‘De onderdrukking zit al in de naam Xinjiang’, vertelt de etnisch Oezbeekse Kalbinur Sidik (55). ‘Voor ons het Oost-Turkestan. Xinjiang is de naam die de Chinese overheid heeft gegeven aan het land waar ik vandaan kom.’
Sidik is te gast op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) waar de film Eyes of the Machine is te zien. De documentaire gaat over hoe de Chinese overheid de Oeigoeren en hun cultuur systematisch verwoest. Het verhaal van Sidik is essentieel voor de film: zij is een van de weinigen die in de kampen is geweest en het kan navertellen.
‘Het is heel raar’, zegt ze in het café van het Tuschinski filmtheater in Amsterdam. ‘Als ik naar de documentaire kijk, moet ik huilen om mijn eigen verhaal. Gisteren waren we in de grote zaal van Tuschinski en dat was heel indrukwekkend. Na de voorstelling krijg ik veel vragen en steun van het publiek. Dat is zo ontzettend fijn.’
Donderdag is ze een van de sprekers op een symposium in het Kamerlingh Onnes Gebouw over de Oeigoerse genocide. De islamitische bevolkingsgroep in de regio wordt gediscrimineerd en vervolgd omdat ze volgens de Chinese overheid een gevaar vormt voor terrorisme. Honderdduizenden Oeigoeren zijn vastgezet in wat de Chinezen ‘heropvoedingskampen’ noemen.
Gehersenspoeld
‘De helft van de Oeigoeren wordt gehersenspoeld, de andere helft vermoord, waarna hun organen worden geroofd’, zegt Sidik. ‘Oost-Turkestan heeft olie en veel soorten zeldzame aardmetalen. De Chinezen vinden het moeilijk dat het gebied niet volledig onder hun controle staat. De Oeigoeren hielden te veel vast aan hun eigen identiteit. Daarom zijn ze in kampen opgesloten.’
Sidik spreekt Oeigoers en Chinees en is Nederlands aan het leren. Voor het interview fungeert de Oeigoer Alerk Ablikim, die in Leiden studeerde en in al 2022 in Mare over de situatie van de Oeigoeren vertelde, als tolk.
‘Ik groeide op in de Oeigoerse hoofdstad Ürümqi’, zegt Sidik. ‘Ik ben zelf Oezbeeks, mijn echtgenoot is Oeigoers. In mijn jeugd leek het leven betrekkelijk normaal. Er was nog geen openlijke onderdrukking, maar al wel veel discriminatie.
‘De repressie werd heel zichtbaar in juli 2009. Oeigoerse studenten demonstreerden toen tegen de Chinese autoriteiten. Aanleiding was de aanval van Chinezen op de Oeigoerse werknemers van een speelgoedfabriek. Zij werden midden in de nacht aangevallen en vermoord. De Chinezen hadden de aanslag gefilmd en op hun sociale media gepost. De studenten zagen dat en gingen protesteren.
‘De Chinezen misbruikten de demonstraties om een generatie Oeigoerse jongeren keihard aan te pakken. Ik woonde op de vierde verdieping en zag veel ellende vanachter het raam. De protesten waren vredig, duizenden jongeren zijn echter opgesloten of vermoord.
‘Ik gaf Chinees op de basisschool, werd als betrouwbaar gezien door de Chinese overheid en had de hoogste score bij hun beoordeling. Mij werd verteld dat ik elders Chinees aan ongeletterden moest gaan geven. Ik had geen idee dat het om lesgeven in concentratiekampen ging. Ik moest gehoor geven aan de opdracht. Het was dwangarbeid.
‘Ze stuurden me naar een mannenkamp in de buurt van de stad. Het was een gebouw met daaromheen hoge muren waarop hoogspanningsdraden waren aangebracht. Er was zware beveiliging, waaronder camera’s met gezichtsherkenning. Eenmaal binnen zag ik agenten en militairen met getrokken vuurwapens staan.
‘Ik moest al mijn persoonlijke gegevens opschrijven en een document tekenen waarin stond dat ik met niemand mocht praten over wat ik te zien ging krijgen.
‘De gevangenen waren kaalgeschoren en droegen genummerde overalls. Ze kropen het leslokaal binnen, waren aan handen en voeten geketend en hielden hun hoofden naar beneden. Af en toe werd er een nummer omgeroepen en werd een gevangene afgevoerd voor verhoor. Ze werden dan gemarteld, bijvoorbeeld met elektrische schokken.
‘Hun slaapplekken waren iets van 30 tot 40 centimeter breed, er lag geen tapijt of iets dergelijks op de betonnen vloer. De mannen konden niet douchen. Er stond een blauwe waterton, waaruit ze water konden halen met een kopje. Ik heb nooit gezien dat die ton werd schoongemaakt. De gevangenen kregen alleen momo’s te eten: een soort deegzakjes met niets erin, oud en hard. Verder kregen ze suikerwater om te drinken.
Verkrachtingen
‘Wij kregen versere momo’s en thee. De medewerkers hadden een uur pauze per dag. We mochten buiten die pauze niet naar de wc, dus we dronken bijna niets.
