‘Vandaag is de sterfdag van mijn vader. Hij overleed in 1991. Dit is de eerste keer dat ik zijn graf in onze woonplaats Taroesa niet kan bezoeken. Ik was heel close met hem. Op zo’n moment voel ik echt dat er iets is misgegaan.’
De Russische schrijver Maxim Osipov (58) zit op het terras van de Faculty Club van de universiteit en legt een pakje Amphora Original pijptabak op de tafel. ‘Je mag hier niet roken zeker? Ik wil mijn carrière in Leiden niet beginnen met een incident.’ Sinds deze maand is Osipov gastschrijver in Leiden. Hij geeft colleges over Russische literatuur in de negentiende en twintigste eeuw. Vanavond geeft hij een lezing in het Academiegebouw (zie kader).
Ondanks de pijn (‘Ik mis mijn vrienden’) was het noodzakelijk om samen met zijn vrouw Rusland te ontvluchten, zegt hij. ‘Het idee de rest van ons leven in een fascistische staat te wonen stond ons helemaal niet aan. Het was duidelijk dat we niet genoeg lucht meer kregen. Als je niet meer kunt ademen, moet je maken dat je wegkomt. De oorlog in Oekraïne was een duidelijk teken dat we nu echt moesten vertrekken.’
Over de ontwikkelingen in zijn land is Osipov duidelijk. ‘Het is echt een schande wat er gebeurt. Voor de Oekraïense vluchtelingen die we tegenkomen hebben we veel sympathie, maar we voelen ook schaamte. Het project genaamd Rusland, waar duizend jaar aan is gewerkt, is een complete mislukking. Je kunt wel zeggen dat leiders oorlogen beginnen, en niet de bevolking, maar dat is een slap excuus. Het zal een tijd duren voordat we erachter zijn waar de schuld precies ligt. Is het geworteld in de Russische cultuur zelf?’
De oorlog moet volgens hem eindigen met een overwinning van Oekraïne.
‘Dit conflict zou zelfs kunnen leiden tot een burgeroorlog in Rusland. De kans is best groot dat het land uit elkaar valt.’ Het Westen moet volgens hem de druk op Rusland vergroten. ‘Stop met het kopen van Poetins gas. Nu stromen er nog elke dag miljarden euro’s naar hem toe.’
Ziekenhuis
Osipov begon pas op latere leeftijd met het schrijven van verhalen. Hij werkte in Taroesa in een ziekenhuis met weinig voorzieningen, waar hij het met veel tegenwerking van de autoriteiten voor elkaar kreeg om een cardiologieafdeling op te zetten.
Het reilen en zeilen van het ziekenhuis maakte het ook moeilijk om te vertrekken. Ik probeer het nog zoveel mogelijk te ondersteunen, maar heb er nu veel minder invloed. We kunnen niet eens geld sturen.’
Tekst gaat door onder kader
De titel van de lezing die Maxim Osipov vanavond geeft is What Makes a Good Story Good?
‘Vorig jaar november was ik op uitnodiging van het Letterenfonds writer in residence in Amsterdam. Ik woonde aan het Merwedeplein en regelde een Uber om daar te komen. De chauffeur, een Marokkaanse jongeman, kende het adres. Hij wist dat daar vaak schrijvers verbleven en vroeg of ik ook auteur was. Toen ik dat bevestigde, bestelde hij prompt, terwijl we aan het rijden waren, mijn boek. Dat was echt cool. We hebben na de rit nog twintig minuten met elkaar gepraat, het was een mooie ontmoeting. Toen vroeg hij: “What makes a good story good?” Die vraag vond ik een prima titel voor de lezing. Ik zal het over plot en stijl hebben, maar personages zijn voor mij het belangrijkste. De mensen in het verhaal moeten tot leven komen. Je moet wat voor ze voelen.’
