Achtergrond
Vrouwen die ’s nachts alleen over straat lopen, dat vindt Jasin A. niet kunnen
Vrijdag doet de rechter uitspraak in de zaak van Jasin A. die ervan wordt verdacht twee Leidse studentes te hebben verkracht en een derde te hebben aangerand. Hoe kon zijn gedrag zo escaleren? ‘Hij moest worden gestopt.’
Vincent Bongers
donderdag 19 november 2020
Illustratie Silas.nl

Het begint met nachtelijke omzwervingen door de stad. Overdag werkt de 22-jarige Jasin A. bij de Action. In de avond heeft hij een baantje bij een sportschool. Als die sluit, gaat hij meestal niet naar zijn huis, waar hij met zijn moeder woont.

‘s Nachts is hij on the move. Op de fiets rijdt hij rondjes door het centrum van Leiden, in juli en augustus 2019 bijna elke nacht. Eerst om met vrienden te hangen, maar steeds vaker zwerft hij alleen rond. Pas vroeg in de ochtend duikt hij dan weer thuis op.

A. is de verdachte in de zedenzaak die vorig jaar tot grote onrust leidde onder Leidse studenten. Twee weken geleden stond hij voor de rechter, waar hij de officier van justitie vier jaar tegen zich hoorde eisen. Hij zou twee studentes hebben verkracht en een derde hebben aangerand. Vrijdag volgt het vonnis (UPDATE: en veroordeling).

Wie is Jasin A. en hoe kwam hij tot zijn daden?

VERKRACHTINGEN IN LEIDEN, EEN JAAR LATER

Een jaar geleden veroorzaakte een reeks van zedenzaken veel commotie onder Leidse studenten. In een drieluik blikt Mare terug op de zaak, waarin de rechter vrijdag uitspraak doet. 

In het eerste deel: hoe kon het gedrag verdachte Jasin A. zo escaleren? 

Daarna in deel twee: hoe een gezapig stadje opeens levensgevaarlijk leek (en de burgemeester onder vuur kwam te liggen) 

En tot slot: hoe kijkt burgemeester Henri Lenferink terug op de zaak? ‘Ik heb veel meegemaakt, maar dit is een van de meest vreemde zaken uit mijn loopbaan.’

A. is afkomstig uit Somalië. Als jongen van drie komt hij met zijn moeder en twee oudere broers naar Nederland. Zijn vader blijft achter, en A. heeft geen contact meer met hem. Het gezin verblijft in verschillende asielzoekerscentra. Ze vinden uiteindelijk een woning in Leiden.

‘Geen vlotte prater’

Zijn moeder krijgt in Nederland met een nieuwe partner nog een zoon en een dochter. Maar het gezin en A. leven langs elkaar heen. Zijn moeder kookt weliswaar nog voor hem, maar hij eet alleen. Hij komt en gaat weer wanneer het hem uitkomt.

Hoewel A. zelf zegt dat hij ‘niet zo’n vlotte prater is’, begint hij ’s nachts tijdens zijn tochten steeds vaker mensen aan te spreken, ook studentes. ‘Het is ironisch dat de verdachte bij de politie verklaart dat hij het niet vindt kunnen dat vrouwen ’s nachts alleen over straat lopen’, merkt de officier van justitie op tijdens de strafzaak. ‘Zijn halfzusje mag ’s nachts niet alleen naar buiten. Dat vindt hij te gevaarlijk.’

‘Zijn halfzusje mag ’s nachts niet alleen naar buiten. Dat vindt hij te gevaarlijk’

Ook de rechter lijkt de indruk te hebben dat A. best doortastend is als het gaat om het benaderen van vrouwen. ‘U zocht toenadering en dat soms lukte dat ook. Een vrouw heeft op 3 augustus met u gezoend, blijkt uit onderzoek van de politie. U hebt gechat met haar. Toen ze het contact wilde verbreken, appte u: “Dat betekent dat ik je dikke tieten niet meer kan aanraken. Je was zo horny gisteren.” Als ik dit lees, dan wist u wel van wanten.’

‘Soms probeer ik wel eens wat’, reageert A. ‘Alle ervaring die ik heb met meisjes is wat ik op online filmpjes zie.’ Maar volgens de rechter had A. al eerder een vriendin. ‘U hebt op uw achttiende een relatie gehad. Dat kan niet iedereen van uw leeftijd zeggen.’