‘Ik werd zelf niet heel slecht behandeld, maar leefde constant in angst: wanneer ben ik aan de beurt? Je ziet de gevangenen elke dag lijden. Communicatie was niet mogelijk. Het voelde voor mij ook haast als gevangenschap, ook al werd ik elke dag naar huis gereden door de politie. ’s Nachts op bed dacht ik steeds aan wat ik had gezien.
‘Ik mocht met geen woord spreken over het kamp. Ik probeerde het toch aan mijn man te vertellen. Hij wilde het allemaal niet horen. Hij werd er naar van, zei hij.’
Sidik raakt geëmotioneerd en droogt haar tranen met een papieren zakdoek. ‘Vroeger was het nog erger. Lang kon ik haast niets eten en drinken. Nu kan ik het eruit gooien, maar niet voorkomen dat ik emotioneel word. Elke keer zie ik de gezichten van de gevangenen weer voor me. Telkens als ze het lokaal binnenkwamen keken ze je wanhopig aan: ga jij ons redden? Die ogen vergeet je nooit meer.’
Ze pakt de draad weer op en vertelt verder. ‘Na zes maanden liep het semester af. Ik hoopte dat ik weer op mijn oude school les mocht gaan geven. Maar dat gebeurde niet. Ik werd tewerkgesteld in een vrouwenkamp. Het was een nog groter complex. Ook de vrouwen waren kaalgeschoren, maar niet geketend zoals de mannen.
‘Je zag meteen hoe slecht het met hen ging. Er vonden verkrachtingen plaats. Ik kon zien hoe de vrouwen moeilijk liepen en voorzichtig gingen zitten omdat ze gewond waren geraakt. Gevangenen werden ook gesteriliseerd met pillen en injecties.
‘Ook buiten de kampen laat de Chinese overheid alle niet-Chinese vrouwen in Oost-Turkestan steriliseren. Zelf ben ik ook verplicht gesteriliseerd. In mei 2019 kreeg ik een oproep om me te melden bij een reproductiekliniek en daar werd ik geopereerd. Ik kreeg de oproep voor het ziekenhuis gewoon in de buurt-app. In het bericht stond dat je in de cel zou belanden als je weigerde.
‘Met de vrouwen in het kamp was een verdekte vorm van communicatie mogelijk. Als ze les hadden over het “grote Chinese thuisland”, zei een vrouw dan bijvoorbeeld: “Ik wil mijn lof uitspreken voor de partij. En ik was van plan om te gaan trouwen, dat gaat nu niet door. Ik ben de partij dankbaar dat ik hier nu ben.” Een andere vrouw vertelde tussen de regels door dat ze een doodgeboren kind had gekregen. Zo kreeg ik hun levensverhalen te horen.
‘Mijn dochter ging in 2011 in Nederland studeren en is gebleven. Mijn man en ik hebben haar bezocht. Omdat mijn man Oeigoers is, mag hij echter al een tijd het land niet meer uit. Mij lukte het met veel moeite om in 2019 een maand naar Nederland te kunnen reizen. Ik ben nooit teruggekeerd.
Pesterijen
‘De Chinese autoriteiten dwongen mijn man vervolgens om een video op te nemen waarin hij mijn acties veroordeelt en zegt dat hij van mij is gescheiden. De woordvoerder van Buitenlandse Zaken zette de video zelfs op haar Twitter-account.
‘Een paar dagen later stuurde mijn man me een bericht: “Het spijt me. Ik ben heel erg onder druk gezet en kon je niet beschermen.” Dat is het laatste contact, in februari 2021. Ik weet niet hoe het met hem gaat. Mijn WeChat (Chinese social media app, red.) is geblokkeerd. Ook met mijn andere familieleden heb ik geen contact meer. Ik heb godzijdank nog mijn dochter hier in Nederland.
‘De Chinese overheid valt me hier lastig. Ik word steeds gebeld door nummers van familieleden. Als je opneemt, krijg je een Chinese politieagent aan de lijn. Ze weten waar ik woon en lopen langs mijn huis. Als ik ergens heb gesproken, nemen de pesterijen toe. Dan parkeren er Chinezen vlakbij en hangen ze rond bij mijn huis. Ik film ze en heb contact met de Nederlandse politie die ik kan bellen als ik word lastiggevallen. Mijn Nederlands is echter niet zo goed, dus het is moeilijk om uit te leggen wat er aan de hand is.
‘Hopelijk zorgt de documentaire ervoor dat de aandacht voor de Oeigoeren toeneemt en gaan mensen anders naar China kijken. Ik begrijp dat Nederland haar eigen belangen wil behartigen maar het zou goed zijn als de economische activiteiten met China worden verminderd. Als ons land ooit vrij en onafhankelijk wordt, hoop ik er weer terug te keren. Oost-Turkestan is immers waar ik geboren en opgegroeid ben.’
Uyghur genocide
Symposium, Kamerlingh Onnes Gebouw, zaal C1.31
Donderdag 27 november, 15:15 - 16:45 met Casper Wits, Rushan Abbas, Ahmedjan Kasim en Kalbinur Sidik