Studentenleven
Studenten strijden voor een plek in het parlement: ‘Die andere politici durven niks’
Vlak voor de verkiezingen besteden potentiële Kamerleden al hun energie aan de campagne, in plaats van aan de studie. Mare volgde er drie. ‘De best mogelijke uitkomst is dat ik word gearresteerd.’
Lorenzo Gerritsen en Marciëlle van der Kraan
donderdag 16 november 2023
LEF-voorzitter Daniel van Duijn.

‘Die arrestatie komt nog wel’

Daniël van Duijn is voorzitter van studentenpartij LEF en vindt flyeren voor ‘laffe partijen’. Daarom hing hij zelfgemaakte schilderijen op in het Rijksmuseum. ‘De best mogelijke uitkomst is dat ik drie dagen in de cel slaap.’

Op zijn fiets komt Daniël van Duijn (32, oud-student Metropolitan Analysis, Design and Engineering) haastig aangesneld. Onder zijn snelbinders zitten vier kleine ingelijste slogans: ‘Heb LEF, stem op LEF’, met in de omlijsting gegraveerd: ‘Lijst 22’, het nummer van LEF bij de Tweede Kamerverkiezingen.

‘We zijn een kleine partij’, begint Van Duijn.

‘We worden voor geen enkel debat uitgenodigd. NOS doet alsof er maar 18 in plaats van 26 verkiesbare partijen zijn. Dat is gewoon censuur.’ Daarom, vindt de LEF-voorzitter, is het tijd om over te gaan op actie.

‘We hebben een cadeau voor het grootste elitaire museum van ons land, dan zetten we onszelf direct op de kaart. Hoe moeten we het anders doen? Op de deur aankloppen en vragen of we alsjeblieft ook mee mogen doen? Zo komen we er echt niet in. We hebben geen geld, maar we hebben de creativiteit en dan kan je heel ver komen.’

Van Duijn gelooft er heilig in dat zijn partij, die nu 350 leden telt, ver zal komen.

Volgens hem kan LEF op twee tot drie zetels rekenen. ‘De Partij voor de Dieren kwam ook met één zetel de Kamer in en dat is alleen op basis van mensen die dieren top vinden. Wij zijn een pechgeneratie van 1,6 miljoen jongeren. Maar we zijn geen one-issuepartij. We zijn een partij door jongeren, voor iedereen.’

Het ophangen van schilderijen in het Rijksmuseum is niet de eerste stunt die LEF uithaalt voor deze verkiezingen. ‘Ik heb gisteren nog bij Ongehoord Nieuws gezegd dat het de meest racistische omroep van Nederland is. Een paar dagen terug hebben we op de ramen van Buitenhof posters geplakt. Er komen nog veel meer acties.’

Adrenaline

Van Duijn voelt zich ‘een soort spionnetje’, ook vandaag. ‘De adrenaline giert door mijn lijf natuurlijk.’

In de voorzak van zijn zwarte LEF-hoodie zit een van de vier lijstjes verstopt die hij met dubbelzijdige tape van plan is op te plakken op de wanden van het Rijksmuseum. Zonder problemen weten hij en drie andere LEF-leden binnen te komen. Op naar het eerste doelwit: de befaamde Eregalerij.

‘Zijn jullie bekend met iets opplakken en hard wegrennen?’ vraagt Van Duijn aan zijn medestanders.

LEF-voorzitter Daniel van Duijn bestormt het Rijksmuseum.

Maar een reactie van de beveiliging, nadat het eerste schilderij naast ‘Portret van een meisje in het blauw’ van Johannes Cornelisz Verspronck komt te hangen, blijft uit.

Ook het tweede en derde schilderij, verspreid over meerdere zalen, worden door de beveiliging niet opgemerkt.

Pas na ruim een kwartier verklappen twee jonge bezoekers het aan de beveiliging. Als Van Duijn vervolgens richting Rembrandts Nachtwacht loopt om het laatste schilderij op het glaswerk ervoor te plakken, komen de bewakers in actie.

‘De best mogelijke uitkomst is dat ik gearresteerd word en drie dagen in de cel slaap’, zei Van Duijn voor de actie. ‘Als mijn voorarrest wordt verlengd hebben we sowieso zetels te pakken. Het kan niet in een democratie dat een lijsttrekker voor de verkiezingen wordt opgesloten. Dan gaan jongeren eisen: “Free Daniël van Duijn!”’

