English
Zoeken
Digitale krant
App
Menu
Voorpagina Achtergrond Wetenschap Studentenleven Nieuws Cultuur Columns & opinie Podcast  

Menu

Categorieën

  • Voorpagina
  • Achtergrond
  • Wetenschap
  • Studentenleven
  • Nieuws
  • Cultuur
  • Columns & opinie
  • Podcast

Algemeen

  • Archief
  • Contact
  • Colofon
  • App
  • Digitale krant
  • English
Achtergrond
Wat betekent jouw stem voor het hoger onderwijs?
Illustratie Silas.nl
Redactie
vrijdag 12 maart 2021
Moeten leenstelselschulden worden kwijtgescholden als de basisbeurs terugkeert? Blijft het bsa bestaan? Hoe zien de politieke partijen de toekomst van het hoger onderwijs? We spitten alle programma’s door van degenen die kans maken op een of meer zetels. Doe er je voordeel mee.

Natuurlijk, er zijn al een hoop kieskompassen en stemwijzers.

Maar: die hebben nauwelijks aandacht voor de prangende vraagstukken waarmee het hoger onderwijs te kampen heeft. 

Studenten bouwen razendsnel studieschulden op en kunnen nauwelijks een kamer vinden (laat staan tegen een fatsoenlijke prijs), docenten krijgen slechts zelden een vast contract en universiteiten worden financieel verleid zo veel mogelijk studenten toe te laten.

Illustraties Anoushka Kloosterman

Wat gaan de politieke partijen doen aan al die tijdelijke contracten van docenten en de enorme woningnood onder studenten? Hoe denken zij over terugkeer van de basisbeurs, selectie aan de poort en verengelsing van opleidingen? En zijn universiteiten politiek correcte bolwerken geworden, of moet het juist diverser?

Mare zet het voor je op een rijtje. Daarvoor hebben we de verkiezingsprogramma’s doorgeploegd van de zestien partijen die volgens de laatste peilingen kans maken op één of meer zetels.

Aan de hand van acht stellingen waarin de heetste hangijzers uit het hoger onderwijs zijn samengevat analyseren we vervolgens wat de partijen hierover te melden hebben.

En natuurlijk, er zijn ook andere belangrijke verkiezingsthema’s. Maar hoe meer je weet, hoe beter je kunt kiezen. Succes straks in het stemhokje!

1. Geef studenten die onder het leenstelsel vallen hun geld terug

De kans dat de basisbeurs, of iets wat daarop lijkt, terugkomt, is behoorlijk groot. De VVD is namelijk nog de enige partij die het sociaal leenstelsel wil behouden. Alle andere partijen hebben plannen voor de terugkeer van de studiebeurs in een bepaalde vorm.

Dat werpt de vraag op wat er moet gebeuren met de leenstelselstudenten: moeten die wel of geen compensatie krijgen? Negen partijen vinden van wel.

Het meest concrete voorstel komt van GroenLinks die wil dat leenstelselstudenten 10.000 euro ter compensatie krijgen. D66 en ChristenUnie willen de studieschuld verlagen door de studievoucher te verdubbelen van 2000 naar 4000 euro. De SP, PvdD, Denk, SGP, FvD en PvdA willen ook een compensatie, maar noemen geen bedrag.

Zes partijen, te weten CDA, PVV, Volt, JA21, BIJ1 en 50Plus zeggen in hun verkiezingsprogramma’s niets over een compensatieregeling. 

De partijen hebben verschillende ideeën over de manier waarop de basisbeurs moet terugkeren. Zo wil GroenLinks dat de basisbeurs alleen terugkomt voor gezinnen met een inkomen tot 100.000 euro per jaar. De beurs moet maximaal 400 euro per maand bedragen. D66 wil dat iedere student 300 euro krijgt en een aanvullend bedrag van maximaal 400 euro voor de studenten van wie de ouders tot 70.000 euro per jaar verdienen. De ChristenUnie komt met een beurs van maandelijks 270 euro voor thuiswonende studenten en 550 euro voor uitwonenden. JA21 wil de studiebeurs helemaal variabel maken: het bedrag moet worden gerelateerd aan het inkomen van de ouders. Verder wil de SGP dat de aanvullende beurs ‘royaal wordt uitgebreid’ en ook de SP en Bij1 zijn voorstander van een aanvullende beurs voor lagere inkomens.

