Op 7 november 2025, slechts enkele weken voor de viering van vijftig jaar onafhankelijkheid van Suriname op 25 november, is oud-president Venetiaan op 89-jarige leeftijd, in Paramaribo overleden.
Runaldo Ronald Venetiaan werd daar op 18 juni 1936 geboren. Het lager en middelbaar onderwijs doorliep hij in Suriname, waarna hij voor zijn studie naar Nederland verhuisde. Daar behaalde hij in 1964 aan de Rijksuniversiteit Leiden zijn doctoraalexamen wis- en natuurkunde.
Augustinus
Tijdens zijn studie was hij lid van de L.V.V.S. Augustinus en actief in kringen van nationalistische Surinaamse studenten. Na zijn terugkeer werkte hij in het onderwijs, eerst als leraar wis- en natuurkunde en vanaf 1969 als directeur van de Algemene Middelbare School.
Venetiaan was een overtuigde nationalist; hij ijverde al in zijn studententijd voor de onafhankelijkheid van Suriname. Hij had als minister van Onderwijs en Volksontwikkeling zitting in het eerste kabinet-Arron (1973-1977), dat in nauwe samenspraak met het kabinet-Den Uyl de soevereiniteitsoverdracht tot stand bracht (25 november 1975).
In het tweede kabinet-Arron had Venetiaan dezelfde portefeuille; dit kabinet werd in 1980 opzijgeschoven met de militaire coup van Desiré Delano (Desi) Bouterse. Na een maandenlang huisarrest ging Venetiaan doceren aan de Anton de Kom Universiteit. Hij bleef, voor zover mogelijk, politiek actief en droeg zo bij aan het herstel van de democratie, in 1987. In dat jaar werd hij opnieuw minister van Onderwijs en Volksontwikkeling.
President van Suriname
Na een kort militair intermezzo werd hij in 1991 in vrije verkiezingen verkozen tot president van de Republiek Suriname (1991-1996). Hij werd nog tweemaal voor deze functie verkozen, en diende in die functie van 2000 tot 2010. Nadat Bouterse de verkiezingen van 2010 won, had Venetiaan tot 2013 zitting in het Surinaamse parlement.
Het streven naar de onafhankelijkheid was in Suriname zelf omstreden; er was kritiek op de wijze waarop de kabinetten-Arron en -Den Uyl de soevereiniteitsoverdracht in minder dan twee jaar regelden, tegen de wens van de oppositie. Dit neemt niet weg dat Venetiaan in 1991, en opnieuw in 2000 en 2005, met de steun van leiders van diezelfde oppositie van weleer de gezamenlijke verkiezingslijst aanvoerde en hij als de driemaal gekozen democratische president de bijnaam ‘Papa Venetiaan’ kreeg.
In die zin was hij de verpersoonlijking van het verzet tegen Bouterse en het gezicht van de terugkeer naar democratie en rechtsstaat. Bij zijn aantreden als president werd hij geroemd als integer (‘de man met tien schone vingers’) en die reputatie heeft hij behouden, ook al was er kritiek op zijn effectiviteit als president.
Kritische houding
Vanuit zijn nationalisme, mede gevoed door zijn diepe besef van de koloniale en slavernijgeschiedenis van zijn land, heeft Ronald Venetiaan meermalen, als politicus en ook in literaire teksten (al vanaf zijn Leidse tijd schreef hij gedichten, liedjes en cabaretteksten), blijk gegeven van een kritische houding tegenover de voormalige kolonisator en vooral tegenover Nederlands paternalisme.
Dat neemt niet weg dat hij in 1978 werd onderscheiden als Ridder Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau, en als president meermalen werd ontvangen door het staatshoofd en opeenvolgende kabinetten. Na zijn overlijden betuigden koning Willem-Alexander en koningin Máxima hun respect en roemden zij het vermogen van Venetiaan om ‘bevolkingsgroepen met elkaar te verbinden’ en zijn inzet voor ‘de rechtsstaat en goed bestuur in zijn geliefde land’.
De rode draad tijdens zijn lange politieke loopbaan is zijn consistent opkomen voor de rechten en belangen van de Surinaamse natie, de democratie, de rechtsstaat en integer bestuur.
Op deze wijze heeft Ronald Venetiaan op zijn kalme manier een uitzonderlijke wijze bijdrage geleverd aan het hoog houden van het devies van de Universiteit Leiden, ‘praesidium libertatis’. Alle reden om het leven en werk van deze Leidse alumnus te eren!
Gert Oostindie en Nico Schrijver zijn respectievelijk emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis en emeritus hoogleraar volkenrecht van de Universiteit Leiden