In de hoop op arrestatie zet Van Duijn het op een lopen. Een bewaker snelt achter hem aan. ‘Een jongen in een zwarte hoodie van LEF wil niet luisteren’, roept rennend hij in zijn portofoon. ‘Stop hem!’

Als Van Duijn is ingehaald, wordt hij tegen de muur gedrukt. Gearresteerd wordt hij niet, maar hij en zijn LEF-genoten krijgen een toegangsverbod voor het Rijksmuseum.

‘Ze hebben mijn naam niet eens genoteerd’, zegt een van de medeplichtige LEF-leden.

Tatoeage

‘Die grijze mensen zijn natuurlijk niet gewend dat daar jongeren komen ravotten’, lacht Van Duijn. Hij vindt het, ondanks het feit dat hij nog op vrije voeten loopt, een geslaagde actie. ‘Die arrestatie komt nog wel een keer.’

Om succesvol te zijn, heb je volgens hem toewijding nodig. ‘Wij hebben mensen die door het vuur willen gaan. Mensen die een tattoo op hun arm durven te zetten’, zegt Van Duijn, terwijl hij zijn mouw oprolt, en de tatoeage op zijn arm laat zien met de belangrijkste partijstandpunten.

Zodra die doelstellingen behaald zijn, vinkt hij de vakjes een voor een af, belooft hij.

‘Die andere politici durven niks en zijn allemaal braaf aan het flyeren. Ze zijn allemaal bang om zetels te verliezen. Met angst win je niks. Wij hebben het lef om hier schilderijen op te hangen voor een partij waar we in geloven. En het is ook nog eens fucking leuk om te doen.’

Volt-kandidaat Bart Hemmes deelt flyers uit op de markt in Leiden. Foto Wies van Wetten

‘De wet loopt twintig jaar achter’

Bart Hemmes is student-kandidaat van Volt en hoopt al flyerend in de Tweede Kamer te komen. ‘Strategisch stemmen is een van de treurigste dingen die je kunt doen.’

‘Hoi! Wilt u een flyer?’

Opgewekt steekt student Bart Hemmes zijn hand uit. Hij is deze zonnige zaterdagochtend een van de vele in paarse jassen gestoken campagneleden die zich hebben verzameld op de Koornbrug.

Een van de bezoekers van de Leidse markt wuift zijn flyer vriendelijk weg. ‘Dat doe ik zelf ook’, geeft Hemmes toe. ‘Als ik mensen zie flyeren, loop ik er ook het liefst met een grote boog omheen.’

Hemmes (23, International and European Governance) staat op plek 19 van de kandidatenlijst van Volt. Hij is de jongste van de lijst en is volop bezig met campagnevoeren en hoopt daarmee voor Volt zes zetels te halen.

In 2021 sloot hij zich aan. ‘Ik zocht naar een partij die bij mij past. Klimaat vind ik erg belangrijk. Vroeger was ik voorzitter van Youth for Climate. Volt heeft kneiterambiteuze klimaatdoelstellingen vanuit Europees oogpunt. De grote problemen kan je niet in je eentje oplossen. Klimaat en Europa: dat is Volt.’

Expertise

Voorheen stond hij al op de lijst voor de Provinciale Staten en combineerde dat met zijn studie. ‘Het is best intens’, zegt hij. ‘Ik doe twee masters, dus het vergt heel veel planning. Ik wist dat het deze weken, net voor de verkiezingen, druk is. Daarom moest ik tot in de late uurtjes studeren, zodat ik nu meer tijd heb.’

Want campagnevoeren bestaat niet alleen uit simpel flyeren, maar ook uit debatteren. Hemmes: ‘Ik ben heel veel avonden kwijt aan het voorbereiden van debatten. Laatst ging het over asiel. Dat is een belangrijk onderwerp, maar niet mijn expertise. Dan moet ik alles weten over de huidige wetgeving en hoe Volt het zou willen. Als je pas in de trein onderweg begint, ben je te laat.’

Een voorbijganger op de fiets spreekt hem tijdens het flyeren aan. Zij zegt dat ze fan is van fractievoorzitter Laurens Dassen en het partijprogramma. Alleen gaat ze toch op GroenLinks-PvdA stemmen, omdat ze hoopt ‘dat die de grootste worden’.