Verder wil de PvdD het collegegeld gelijktrekken voor iedereen, ongeacht leeftijd of eerder behaalde diploma’s. GroenLinks wil dat het collegegeld omlaag gaat. Volt en BIJ1 willen het collegegeld zelfs afschaffen.

Tot slot wil FvD dat de ov-kaart de hele week geldig wordt. GroenLinks sluit zich daarbij aan en gaat nog verder: de kaart moet ook gelden tijdens de zomer en de reiskosten worden kwijtgescholden als een student de studie niet haalt.

2. De universiteit moet toegankelijk zijn voor iedereen

Toegegeven: met de term toegankelijkheid kun je veel kanten op. Moeten er strengere of soepelere toelatingseisen komen? Moet thuisstudie mogelijk zijn? En moet een tweede studie goedkoper worden?

Te beginnen met de toelatingseisen: de VVD wil het bindend studieadvies en selectie aan de poort behouden. Sommige studenten, schrijft de partij, past het hbo beter. Ook van D66 mogen opleidingen blijven selecteren aan de poort, maar alleen als er te veel aanmeldingen zijn. Het bsa mag alleen gemotiveerd worden ingezet en mag niet hoger zijn dan 40 studiepunten. FvD ziet selectie als een middel om alleen de meeste gemotiveerde studenten toe te laten tot de universiteit en wil daarmee het massaonderwijs aanpakken.

Andere partijen zien juist liever een einde aan strenge toelatingseisen. 50Plus is tegen selectie omdat dat de toegankelijkheid aantast. Denk is voorstander van loting bij studies met een numerus fixus, om aanmeldingen eerlijker te maken. GroenLinks vindt dat studenten met meer geld of extra hoge cijfers geen voorrang mogen krijgen. Volgens de partij zijn studenten uit een laag sociaal-economisch milieu daar de dupe van. Ook wil deze partij het bsa niet meer bindend maken en de harde knip tussen bachelor en master afschaffen.

Het volgen van een tweede studie moet makkelijker worden. Zo willen PvdA, D66, ChristenUnie, GroenLinks, en VVD het collegegeld van een tweede studie verlagen.

D66 en VVD zijn voorstander van flex-studeren. In dit systeem kiezen studenten zelf welke vakken ze willen volgen en betalen ze alleen voor die vakken. Dit is volgens de VVD vooral voordelig voor studenten die werken naast hun studie. JA21 wil specifiek voor die groep toelating tot de universiteit makkelijker maken.

Verder wil Bij1 het recht op thuisstudie invoeren, om zo onderwijs toegankelijker te maken voor studenten die door een beperking minder makkelijk fysiek onderwijs kunnen volgen. D66 wil gebouwen beter toegankelijk maken voor studenten met een beperking.

3. Bouw meer en beter betaalbare studentenkamers

Een schreeuwend tekort aan studentenkamers; het is in veel studentensteden een nijpend probleem. Toch zijn er slechts vier partijen die hier concreet over schrijven in hun programma’s: GroenLinks, PvdA, SGP en PvdD.

GroenLinks vindt dat er flink moet worden geïnvesteerd in nieuwe en betaalbare studentenhuisvesting en legt de verantwoordelijkheid daarvoor neer bij de woningcorporaties. Ook moeten alle huurders van studentenkamers voortaan huurtoeslag krijgen en niet meer alleen de studenten met een eigen voordeur. De SGP en PvdD willen leegstaande kantoorpanden ombouwen tot studentenkamers. De PvdA richt zich vooral op de aanpak van huisjesmelkers: verhuurders die te hoge huren vragen of studenten intimideren en discrimineren, worden beboet en moeten hun vergunning inleveren.