Maxim Osipov, What Makes a Good Story Good? Reflections from behind the Writing Desk. donderdag 8 september, Academiegebouw, 19.00 uur
De bizarre situaties die hij er soms meemaakte, zette hem aan tot schrijven. ‘Ik hield al wel een dagboek bij en maakte korte schetsjes.’ Later ontwikkelden die vingeroefeningen zich tot verhalen. ‘Dat ging per ongeluk, althans zo leek het. Een goede vriend van mij overleed in 2005. Toen liet ik zijn vrouw fragmenten uit het dagboek lezen die betrekking hadden op hem, gewoon om het met haar te delen. Ze mocht het aan niemand anders laten zien. Ze liet het echter iedereen lezen.’
Dat leidde uiteindelijk tot een publicatie bij een uitgeverij.
In zijn werk schetst hij onder andere de idiote regels die gezagsdragers in Rusland opstellen. Zo moeten geamputeerde ledematen begraven worden op een begraafplaats. Patiënten die een amputatie ondergaan komen later hun afgezette been echter niet ophalen in het ziekenhuis. ‘Op een bepaald moment lag er een stapel van zeven benen in het mortuarium’, schrijft hij. Uiteindelijk eindigden die benen in het graf van een overleden dakloze. Zo werden de lichaamsdelen op kosten van de staat en zonder getuigen alsnog geloosd.
Drang om te schrijven
Als zo’n verhaal in zijn hoofd ongeveer voor de helft af is, gaat hij schrijven, vertelt Osipov. ‘De aandrang is er dan plots. Het is haast als een alcoholist die drank nodig heeft. Als ik eenmaal schrijf, ben ik er 24/7 mee bezig. Het gebeurt gewoon en ik kan het overal doen. Het is bij mij geen gedisciplineerde ambacht, en eigenlijk is dat wel een probleem.’
Medio oktober verschijnt zijn tweede in het Nederlands vertaalde verhalenbundel Kilometer 101, bij Van Oorschot. De titel verwijst naar de locatie van Taroesa, dat 101 kilometer onder Moskou ligt. Die afstand is belangrijk: ongewenste personen, zoals dissidenten en vrijgelaten gevangenen, moesten verder dan 100 kilometer van Moskou wonen.
‘Mijn overgrootvader was ook arts en werd tijdens Stalins regime gevangen gezet.’ Hij werd er valselijk van beschuldigd een moord te hebben beraamd. ‘Na zijn detentie woonde hij in Taroesa. Daar ontstond een bijzondere gemeenschap van ex-gevangenen en kunstenaars.’
Vooralsnog richt hij zich alleen nog op korte verhalen, maar hij zou ook graag een roman schrijven. ‘Ik heb er nog niet het uithoudingsvermogen voor. Misschien ben ik ook wel gewoon te lui.’
Als gastschrijver in Leiden heeft hij er in ieder geval nauwelijks tijd voor. ‘Ik heb eerder wel onderwijs gegeven aan geneeskundestudenten. Het doel is nu echter om de liefde voor Russische literatuur over te brengen en ervoor te zorgen dat de studenten van de boeken gaan houden. Dat is toch anders dan droog uitleggen hoe het hart werkt.’
Terugkeer
Terwijl hij naar het station wandelt – er wacht nog een afspraak met zijn Amsterdamse uitgever – vertelt hij over de mogelijkheid om ooit weer terug te keren naar Rusland. ‘Uiteraard zou het fantastisch zijn, maar of het ervan komt, betwijfel ik. Ik vermoed niet dat ik Rusland weer zal bezoeken voordat politiek activist Aleksej Navalny vrij is. Dat zal veel zaken veranderen.’
Navalny werd door de geheime dienst FSB met het zenuwgif novitsjok vergiftigd, en overleefde die aanslag. Desondanks keerde hij terug naar Rusland en kreeg een gevangenisstraf van in totaal 11,5 jaar.
‘Het was een mirakel dat hij de vergiftiging overleefde. Om politiek relevant te blijven moest hij ook wel terug naar Rusland. Verzet vanuit het buitenland werkt niet. Navalny is heel belangrijk voor mij en anderen, een symbool van protest. Hij is een moedig man.’
Aangekomen bij Leiden Centraal wacht een fijne verrassing: zijn trein vertrekt pas over een kwartier. ‘Aaah, dan kan ik toch nog roken!’ Eindelijk kan de vlam in de pijp.
