Tijdens de bezetting van het Lipsiusgebouw afgelopen november startte Mare een liveblog waarin de ontwikkelingen van minuut tot minuut waren te volgen. ‘Stel: ik heb een afspraak in het Lipsius’, zegt promovendus Sebastiaan van der Lubben. ‘En ik kom op de website van Mare tegen dat het gebouw bezet wordt, ga ik dat liveblog volgen. Dan zie ik dat het hele gebouw dichtgaat en later zelfs dat alle universitaire gebouwen sluiten, omdat er iets op het Lipsius gebeurt. Liveblogs kunnen voor specifieke doelgroepen heel relevante media zijn om te volgen.’
Voor zijn promotie onderzocht Van der Lubben drie soorten liveblogs: sport, politiek en actualiteit.
‘Het is vermoedelijk begonnen door een stel voetballiefhebbende journalisten op de sportredactie van de Britse krant The Guardian. Er was een behoefte om constant op de hoogte te worden gehouden van het EK voetbal in 1998. Toen heette het nog “minute-by-minute”. Andere redacties zagen dat format en ontdekten dat je dat ook voor andere onderwerpen kunt gebruiken.’
Zelf experimenteerde Van der Lubben als journalist bij het Leidsch Dagblad door via liveblogs verslag te doen van gemeenteraadsvergaderingen. Zijn promotor en hoogleraar journalistiek en nieuwe media Jaap de Jong had zo zijn vragen bij de liveblogs die Van der Lubben maakte. ‘Hij vroeg aan mij wat een liveblog precies inhoudt, wat de effecten ervan zijn en in hoeverre zo’n liveblog geloofwaardig is. Toen zag ik dat daar nog heel weinig onderzoek naar verricht is, terwijl betrouwbaarheid juist zo belangrijk is voor de journalistiek.
Slag om de arm
‘Journalisten citeren bronnen, onderbouwen het verhaal met cijfers en volgen de routines en conventies die bij liveblogs horen. Daardoor zijn ze altijd op dezelfde manier opgebouwd en voorspelbaar voor gebruikers. Veel mensen vinden de geloofwaardigheid van liveblogs toenemen wanneer ze weten wie de blogger precies is. Alleen laten veel media bewust niet zien wie de auteur is, omdat journalisten naar aanleiding van hun stukken soms nare berichten ontvangen.’
Om de blogs zo snel mogelijk te kunnen updaten en toch geloofwaardig te blijven, bouwen makers een soort ‘slag om de arm’ in.
‘Dat doen ze door naar bronnen te verwijzen. Bijvoorbeeld toen melding werd gemaakt dat Maradona was overleden en zijn arts daarbij betrokken zou zijn, meldden media dat door te zeggen: “Volgens bronnen was de arts van Maradona aanwezig bij zijn overlijden”. Enerzijds codeer je je verantwoordelijkheid goed, want als dat niet waar blijkt te zijn, kun je naar je bronnen verwijzen. Anderzijds verhoog je ook je snelheid, want als je iemand citeert hoef je dat niet te checken.’
Tot grote verbazing van de promovendus maken journalisten bijna geen gebruik van ooggetuigen als bronnen in hun liveblogs. ‘Als je kijkt naar zinsniveau zie je dat journalisten veel rapporteren uit zichzelf en vooral formele bronnen gebruiken zoals woordvoerders van de politie, ministers of voetbaltrainers. Daarna voeren ze andere journalisten op als bron, dan nog een verdwaalde expert en pas dán komen ooggetuigen. In een tijd van sociale media zou je zeggen dat juist ooggetuigen heel makkelijk te vinden zijn, omdat ze op Twitter zitten of hun mobieltje in de lucht steken en alles filmen. Maar kennelijk vertrouwen verslaggevers dat niet: je weet niet wie het zijn, of ze het echt gezien hebben en er zijn ook veel nepvideo’s in omloop. Checken kost tijd en dat heb je niet altijd. Alleen er zijn ook heel veel filmpjes van ooggetuigen die wél kloppen en verdieping kunnen geven.’
Relevantie
De snelheid waarmee liveblogs worden ververst, maakt het genre ook gevoelig voor fouten.
‘Feitelijke onjuistheden, zoals een verkeerd getalletje, worden gewoon verbeterd. Maar je hebt ook wat ik noem de “narratieve fout”. Bij de tramaanslag in Utrecht werd op een gegeven moment door de schutter “Allah Akbar” geroepen. Op dat moment denkt de redactie van NOS: moeten we opschalen naar een terroristisch motief of niet? Uiteindelijk werd in overleg besloten om dat niet te doen, omdat iemand het ook zomaar kan roepen. Maar als je er wel voor kiest om het als terroristisch motief te zien, betekent dat een afslag in je verslaggeving en als het uiteindelijk niet om een terroristisch motief blijkt te gaan, is die fout heel moeilijk te herstellen. Tussen irrelevantie en relevantie en tussen zekerheid en onzekerheid zit een groot grijs gebied waarin veel fouten kunnen ontstaan.’
Naast journalistieke zorgvuldigheid is het volgens Van der Lubben net zo belangrijk dat het publiek de verslaggeving evalueert. Daarom sprak hij met meerdere lezers, of zoals hij ze noemt ‘nieuwsjunkies’. ‘Er zijn gebruikers die liveblogs juist geloofwaardiger vinden dan bijvoorbeeld een achtergrondartikel, omdat er geen tijd is om de informatie te manipuleren.’
Tijdens crises worden liveblogs beter gevolgd. ‘Het informeert hen over de actuele stand van zaken. Mensen proberen hun eigen onzekerheid weg te nemen. Wat de motieven precies zijn, is nog niet helemaal duidelijk. Mensen geven aan dat ze bij hun schoonmoeder op de bank op de hoogte willen blijven van het voetbal of ’s avonds de oorlog in Oekraïne willen volgen. Ze hebben vaak een onderwerp waar ze betrokken bij zijn en vanuit die betrokkenheid gaan ze echt informatie tanken.’
Sebastiaan van der Lubben, Live Blog as Genre in Pursuit of Credibility. Promotie is woensdag 3 april