De andere partijen besteden in hun woonplannen niet specifiek aandacht aan studenten, maar aan jongeren en starters in het algemeen. Zo zijn PvdA, ChristenUnie, Denk en Volt het erover eens dat de verhuurdersheffing moet worden afgeschaft en er meer sociale huurwoningen moeten komen. 

D66 wil meer bouwen voor alle jongeren en schaft de huurtoeslag af in ruil voor een heffingskorting die wordt gebaseerd op de grootte van het huishouden. Ook wil deze partij de huurcommissies versterken.

Partijen die het helemaal niet - of heel summier - over de woningnood onder jongeren hebben, zijn VVD, JA21, PVV, FvD en 50Plus. De PVV belooft de huren in het algemeen ‘fors te verlagen’, terwijl 50Plus huurverhogingen de komende vier jaren wil ‘beperken tot de inflatieaanpassingen’.

FvD wil dat het makkelijker wordt woningen en kantoorpanden om te bouwen of te splitsen in meerdere woonruimtes, waar jongeren indirect profijt van kunnen hebben. De VVD sluit zich hierbij aan. JA21 wil het liefst dat er een nieuwe stad wordt gebouwd, waar onder meer starters kunnen gaan wonen.

4. De kwaliteit van onderwijs en onderzoek moet beter

Veruit de meeste partijen zijn het hiermee eens. FvD wil dat universiteiten minder inzetten op winst, en meer aandacht geven aan onderwijs. Het betalen van universiteiten op basis van behaalde diploma’s moet stoppen. JA21 en GroenLinks vinden dat ook. Kwaliteit wordt een belangrijker criterium voor bekostiging dan het aantal binnengehaalde studenten, schrijft de VVD. ChristenUnie wil dat universiteiten vaste bedragen krijgen voor gemaakte kosten, in plaats van een bedrag per student. BIJ1 heeft een vergelijkbaar standpunt. Het CDA is van plan een hogere financiering per studiepunt in te voeren.

Onderwijs wordt weer de core business en docenten krijgen minder administratieve taken, stelt JA21. Ook de VVD pakt de doorgeschoten bureaucratie aan. GroenLinks vindt dat de competitie om onderzoeksgeld moet worden verminderd en wat D66 betreft stopt ‘het zinloze aanvraagcircus’.

Deze partij verhoogt ook het vaste budget voor onderzoek naar drie procent van het nationaal inkomen. Een fors deel van de verhoging gaat direct naar universiteiten. Ook GroenLinks streeft naar die drie procent. De partij vindt verder dat studenten te weinig les en begeleiding krijgen en wil daarom meer in docenten investeren.

PvdD wil meer investeren in wetenschap vanuit de eerste geldstroom, terwijl het CDA extra geld uit een groeifonds wil halen. De SGP maakt een einde aan de kwaliteitsafspraken. In plaats daarvan moet de overheid meer basisbekostiging garanderen. D66 wil het leenstelselgeld voor de verbetering van de kwaliteit van onderwijs structureel behouden voor het hoger onderwijs. Bij1 schaft de doelmatigheidskorting af en investeert 1,15 miljard extra in het wetenschappelijk onderwijs. Ook de PvdA wil daar meer in investeren.

Volt wil een commissie opzetten die adviseert over hoe de kwaliteit en de werkdruk op acceptabele niveaus kunnen komen. Van GroenLinks krijgt het universitair onderwijs structureel de beschikking over eigen werkdrukmiddelen.

De SP, PVV, Denk en 50Plus hebben geen specifieke plannen in hun programma om de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te verbeteren.

5. De universiteiten moeten diverser worden

Meer of minder diversity officers? Wel of geen quota invoeren om de diversiteit te bevorderen? Ook dat is een actueel discussiepunt waar sommige politieke partijen een duidelijke mening over hebben.