Sportschool

A. raakt ook geïnteresseerd in de vrouwelijke bezoekers van de sportschool. Zijn telefoon bevat zowel foto’s als gegevens van leden. Hij stuurt één keer een berichtje naar een klant, maar daar kwam geen vervolg op. ‘Vanaf augustus 2019 zien we foto’s van nachtelijke seksueel getinte ontmoetingen op straat’, zegt de rechter. ‘Het gaat onder andere om afbeeldingen van borsten en billen.’

Rond die tijd neemt het aantal meldingen van zedendelicten in Leiden toe, aldus de officier. Wellicht was A. toen al actief, suggereert ze. Alleen leidt onderzoek naar zijn betrokkenheid bij andere incidenten, waaronder de aanranding van een 20-jarige vrouw op 21 juli in de Duizenddraadsteeg, niet tot beschuldigingen.

Illustratie Silas.nl

De officier is er wel zeker van dat A. op 26 oktober veel te ver gaat bij een studente op de Uiterstegracht. Ergens tussen drie en half vijf ’s nachts staat ze voor de deur van haar woning, maar ze krijgt het slot niet open. A. spreekt haar aan en zegt te willen helpen.

Als het niet lukt om binnen te komen, gaan de twee op een bankje zitten. A. begint aan de broek van de vrouw te plukken en haar te betasten. ‘Ik wilde met haar flirten en heb een arm om haar heengeslagen’, verklaart hij.

Achtervolging

Volgens de studente vraagt hij haar echter welke cupmaat ze heeft. ‘De vrouw heeft heel wat gedronken op een feestje en is supermoe’, aldus de rechter. ‘Ze weet al eerder dat het fout zit, maar deze opvallende vraag van A. schudt haar wakker. Ze duwt hem van zich af en gaat weg.’

Op de telefoon van A. staat een foto waarop hij te zien is met de duidelijk benevelde studente. ‘Het lijkt wel of ze een menselijke trofee is voor u’, merkt de rechter op. Die nacht blijft A. haar achtervolgen. Ze probeert nog bij haar woning naar binnen te komen door aan te bellen. Als haar huisgenoten niet open doen, vlucht ze met de fiets naar het station. Pas om zeven uur ’s ochtends durft ze terug naar huis te keren.

‘Altijd als ik erover praat, gaat mijn hartslag omhoog’

In eerste instantie doet ze geen aangifte omdat A. haar niet heeft tegengehouden toen ze wegliep. De gebeurtenis heeft echter een grote impact op haar. Ze is ‘heel erg geschrokken’, vertelt ze later aan de politie. ‘Ik moest heel hard huilen en elke keer als ik erover praatte, ging mijn hartslag weer omhoog.’ Na de verkrachtingen in de Hekkensteeg op 6 november en in de Doelensteeg op 4 december besluit ze om alsnog aangifte te doen.

Na de arrestatie kwam er een einde aan de piek aan meldingen in Leiden, claimt de officier. ‘Inmiddels durven mensen ’s nachts wel weer alleen over straat, maar dat geldt waarschijnlijk niet voor de slachtoffers. Een van de vrouwen heeft verteld dat ze last heeft van gevoelens van paniek, nachtmerries en herbeleving van de gebeurtenissen. Ze kan zich moeilijk concentreren en piekert veel.’

DNA-sporen

Ook studeren is voor een van de slachtoffers lastiger geworden. Ze heeft studievertraging opgelopen omdat het haar niet lukte om een aantal tentamens te halen. Ze eist een schadevergoeding van 10.700 euro. Ook wil ze 7000 euro vanwege de ‘aantasting van haar lichamelijke en persoonlijke integriteit’.

Er is veel bewijs tegen A. Naast de getuigenissen en de foto’s op zijn telefoon, zijn er DNA-sporen van A. op de slachtoffers aangetroffen. De officier noemt hem ‘een roofdier op jacht naar weerloze prooien’. Volgens haar is de kans ‘op recidive hoog’. Bovendien werden de strafbare feiten steeds ernstiger. Als hij niet was opgepakt zou het daarbij niet zijn gebleven, suggereert ze. ‘Hij moest gestopt worden door de politie.’

Illustratie Silas.nl

Tot aan zijn arrestatie, op 13 december 2019, is A. nooit in aanraking gekomen met justitie. Hij is gelovig, drinkt of rookt niet. In de eerste rapportages zegt hij vrijwel niets over zijn motieven.

