‘Hier stond het kastje, weet je nog?’, vraagt de 33-jarige Perla Joy aan haar zus Aurora (35) in de film Blauwdruk. Met tape reconstrueren ze op een blauwe vloer de contouren van hun ouderlijk huis voordat het een plaats delict werd. Aurora: ‘O, ja! Die lange, bruine. Maar de parkiet stond niet naast de deur, die stond naast de open haard.’
De film werd dinsdagavond vertoond in het gebouw Schouwburgstraat van de Haagse faculteit, waarna documentairemaker Sara Kolster en een van de hoofdpersonen vragen uit de zaal beantwoordden. De vertoning markeerde de aftrap van een nieuwe reeks filmavonden aan de faculteit, samen met de start van Orange the World, de wereldwijde campagne tegen geweld tegen vrouwen.
Als Perla zestien jaar is, wordt ze midden in de nacht wakker van harde knallen. ‘Ik wist meteen dat er iets niet goed was: er is iets met mijn moeder gebeurd.’ Ze loopt haar kamer uit, hoort haar vader beneden rommelen en vraagt aan hem wat er is gebeurd. ‘Niets’, reageert hij. ‘Ga maar slapen.’
‘Mama is dood’
Perla’s kamer grenst direct aan die van haar ouders. Ze ontdekt het levenloze lichaam van haar moeder. ‘Ik voelde meteen paniek: wat als mijn vader terugkomt?’ Ze belt de politie en sluit zich op in het toilet.
Aurora slaapt die nacht bij een vriendinnetje. ‘Perla belde mij: “Mama is dood.” Je kunt je niet voorstellen hoe dat is.’ Het derde zusje van dertien jaar was die nacht met haar koptelefoon op in slaap gevallen, dus van de knallen had zij niets meegekregen.
Een half uur nadat Perla haar moeder heeft gevonden, is ze met haar jongere zusje op weg naar het politiebureau. ‘We werden in pyjama en met blote voeten in de auto gezet. Naar hetzelfde politiebureau als mijn vader, ik zag zijn jas liggen.’
De zusjes worden uit elkaar gehaald, moeten hun pyjama’s verruilen voor witte overalls en geven hun vingerafdrukken af. ‘Er was niemand bij ons. Je wordt behandeld als iemand die iets fout heeft gedaan.’
Aurora, met tranen in haar ogen: ‘Ze hebben mijn jongere zusjes alle twee opgesloten in een cel. Ik denk dat dat heel traumatisch is geweest: je verliest beide ouders en dan kan je niet met elkaar zijn.’ Acht uur zitten de tieners vast.
De schaamte heeft de zusjes lange tijd achtervolgd. ‘Ik werd wees, maar mijn vader leefde nog’, zegt Perla. ‘
Niemand zag het aankomen. Je verwacht het bij mensen waar dagelijks geweld plaatsvindt. Ik dacht dat we een normaal gezin waren. Maar wat is normaal?’
Boodschap
Het woord ‘spijt’ heeft hun vader nooit gebruikt. ‘Wel zegt hij dat hij ons iets vreselijks heeft aangedaan. Zie ik hem als dader? Ik zie hem als iemand die ook dingen mee heeft gekregen van zijn jeugd en niet de capaciteit heeft gehad om zijn eigen pijn, verdriet en trauma’s aan te kunnen kijken. Hij is je vader, maar ook de reden dat je moeder er niet meer is. Hoe ga je ermee om als kind dat iemand iets verschrikkelijks doet, maar dat je nog steeds liefde voelt voor diegene en diegene ook nog steeds liefde wil geven?’
Perla ontmoet voor de documentaire lotgenoten Roser (47) en Maeve (59), ook zij tekenen met tape de plattegrond van hun ouderlijk huis. ‘Ik krijg het gevoel dat ik hier niet meer mag zijn’, vertelt Roser als ze de blauwdruk binnenstapt. ‘We moesten weg en terugkomen mocht niet meer.’