De SGP is hier bijvoorbeeld fel tegen. Het is volgens de partij niet aan universiteiten om ‘actieplannen voor genderdiversiteit en inclusief onderwijs’ te maken. De partij vindt dat dit beleid leidt tot politiek correct denken en daar ‘mag in het hoger onderwijs geen plek voor zijn’. De PVV vindt diversiteitsbeleid en vorm van ‘positieve discriminatie’. Ook FvD is het oneens: universiteiten zijn ‘een vrije ruimte waar je je geest kunt scherpen’. De partij wil dan ook geen ‘cancel culture’, ‘diversity officers’ of ‘safe spaces’.

Denk is juist van mening dat het onderwijs de ‘emancipatiemotor van de samenleving’ zou moeten zijn. Daarom moet de overheid diversiteit vooral stimuleren onder docenten en onderwijsbesturen. D66 ziet dat graag gebeuren middels een quotum: 30 procent van de bestuurs- en toezichtfuncties moet uit vrouwen bestaan. Bij1 gaat nog iets verder: zij wil niet alleen diversiteitsquota invoeren voor alle onderwijs- en bestuurslagen in het hoger onderwijs, maar wil ook dat elke instelling een diversiteitscommissie krijgt.

De PvdA wil onafhankelijke meldpunten voor discriminatie en Volt ziet heil in meer voorlichting over institutioneel racisme. De ChristenUnie vindt ook dat het hoger onderwijs een veilige plek moet zijn, maar noemt geen specifieke maatregelen om dat te verbeteren.

CDA, SP, PvdD, VVD, GroenLinks, JA21 en 50Plus nemen geen standpunt in over meer of minder diversiteitsbeleid.

6. Docenten en promovendi verdienen meer zekerheid, bijvoorbeeld door een vast contract

Goed nieuws voor wetenschappers met een tijdelijke aanstelling: van de 16 partijen die Mare bekeek heeft de helft plannen om de positie van onderzoekers verbeteren. De overige acht partijen noemen het onderwerp niet in hun verkiezingsprogramma. Geen enkele partij is expliciet tegen meer vaste contracten voor onderzoekers.

PvdA, GroenLinks, ChristenUnie en D66 roepen allemaal op om meer geld vrij te maken om vaste posities van te kunnen betalen. De ChristenUnie noemt nog dat het geld in alle onderzoeksdisciplines terecht moet komen, zonder dat er ‘perverse prikkels’ aan te pas komen.

De SP wil ook meer vaste contracten voor wetenschappers, maar noemt niet op welke manier ze dit gaan bewerkstelligen. Daarnaast wil de partij een fonds om onderzoek onafhankelijk te houden van inmenging van grote bedrijven. CDA en PvdA hebben vergelijkbare ideeën. Die partijen willen geld apart zetten om ongebonden fundamenteel onderzoek mee te kunnen doen, hoewel CDA dit geld alleen beschikbaar stelt voor jonge onderzoekers.

SGP wil niet meer vaste contracten, maar minder flexibele contracten. Of dit leidt tot meer vaste aanstellingen of tot überhaupt minder contracten is niet duidelijk.

D66 en Bij1 noemen allebei expliciet dat promovendi werknemers zijn en nemen met zoveel woorden stelling tegen het bursalenstelsel. Opmerkelijk, omdat juist D66-minister van onderwijs Ingrid van Engelshoven het experiment met beurspromovendi door laat lopen.

In de programma’s van VVD, PVV, PvdD, Denk, FvD, 50Plus, JA21 en Volt komt baanzekerheid voor onderzoekers niet aan bod.

7. Er moeten minder internationale studenten en Engelstalige opleidingen komen

PVV, JA21 en 50Plus zijn het volmondig eens met de stelling. Zij willen het liefst zo veel mogelijk onderwijs in het Nederlands hebben. Ook de SGP maakt zich zorgen om de Nederlandse taalvaardigheid door toenemende verengelsing, en wil het aantal internationale studenten beperken. Volgens de FvD moeten universiteiten terughoudender zijn bij het werven van internationale studenten en is het niet de bedoeling om op basis van financiële gronden een opleiding te verengelsen.

