English
Zoeken
Digitale krant
App
Menu
Voorpagina Achtergrond Wetenschap Studentenleven Nieuws Cultuur Columns & opinie Podcast  

Menu

Categorieën

  • Voorpagina
  • Achtergrond
  • Wetenschap
  • Studentenleven
  • Nieuws
  • Cultuur
  • Columns & opinie
  • Podcast

Algemeen

  • Archief
  • Contact
  • Colofon
  • App
  • Digitale krant
  • English
Studentenleven
Zo vroom zijn we niet, zeggen de bewoners van het Joodse studentenhuis
Van links naar rechts: Olivia Cohen, Samuel Corper en Shir Steenwijk. Foto Marc de Haan
Susan Wichgers
donderdag 1 december 2022
Hoe is het om in een Joods studentenhuis te wonen? Drie studenten vertellen erover. ‘Het is heel fijn dat je hier zelf mag bepalen op welke manier je Joods bent.’

Midden in de stad, naast de synagoge aan het Levendaal, wonen al sinds 1957 Joodse studenten in een pand van de Joodse Gemeente Leiden. Afgezien van de camera’s die op de voordeur gericht zijn, de extra zware voordeur en de mezoeza’s bij iedere deurpost (rolletjes perkament met gebedstekst), verschilt het in niets van ieder ander studentenhuis.

In de kamer van Shir Steenwijk (19, international studies) staan nog overal dozen: ze is de nieuwste huisgenoot en zit nog midden in de verhuizing. Op de deur heeft ze wel alvast haar lichtingsposter van SSR opgehangen.

Aan haar keukentafel zitten ook huisgenoten Samuel Corper (19, geneeskunde) en Olivia Cohen (22, international relations). Corper woont er anderhalf jaar, Cohen een paar maanden.

Hoe wisten jullie van het bestaan van dit huis?
Steenwijk: ‘Mijn vader heeft in Leiden gestudeerd en wist dat er toen een Joods studentenhuis was. Het zou leuk zijn om daar te wonen, dacht ik, ook al was het in zijn tijd echt een crackpand. Ik stuurde een mailtje naar de Joodse Gemeente, en toevallig hadden ze vlak daarna een hospiteeravond.’

Corper: ‘Naast Shir waren er nog zo’n drie anderen die kwamen hospiteren. Toen ik hospiteerde, vorig jaar in mei, was ik de enige. Ik ben hier via via beland: ik kende iemand die hier had gewoond.’

Steenwijk: ‘Het is heel Joods om iedereen te kennen. Eigenlijk kent heel Joods Nederland elkaar via via.’

Cohen: ‘Mijn oma uit Amsterdam wist van een Amsterdams studentenhuis, dus ik dacht dat er ook een in Leiden zou zijn. Eerst twijfelde ik: ik verwachtte dat het heel vroom zou zijn. Dat zag ik niet zo zitten.’

'Een aantal keer heb ik flink brak bij de dienst gezeten'

Steenwijk: ‘Er is wel een voorwaarde: mensen die hier komen wonen moeten Halachisch Joods zijn, dat staat ook in het contract. Dat betekent dat je moeder Joods moet zijn. Bekeren tot het jodendom kan, hoewel de meningen daarover verschillen, maar daar moet je jarenlang voor leren.’

Corper: ‘Het is een stuk makkelijker om Joods geboren te worden. Dat je Halachisch Joods moet zijn klinkt misschien discriminerend, maar het is belangrijk dat iemand echt deel uitmaakt van de Joodse gemeenschap.’

Steenwijk: ‘De Gemeente wil het Joodse studentenleven stimuleren, de kamers hier zijn niet bedoeld voor mensen die het gewoon een mooi huis vinden.’

Doen jullie veel samen?
Steenwijk wijst naar de verhuisdozen: ‘Sinds ik hier woon hebben we nog niet echt iets samen gedaan, maar als ik deze zooi heb opgeruimd zou ik wel graag op vrijdagavond, met sjabbat, samen eten.’

