Nederlandse universiteiten hebben ook rapporten geschreven en die halen ook andere bronnen aan. Overigens is het boek van Wind een valide academisch werk dat veel inzicht geeft over de banden.’

De vier tegenstemmers krijgen de mogelijkheid om hun standpunt in het advies aan het college te verwerken. Minderheidsstandpunten worden nooit vermeld in adviezen, maar in deze casus was een meerderheid in de raad er voorstander van om dit wel te doen.

Maandag spreekt de raad met het college over het besluit. De commissie werkt nog aan een tweede advies over de onderzoekssamenwerkingen met Israëlische universiteiten.