Achtergrond
Zijn er taboes in de collegezaal? ‘Onze studenten zijn de veiligste mensen ter wereld’
Kan elk onderwerp worden besproken in de collegezaal? Docenten en bestuurders gingen daar dinsdagmiddag met elkaar over in gesprek. ‘Hoe kan ik mijn studenten vragen zich altijd uit te spreken, als de universiteit controversiële sprekers niet uitnodigt?’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 27 november 2025
Foto Taco van der Eb

‘Het is een open deur, maar toch hebben we de afgelopen jaren gemerkt dat we een aantal regels voor een respectvol debat moeten expliciteren’, begint universiteitshistoricus Pieter Slaman dinsdagmiddag in PLNT. Hij is tevens de organisator van het debat Academische vrijheid maken, waar een schamele twintig docenten, bestuurders en andere medewerkers op zijn afgekomen. 

Tussen de deelnemers zitten weinig verrassende gezichten, maar vooral de ‘usual suspects’, zoals ze ook zichzelf later deze middag zullen noemen bij de evaluatie. Dat zijn onder meer rector Hester Bijl, hoogleraar Koreastudies Remco Breuker, ex-lid van het kernteam Academische Vrijheid Sense Jan van der Molen, universitair docent Looi van Kessel die werkt in het door radicaalrechts bekritiseerde onderzoeksgebied genderstudies en oud-rector Douwe Breimer. 

‘Laat elkaar uitpraten, ga niet op de persoon, respecteer elkaars denkbeelden en als je iemand iets hoort zeggen wat in jouw ogen uitzinnig is, kun je die persoon nog steeds waarderen voor wie hij of zij is’, licht Slaman de regels toe voordat de deelnemers zich in groepjes verdelen. 

De pers wordt gevraagd personen anoniem te citeren, ‘zodat mensen zich vrij kunnen voelen om zich ook over heel gevoelige onderwerpen te uiten’. Dat blijkt nog best ingewikkeld, omdat sommige deelnemers hun voorbeelden óók niet in de krant willen teruglezen ‘in verband met herleidbaarheid’.  

Mare deed toch een poging en schoof aan bij een van de groepjes. De stelling: geloof je dat er taboes zijn binnen onze academische gemeenschap?

‘Ik hoor studenten zeggen: “Het is hier zo dominant rechts - of juist links - dat ik er niet tegenin durf te gaan”’

‘Er zijn zeker taboes en ik denk ook dat die er moeten zijn’, stelt een hoogleraar geschiedenis. ‘Maar veel hebben we niet vastgelegd. Er staat niet in mijn contract dat ik niet dronken op het werk mag verschijnen of college geef in zwemkleding. We weten vaak dat iets sociaal gezien geen goed idee is, maar de grens die daaraan gesteld moet worden is heel vaag. Een mannelijke collega die vrouwen niet laat uitpraten, zou in sommige delen van deze universiteit geen taboe kunnen zijn, en in andere delen wel. Maar daar verzinnen we geen regels voor.’

‘Waar ik me de meeste zorgen over maak, is het taboe om impliciete taboes te bespreken’, zegt een bestuurder. ‘Ik denk dat er afdelingen zijn waar een dominante wetenschappelijke of politieke visie heerst, zoals Het Gangetje bij rechten of Area Studies bij Geesteswetenschappen. Ik hoor studenten weleens zeggen: “Het is hier zo dominant rechts - of juist links - dat ik er niet tegenin durf te gaan.” Maar dat durven we niet expliciet te bespreken.’

Een docent vertelt over een student die zich heel actief opstelde in de discussies in de klas, maar pas veel later vertelde dat ze uit Israël kwam. ‘Het was voor haar een taboe om uit te spreken dat ze daar vandaan kwam, omdat ze eerst als volwaardige gesprekspartner wilde worden gezien en de rest van de groep haar zou waarderen op basis van haar intelligentie.’ Volgens de docent was dat haar eigen keuze. ‘Het is een manier van zelfcensuur, een tactiek om gehoord te worden.’

‘Als iemand iets prikkelends zegt, rollen sommige studenten met hun ogen of zuchten afkeurend’

Die tactiek pakte goed uit: de groep bleef haar als volwaardig gesprekspartner zien. ‘De onderwerpen bleken dus niet zozeer het taboe, maar er was ruimte nodig om elkaar eerst beter te leren kennen.’

Een universitair docent bij Regiostudies merkt op dat studenten elkaar niet met woorden, maar non-verbaal bestrijden. ‘Als iemand iets prikkelends zegt, rollen ze met hun ogen of zuchten afkeurend. Wij docenten moeten hen sanctioneren voor dat soort micro-agressies en hen uitdagen hun weerwoord op tafel te leggen.’ Ook wenst ze dat studenten zelf elkaar daarop aanspreken.

Daar zit wel een obstakel, vindt ze. ‘Hoe kan ik tegen mijn studenten zeggen dat ze zich altijd moeten uitspreken, als de universiteit controversiële sprekers niet uitnodigt omdat het te polariserend of riskant zou zijn?’

Volgens haar is het daarom nodig dat docenten zich opstellen als ‘custodians of plurality’, ofwel hoeders van pluriformiteit. ‘De beste plek om als docent te staan is in het midden.’

De deelnemers zijn het erover eens dat het best mag schuren in de klas. ‘Een veilige omgeving creëren betekent niet dat studenten niet uit hun comfortzone hoeven te stappen’, aldus een bestuurder. Maar dat is soms lastig, erkent een docent. ‘Het komt er vaak op neer dat je voorzichtig blijft en allerlei potentieel gevoelige informatie met een trigger warning aankondigt.’

Een hoogleraar geschiedenis ziet dat anders: ‘Onze studenten zijn de veiligste mensen ter wereld, maar we zijn er ook om hun wereld groter te maken.’