Dwangmatig

Volgens de psycholoog die hem in de gevangenis heeft gesproken is A. vrij timide en naïef. Ook heeft hij een achterstand in zijn sociale en seksuele ontwikkeling. Thuis is het onderwerp seks taboe. Seks voor het huwelijk is al helemaal niet toegestaan, verklaart A. als hij vastzit. Masturberen is zijn enige manier om zijn seksualiteit te uiten, en dat deed hij dan ook bijna dwangmatig, citeert de officier van justitie uit de rapportage.

‘Eenzaamheid en depressie waren ook drijfveren om ’s nachts contact te zoeken met vrouwen. Ook beweert hij signalen van de slachtoffers verkeerd begrepen hebben, mogelijk speelden ze ‘hard to get’.

‘Er zit een deksel van schaamte op mijn cliënt’

Tijdens de zitting zegt hij nauwelijks iets. ‘Er zit een deksel van schaamte op bij mijn cliënt’, verklaart zijn advocaat. A. erkent dat hij de vrouwen heeft aangesproken en dat hij hun billen en wellicht ook hun borsten heeft aangeraakt. Dat hij hen met geweld in hun schaamstreek betast heeft, ontkent hij.

De rechtbank wil echter heel graag van A. meer horen over wat er volgens hem tijdens de drie incidenten is gebeurd. ‘Ik wil u nog een laatste gelegenheid geven om terug te komen op uw verklaringen’, dringt de rechter aan.

‘U bent gelovig. Wilt u niet in het reine komen met uzelf en uw god?’

A. geeft echter geen krimp.

Jeugd- of volwassenenstrafrecht?

Valt verdachte Jasin A. (22) onder het jeugd- of volwassenenstrafrecht? Die vraag kwam tijdens zijn rechtszaak aan de orde.

De psycholoog die A. in de gevangenis onderzocht, pleitte voor het eerste, net als de advocaat van de verdachte. Volgens de reclassering en het Openbaar Ministerie is het gedrag van de verdachte echter ‘leeftijdsadequaat’. Hoe zit dat precies?

‘Je kunt het minderjarige strafrecht ook bij een volwassen verdachte toepassen’, zegt Marije Jeltes, docent jeugdrecht aan de Universiteit Leiden en rechter-plaatsvervanger jeugdrecht. ‘Dit zogenoemde adolescentenstrafrecht kan gelden van 18 tot en met 22 jaar. De achtergrond is dat de hersenen zich nog blijven doorontwikkelingen tot ongeveer het 25e levensjaar. Uitgaan van die leeftijd vond de wetgever blijkbaar te gortig. Door deze regeling kan er wel rekening mee gehouden worden dat mensen tot 23 jaar nog in ontwikkeling zijn, impulsiever zijn en gevoeliger zijn voor groepsdruk.

‘Er zijn wel eisen aan verbonden. De persoonlijkheid van de verdachte moet daar aanleiding toe geven, of de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd. Hij is wellicht nog vatbaar voor interventies, en moet daar open voor staan. Het gaat mogelijk om een ontwikkelingsachterstand, die kan worden behandeld.

‘De duur van detentie die in het jeugdrecht kan worden opgelegd is korter. In theorie zou deze verdachte als hij veroordeeld wordt voor twee verkrachtingen maximaal zestien jaar gevangenisstraf kunnen krijgen als hij onder het volwassenenstrafrecht valt. In het jeugdstrafrecht is dat maximaal twee jaar jeugddetentie.’

De eis van de officier is nu vier jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk. Met daarnaast nog een proeftijd van vijf jaar, gekoppeld aan een reeks strenge voorwaarden. Jeltes: ‘In het jeugdrecht is er dus een straf van maximaal twee jaar mogelijk. Mocht je als officier toch een jaar voorwaardelijk willen opnemen in de eis - als een stevige stok achter de deur - dan zou deze verdachte nu al weer bijna vrijkomen. Hij zit namelijk al sinds medio december 2019 in voorarrest.

‘De officier vindt het blijkbaar nog te vroeg om de verdachte nu al op vrije voeten te stellen of een kortere voorwaardelijke straf te eisen. In het kader van vergelding moet de verdachte het in de optiek van de officier van justitie, die de slachtoffers vertegenwoordigt, wel voelen. Nog een ander punt bij het jeugdstrafrecht is dat de proeftijd niet langer dan twee jaar kan duren. Bij volwassenen is dat maximaal drie en in bepaalde gevallen zelfs tien jaar.’