Ook het CDA vindt het een slecht plan om internationalisering als doel op zich te hebben. Het is alleen zinvol als het aantoonbaar meerwaarde heeft voor de onderwijskwaliteit en de vorming van studenten. Wel wil de partij dat buitenlandse studenten die hier komen studeren zo lang mogelijk in Nederland blijven. De PvdA is niet tegen verengelsing of internationale studenten, maar is wel bang dat financiële prikkels ertoe leiden dat er zo veel internationale studenten toegelaten worden dat dit ten koste gaat van de onderwijskwaliteit. Om diezelfde reden wil ook de ChristenUnie het liefst aansturen op een maximum aantal internationale studenten.

Denk noemt de internationals niet als specifieke groep, maar geeft wel aan open te staan voor meer verengelsing. D66 is erg voorstander van internationalisering, op voorwaarde dat dit de kwaliteit van het onderwijs verbetert. De partij vindt ook dat universiteiten in samenwerking met gemeentes een streefgetal moeten vaststellen voor een maximum aantal internationale studenten, die ook gratis geholpen moeten worden met het vinden van een kamer. De VVD ziet de instroom van internationale studenten als een goede manier om talent aan Nederland te binden, wat bijdraagt aan de maatschappij en de kenniseconomie. Volt ziet het liefst het Erasmus+ programma verder uitgebreid worden, waardoor ook Europese hbo- en mbo-studenten makkelijker hier kunnen studeren.

GroenLinks, SP, PvdD en Bij1 schrijven niets over dit onderwerp. 

8. De alfa- en gammawetenschappen moeten meer geld krijgen en unieke studies moeten worden beschermd

Dankzij het advies van de Commissie-Van Rijn krijgen sinds 2020 bètafaculteiten meer geld ten koste van de alfa- en gammawetenschappen. En dat terwijl veel (talen)studies door teruglopende studentenaantallen al zo onder druk staan. Welke partijen verzetten zich hiertegen?

D66 en GroenLinks willen de bezuinigingen op de alfa-, gamma- en medische studies ongedaan maken, en Volt wil zelfs meer investeren in deze richtingen. Ook de SGP wil meer geld vrijmaken voor opleidingen en onderzoek binnen de geesteswetenschappen. PvdA en ChristenUnie willen dat meer investeringen in technische opleidingen hoe dan ook niet resulteren in minder budget voor studies binnen andere wetenschappelijke domeinen. Verder willen D66, GroenLinks en ChristenUnie kleine, unieke opleidingen beter beschermen tegen wegbezuiniging.

De VVD vindt juist dat de bètawetenschappen en technische studies nog verder moeten worden versterkt. De FvD heeft nog ambitieuzere plannen: die wil niet alleen dat er een sterkere focus komt op technologische opleidingen, maar wil ook werk maken van een volwaardig ruimtevaartprogramma.

PVV, CDA, SP, Denk, 50PLUS, PvdD, JA21 en Bij1 besteden in hun programma’s geen aandacht aan dit punt.


Tekst: Vincent Bongers, Pepijn Boumans, Sebastiaan van Loosbroek en Mark Reid
Illustraties: Anoushka Kloosterman

Deel dit artikel:

Lees ook

Achtergrond
‘We staan met de rug tegen de muur’, zegt het bestuur over 30 miljoen bezuinigingen
Het Leidse college van bestuur hoopt met de opheffing van de internationale bachelor psychologie de Wet Internationalisering in Balans af te wenden. ‘We moeten kiezen uit meerdere kwaden.’
Achtergrond
Israël sloopt huisjes en plant bomen om bedoeïenen te verjagen
Achtergrond
De Indonesische feminist Kartini weigerde aan het handje te lopen
Achtergrond
Hoe animator Hisko Hulsing met de realiteit speelt: ‘Als tiener was ik constant stoned’
Achtergrond
Verkiezingen: waarom je op ons moet stemmen
Download nu de Mare app voor je mobiel!
Downloaden
✕

Draai je telefoon een kwartslag, dan ziet onze site er een stuk beter uit!