‘Je komt alleen met voorkeursstemmen in de Tweede Kamer als je een vrouw bent of al in de Kamer zit’

‘Ik hoor in mijn omgeving dat veel mensen strategisch gaan stemmen’, zegt Hemmes later. ‘Dat soort personen vind ik heel erg maf. Je gooit je stem daarmee weg. Ik ga ervan uit dat je bepaalde idealen hebt. Als Volt die vertegenwoordigt, dan stem je op die partij. Als je puur op de peilingen afgaat, dan laat je je eigenlijk leiden door wat anderen vinden. Daar wordt de democratie niet beter van. Strategisch stemmen is echt een van de treurigste dingen die mensen kunnen doen. Stem op een visie en niet wat anderen zeggen.’

Het valt op dat vooral jonge personen een flyer aannemen. ‘Er zijn heel veel jongeren in onze partij, maar natuurlijk ook ouderen. Wij zijn wel een partij voor de studenten. Zo willen wij het collegegeld afschaffen en de studenten van het leenstelsel compenseren met gemiddeld tienduizend euro.’

Dat is een van de dingen waarop Hemmes zich wilt richten, mocht hij in de Tweede Kamer terechtkomen. ‘Als student zelf snap ik beter de uitdagingen van studenten. Ik wil me voornamelijk focussen op klimaat en woningen. Onze generatie krijgt veel te maken met extreme droogte, overstromingen en klimaatvluchtelingen. Daarnaast zijn er te weinig studentenwoningen. Die moeten meer gebouwd worden.’

Draagmoeders

‘Ook wil ik beter opkomen voor de LHTBIQ+-gemeenschap’, vervolgt hij. ‘Ik ben zelf biseksueel. Als we puur praktisch kijken naar kinderen krijgen, dan zie ik een grote ongelijkheid tussen homo- en hetero-stellen. Draagmoederschap is ontzettend slecht geregeld. De draagmoeder is namelijk de juridische ouder van het kind. Daarnaast is haar partner ook een juridische ouder, als ze getrouwd is. Het kind hoeft daarvoor niet eens biologisch verwant te zijn. Je moet zorgen dat je die wetgeving moderniseert.’

En daar speelt ook ‘een tikkeltje eigenbelang bij’, geeft hij toe. ‘Stel dat ik ooit kinderen zou willen, dan zou het beter zijn om met een vrouw een relatie te hebben dan een man. Dat vind ik best een fucked up keuze om te maken anno 2023. Ook meerouderschap, er zijn nu eenmaal steeds meer gezinnen met meer dan twee ouders. De wetgeving loopt twintig jaar achter.’

Hemmes acht de kans dat hij in het parlement belandt klein. ‘Als je naar de afgelopen verkiezingen kijkt, kom je er alleen in met voorkeursstemmen als je een vrouw bent of al in de Tweede Kamer zit. Dat is prima en hartstikke goed, maar als normale student kom je er met voorkeurstemmen niet in. Het demotiveert mij niet. Ik heb mij wel aangemeld met het idee dat ik in de Tweede Kamer wil. Je leert veel van de debatten en de politieke arena. En over vier jaar - en wie weet eerder - hebben we weer verkiezingen en dan hoop ik hoger op de lijst te staan.’

Maar voor de zekerheid roept hij toch nog een voorbijganger na: ‘Stem op nummer 19!’

SP-kandidaat Anne Cramer in debat in Oegstgeest. Foto Taco van der Eb

‘Dit was focking spannend’

Anne Cramer staat op de lijst van de SP en nam in Oegstgeest deel aan een debat met zwaargewichten. ‘Onze oude idealen snijden nog steeds hout.’

In de zaal staan honderden rode stoeltjes opgesteld. De zaal kijkt uit op zeven met doek omwikkelde statafels, stuk voor stuk professioneel uitgerust met een microfoon, flesje water en boeket bloemen.

Op het eerste gezicht lijkt het om een belangrijk lijsttrekkersdebat te gaan, maar het digibord op de muur verraadt wat er gaat gebeuren. ‘Het Groot Rijnlands Onderwijsverkiezingsdebat’ pronkt erop.

