Waarom staan die beelden er nog en wat betekent dat?
‘De kritiek van activisten op standbeelden van kopstukken uit de Geconfedereerde Staten (ten tijde van de Burgeroorlog de pro-slavernijstaten, red.) bestaat al veel langer’, legt Rao uit. ‘Ze worden gezien als symbolen van witte overheersing en een voortzetting van de burgeroorlog. Ze vertellen eigenlijk een leugen: de Zuidelijke staten kwamen als overwinnaars uit de oorlog.’
Wanneer in 2015 op de Universiteit van Kaapstad een protestactie ontstaat om het standbeeld van Britse mijnmagnaat en politicus Cecil Rhodes van de campus te verwijderen, wekt dat de interesse van onderzoeker en schrijver Rahul Rao, die eerder als wetenschapper profiteerde van een beurs vernoemd naar dezelfde man.
Rhodes had met moord en bedrog grote stukken van Zuid-Afrika weten te bemachtigen en zette zich in voor een superieure positie van het Anglo-Saxische ras. De beweging Rhodes Must Fall zorgt er in korte tijd voor dat zijn standbeeld verdwijnt, wat door de activisten uitbundig wordt gevierd.
In het boek The Psychic Lives of Statues: Reckoning with the Rubble of Empire beschrijft Rao hoe standbeelden omver werden geworpen en er weer nieuwe verschenen. Maandag geeft hij er een lezing over aan de universiteit. ‘Een specifiek verhaal over het verleden wordt bevroren in de tijd met de waarden en opvattingen van dat moment. Maar nieuwe ideeën over moraliteit en het verleden veranderen onze blik op wat er is gebeurd. Het is voor samenlevingen belangrijk om het oude verhaal daarop aan te kunnen passen.’
Ophef
Ophef over beelden draait vaak om meer dan alleen de verbeelde personen, zo ook in Zuid-Afrika. Het ging de studenten niet over het beeld, noch over Rhodes, aldus Roa. ‘Activisten kiezen specifieke koloniale symbolen waarmee zij zeggen dat het verleden niet in het verleden ligt: de gevolgen zijn vandaag nog voelbaar. Het standbeeld symboliseerde voor hen het erfgoed van de apartheid, het eurocentrische wereldbeeld en de onderrepresentatie van zwarte studenten.’
Volgens de onderzoeker is het goed om juist de verhalen van de mensen die het niet zelf kunnen vertellen boven water te halen. ‘Het is net als die bekende uitspraak: geschiedenis is het verhaal dat de winnaars vertellen.’
Maar hoe kunnen standbeelden opnieuw worden geïnterpreteerd? ‘Dat kan op veel verschillende manieren, maar het moet slim worden aangepakt. Een klein plaquette naast een enorm standbeeld plaatsen lukt bijvoorbeeld niet altijd om de macht ervan te ondermijnen. Verplaatsing naar een museum werkt niet ook altijd. Dat kan een nieuwe plek worden waar het beeld op dezelfde manier wordt verheerlijkt.’
Het jaar 2020 was een belangrijke aanjager voor een beeldenstorm, betoogt hij. De coronapandemie raakte alle lagen van de samenleving wereldwijd en hield volgens een spiegel voor van racisme en ongelijkheid, met als gevolg een groeiende belangstelling voor de Black Lives Matter. In de protesten die volgden, groeide kritiek op beelden die voorvaders van de slavernij verheerlijken.
‘Ik heb veel video’s bekeken van het neerhalen en vernielen van standbeelden. De vreugde onder de menigte was echt indrukwekkend om te zien. Het vernielen van het standbeeld leek een louterend effect op mensen te hebben. Ze corrigeren op een geweldloze manier het verhaal dat de samenleving over zichzelf vertelt. Niemand raakt erbij gewond.’
Standbeeldbegraafplaats
Het kan ook anders, bleek bij de onafhankelijkheid van India. Jawaharlal Nehru, de eerste premier van India, was terughoudend bij het vernielen van standbeelden van de voormalige Britse overheersers. Er was niet zozeer sprake van opstand maar van ‘verwaarlozing’: de meeste beelden belandden op standbeeldbegraafplaatsen. ‘In enkele gevallen zijn ze teruggekocht door Groot-Brittannië, die wilde zorgen dat haar ineenstortende autoriteit zo min mogelijk zichtbaar was.’
Toch vertellen ook de standbeelden in India een bijzonder verhaal over de machtsstructuren van het land. ‘De politieke breuklijnen waren al verschoven: politieke tegenstellingen bestaan tussen religies en kasten, niet meer tussen kolonialist en gekoloniseerde.’ Met de komst van representatieve democratie, groeide de belangstelling om de grote verscheidenheid aan religieuze en sociale gemeenschappen vertegenwoordigd te zien in de publieke ruimte. Dit leidde tot een soort standbeeldenwedloop: ‘Het begon bij de Dalit-beweging (mensen uit de laagste treden van het kastensysteem, red.). In het midden van de twintigste eeuw bouwden zij steeds meer en grotere standbeelden van hun belangrijkste leider: Bhimrao Ambedkar. Zij gebruiken de beelden om een gevoel van waardigheid en trots in hun geschiedenis terug te winnen en laten zien dat zij er ook bij horen.’ Gevolg: ‘De rechtse Hindu-elite begon daarmee te concurreren. Je ziet een rivaliteit die gaat over kasten en religie: wie weet het grootste standbeeld te bouwen?’
Rahul Rao, The Psychic Lives of Statues: Reckoning with the Rubble of Empire. Rao geeft op maandag 17 november een lezing in Herta Mohr, zaal 0.12, 15:30 - 17:00 uur
‘India, en de rest van de wereld, staat vol met standbeelden van Gandhi’, vertelt Rahul Rao.
De vrijheidsstrijder staat voor velen gelijk aan geweldloosheid en wordt gebruikt als onlosmakelijk symbool voor zijn land van herkomst. Maar de grootsheid die Gandhi wordt toegedicht, geeft volgens Rao geen accuraat beeld van wie hij was en waar hij voor stond, nog afgezien van Gandhi’s eigen afkeer van persoonsverheerlijking en seculiere standbeelden: die zouden voor verdeeldheid zorgen.
Rao: ‘Hij wordt terecht beschuldigd van racisme, kasteïsme (discriminatie op basis van de kaste waar je in zit, red.) en vrouwenhaat. Hij heeft twintig jaar van zijn leven in Zuid-Afrika doorgebracht maar was daar meer geïnteresseerd in het opnieuw onderhandelen over de positie van Indiërs dan elke vorm van raciale hiërarchie af te wijzen en de zwarte Zuid-Afrikanen te steunen. Maar de overheid schenkt standbeelden van Gandhi aan andere landen met het doel de macht en invloed van India in de wereld te laten zien.’