Corper: ‘Op vrijdagavond en feestdagen samen zijn is wel het idee, maar hiervoor woonden er oudere huisgenoten, die hadden het daar te druk voor. Nu ziet het er wel naar uit dat we dat meer samen gaan doen.’

De synagoge zit hiernaast. Gaan jullie daar vaak heen?
Corper: ‘Niet echt, er is ook nog maar één dienst per maand op zaterdagochtend. Afgelopen jaar ben ik een paar keer uit mijn bed geplukt om erbij te zijn, omdat je een x-aantal mannen nodig hebt om een dienst door te laten gaan. Een aantal keer heb ik er flink brak bij gezeten. Vroeger was de gemeenschap hier actiever, toen waren er ook wat Joodse hoogleraren bijvoorbeeld. Dat is nu niet echt meer aan de hand.’

Steenwijk: ‘De synagoge is voor de hele regio, van Voorschoten tot Katwijk.’

Corper: ‘En alsnog zijn er maar zo’n dertig mensen actief.’

'De toekomst van het jodendom ligt echt in onze handen, een hele verantwoordelijkheid'

Steenwijk: ‘In Amsterdam is er nog wel een grote gemeenschap, maar in Rotterdam wordt die bijvoorbeeld ook steeds kleiner.’ Lachend: ‘De toekomst van het jodendom ligt echt in onze handen, een hele verantwoordelijkheid.’

Steenwijk: ‘Ik ben lid van de Nederlands Israëlitische Gemeente in Den Haag, waar ze stimuleren dat Joodse studenten samenkomen om jonge mensen actief te houden. Laatst was het Simchat Thora, een feestdag om te vieren dat je de Thora opnieuw gaat lezen. Daar wordt aardig wat bij gedronken, dus daar komen de studenten wel op af natuurlijk. Er wordt niet alleen veel gedronken door studenten, trouwens: de rabbijn kon de Thora amper nog vasthouden.’

Wat houdt Joods-zijn voor jullie in?
Corper: ‘Bij mij is het jodendom vooral feestdagen met familie. Ik geloof ook niet in God...’

Cohen: ‘Schrijf dat maar niet op!’

Corper: ‘…maar ik ben wel actief in de Joodse gemeenschap. Ik vind mijn Joodse identiteit belangrijker dan het geloof.’

Olivia: ‘Voor mij geldt dat ook: het gaat vooral om de Joodse identiteit. Feestdagen vind ik belangrijk om te vieren.’

Steenwijk: ‘Ik geloof wel in God, maar ben nog zoekende in het geloof. Soms pak ik mijn gebedsboekje erbij, als ik veel stress heb bijvoorbeeld. Maar het is vooral een familie-georiënteerde levensstijl met veel tradities: bepaalde dingen eten en zingen op bepaalde dagen.

‘Ik eet niet koosjer, alleen “kosher style”; zo noemen ze dat in de VS. Ik eet geen vlees en zuivel tegelijkertijd, maar echt koosjer eten heeft zoveel regels: je mag dan alleen vissen met vinnen en schubben eten, dieren moeten koosjer geslacht zijn, dus met zo min mogelijk pijn. Normaal brood is ook al niet koosjer.’

Corper: ‘Koosjer eten is echt niet makkelijk.’

Steenwijk: ‘Je moet dan eigenlijk naar Amsterdam voor je boodschappen. Hier kan je veel dingen al niet vinden. Ik wil ook gewoon met vrienden uit eten kunnen, dus daar trek ik een grens.’

Hoe zit het met die camera’s voor de deur? Zijn jullie weleens bang dat er wat gebeurt?
Steenwijk: ‘Laatst liep iemand hier voor mijn raam zo’n vier keer heen en weer, daar kreeg ik een raar gevoel bij. In Den Haag staat er ook altijd marechaussee voor de synagoge. Dat voelt ongemakkelijk, al wen je er wel aan. Maar nee, ik ben niet bang. Dat heeft geen zin. Ik ben juist trots op mijn Joodse identiteit.’