De dag voor de moord op haar moeder, komt de zevenjarige Roser haar vader tegen op straat. Haar ouders zijn op dat moment gescheiden. ‘Ga maar naar huis en vertel maar aan je moeder dat morgen de dag is dat het echt gaat gebeuren.’ Het kleine meisje gaat meteen naar huis en geeft de boodschap door.
Roser: ‘Toen ze me naar school bracht de volgende morgen en afscheid van me nam, werd ze wat onrustiger. Ze ging op haar knieën voor me zitten en vertelde me dat ze altijd bij me zou blijven.’ Roser, die zelf aanwezig is in de zaal op de voorste rij, huilt als ze naar de beelden kijkt.
Als zij op school is afgezet, gaat haar vader langs bij haar moeder. Ze spreken elkaar kort via het raam, dan schiet hij eerst de nieuwe vriend van haar moeder dood en daarna ook haar.
‘Ik hield niet van mijn moeder’, zegt Maeve tegen Roser in de film. ‘Ik voel dat ik er een beetje buiten val. Ik bleef het liefst een heel eind uit haar buurt.’ Foto’s van haar beide ouders heeft ze allemaal weggegooid.
Blote handen
Maeve is veertien als haar moeder aankondigt te willen scheiden van haar vader. Na de scheiding rijdt hij constant rondjes rond de nieuwe flat van haar moeder. ‘Tegenwoordig noemen we dat stalken, toen zeiden we nog dat hij het recht had om daar te rijden.’
Als Maeve thuiskomt op vrijdag de dertiende, drie dagen na de 35e verjaardag van haar moeder, ziet ze politieagenten voor de deur. ‘Toen ze vertelden wat er was gebeurd, kon ik het niet geloven. Dit zou hij nooit doen, dacht ik. Maar hij heeft haar echt vermoord. Niet met een mes, maar gewoon met zijn blote handen.’
De vier vrouwen trekken de tape van de vloer, in beeld verschijnt: ‘In Nederland wordt elke twee weken een vrouw door haar (ex)partner gedood. Elk jaar verliezen zo’n 25 kinderen hun vader, moeder en thuis.’
In de zaal is het bijna helemaal stil, je hoort alleen hier en daar gesnik. Kolster en Roser nemen plaats op een kruk.
Verwerking
‘Ik ben zelf getuige geweest van femicide toen ik zes was’, klinkt het voor in de zaal. ‘Wat heeft het jou gebracht om hieraan mee te doen?’
Roser begint te huilen. ‘Het raakt me dat jij dit ook mee hebt moeten maken. Het was voor mij de eerste keer dat ik met dit thema aan de slag ging. Ik dacht: ik maak gewoon een plattegrond, maar ineens was ik weer kind. Ik heb dit alles beleefd vanuit mezelf als kind, dat heeft er lang niet mogen zijn. Het heeft me een stukje verwerking gegeven.’ Het publiek applaudisseert.
De avond wordt afgesloten met de overhandiging van het plan van aanpak van de Federatie Nabestaanden Geweldsslachtoffers aan staatssecretaris Arno Rutte van Justitie en Veiligheid. ‘De tijd van wegkijken en onwetendheid is voorbij’, zegt hij. Hij benadrukt dat slachtoffers meer centraal moeten staan in beleid. ‘Wat doen we mensen aan’, vraagt hij zich hardop af, onder andere refererend aan de achttienjarige Aurora, die opeens zeshonderd euro aan zorgverzekering moest betalen en niemand had om haar te helpen. Ook doelt hij op de kinderen die soms gedwongen contact met hun vader moeten onderhouden. ‘Wat voor eenzaamheid moet ze hebben gevoeld. We zijn voorbij aan de onwetendheid. Als we nu niets doen, wordt het onwil.’
Meer filmvertoningen: Blauwe ballen en andere verkrachtingsmythes, 2 december; VIVAS, 9 december, 17.00-19.30 uur, zaal 0.06, Schouwburgstraat 2