'Mijn jaarclub dacht dat de mezoeza’s in de deurposten joints waren'

Corper: ‘Ik ben ook niet echt bang. Toch is veiligheid een van de redenen dat ik niet voor deze kamer ben gegaan aan de voorkant, maar voor eentje aan de achterkant. Die camera’s zijn vooral chill voor mijn fiets: die zet ik altijd vol in beeld.’

Cohen: ‘In Leiden voel ik me redelijk veilig, maar in grote steden is dat wel anders. Ik draag altijd een kettinkje met twee kleine davidsterren, soms reageren mensen daarop. En heel soms is dat oncomfortabel. Op mijn achternaam krijg ik vaker commentaar. Toen ik een presentatie gaf over een totaal ander onderwerp, kreeg ik achteraf als vraag of ik Joods ben. Ik vind het geen probleem om erover te praten, maar je weet nooit wat de reden van zo’n vraag is.’

Steenwijk: ‘Ik draag ook een ketting met een davidster, maar vaak in mijn shirt, zodat mensen het niet zien. Vroeger kreeg ik weleens nare opmerkingen, nu gaat het vooral over mijn Israëlische identiteit. Daar hebben mensen een mening over, terwijl ik er niks aan kan doen dat ik daar vandaan kom.’

Corper: ‘Aan mij of mijn naam kun je niet zien dat ik Joods ben, dus ik krijg niet zoveel te maken met opmerkingen. Als mijn jaarclub hier komt – ik ben lid bij Minerva – zijn ze altijd geïnteresseerd op een positieve manier. De eerste keer dat ze hier in huis kwamen, dachten ze dat de rolletjes gebedstekst in de deurposten joints waren.’

Cohen: ‘Je weet maar nooit wanneer je het opeens heel erg nodig hebt.’

Geen joints bij iedere deurpost dus, maar heel streng zijn jullie ook niet, toch?
Corper: ‘Vroeger wel. Nu is dat echt veel minder.’

Cohen: ‘Ja, we zijn niet zo vroom. In de VS en Canada zijn er ook Joodse studentenhuizen waar bijvoorbeeld tijdens sjabbat (van vrijdagavond tot zaterdagavond, red.) geen stroom wordt gebruikt. Ik vind het hier heel fijn dat je Joods kan zijn maar zelf mag bepalen op welke manier.’

Steenwijk: ‘Hoewel dit van oudsher een orthodoxe Gemeente is en een orthodox huis, is er ook ruimte voor ons.’

Cohen: ‘Die vrijheid maakt juist dat ik erbij wil horen. Als ik bepaalde dingen zou moeten, zou ik daar toch meer twijfels bij hebben.’

Deel dit artikel:

Lees ook

Studentenleven
Varende wrakvissers: ‘We halen wekelijks zestig tot tachtig fietsen uit de gracht’
Afvalvissers Marco Honsbeek en Johan van Vliet takelen iedere dag fietsen uit de Leidse grachten. ‘In Utrecht kunnen ze niet geloven hoeveel dat er zijn: soms wel vier bootladingen per dag.’
Studentenleven
‘Ik ben verwend: mijn werk bestaat uit kaas eten en wijn proeven’
Studentenleven
Studeren en je kind opvoeden: ‘Veel dispuutgenoten willen graag oppassen’
Studentenleven
‘De eerste belegging van honderd euro vond ik supereng’
Studentenleven
Bij studentenroeiwedstrijd de Varsity zijn alleen vredelievende geluiden te horen van Njord en Nereus
Download nu de Mare app voor je mobiel!
Downloaden
✕

Draai je telefoon een kwartslag, dan ziet onze site er een stuk beter uit!