Het zijn niet de minste kandidaten die het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest maandagmiddag heeft opgetrommeld voor het schooldebat. Lisa Westerveld (nummer 5, GroenLinks/PvdA), Martijn Hagoort (nummer 5, Volt) en veteraan Paul van Meenen (fractievoorzitter Eerste Kamer, D66) zijn aanwezig. Naast dit politiek zwaar geschut zit Anne Cramer (25, Political Theory) relaxed in een zwarte hoodie. Zij staat op nummer 31 op de lijst voor de SP.

Het is haar eerste debat vertelt ze na afloop. ‘Ik vond het focking spannend.’ Ze laat een papiertje zien waarop alle stellingen uitgewerkt zijn. ‘Ik schreef ook mee, dan vergat ik tenminste niet waarop ik kritiek had. Het was geen debat waarin ik kon rondtoeteren van “Nee! dat klopt niet!”’

Schimmelwoning

De SP was niet zomaar een keuze voor Cramer. ‘Mijn vader is altijd mijn politieke voorbeeld geweest’, vertelt ze. ‘Hij is een trouwe SP-stemmer. Thuis aan de keukentafel hadden we het altijd over de politiek. Natuurlijk over de actualiteiten, maar ook over persoonlijkere dingen. Mijn broers zijn niet hoogopgeleid, want zij hadden moeite met leren. Het zijn jongens met een goed hart, maar omdat ze een lager opleidingsniveau hebben is hun leven een stuk kutter. Zij wonen in de sociale huur in schimmelwoningen. Die oneerlijkheid komt mede door keuzes die politici maken.’

Cramer is al sinds 2018 lid van de partij, maar werd pas actief tijdens de pandemie.

‘Ik verveelde me dood. Ik begon bij de hulpdienst van de SP. Daar helpen we mensen met allemaal problemen, zoals schulden. Uiteindelijk werd ik bestuurslid in Leiden. Ik vertelde dat ik ooit voor de kandidatenlijst wilde gaan. De afdeling zei: “Probeer het gewoon! Ze zoeken jonge mensen en nieuw talent.” Voordat ik het wist mocht ik op gesprek komen en stond ik op de lijst.'

‘Wij denken dat klasse nog steeds de belangrijkste factor is’

‘Ook ben ik begonnen met stage lopen in de Tweede Kamer. Daar doe ik de publieke voorlichting van de SP-fractie. Dat is veel mails beantwoorden met vragen over onze standpunten, bijvoorbeeld onze stellingname over Israël en Palestina. Daarnaast flyer ik veel en neem ik deel aan debatten. Dat combineren met mijn studie is vrijwel onmogelijk.’

Tijdens het debat in Oegstgeest botst ze met GroenLinks/PvdA over de vraag of het woningtekort wordt veroorzaakt door migratie.
‘Naast leegstand en grond die braak ligt, komt het ook door arbeidsmigratie’, zegt Cramer. Westerveld van GroenLinks reageert boos: ‘Het is gênant dat de migranten altijd de schuld krijgen.’

‘De meeste mensen willen dat de migratie wordt ingeperkt’, zegt Cramer. ‘Daar moet je gehoor aan geven. Mensen die naast een asielzoekerscentrum wonen, weten beter wat dat inhoudt dan mensen die in de Haagse bubbel zitten. Maar het overgrote deel van de migratie is arbeidsmigratie. Arbeidsmigranten worden ook nog eens slecht behandeld en betaald. We laten sectoren groeien op basis van deze ondergewaardeerde arbeid. Wij willen die onduurzame groei stoppen door minder arbeidsmigranten te accepteren.

‘Dat standpunt wordt bestempeld als conservatief, maar ik vind het realistisch. We zijn hier al sinds de jaren negentig kritisch op, dat probleem is alleen maar gegroeid.

Klassensysteem

‘Ik geloof dat er een klassensysteem bestaat, maar dat wordt ook vaak als een oud ideaal gezien. De laatste tijd hebben we het vaak gehad over andere kenmerken die je kan toeschrijven aan een persoon, zoals land van herkomst of seksualiteit. Bij de SP denken wij dat klasse nog steeds de belangrijkste factor is.

‘Het klassensysteem zie je niet alleen terug in het verschil van vermogen, auto’s, huizen of spaargeld, maar ook in het onderwijs. Als je geboren bent in een armere wijk, is je school kwalitatief slechter. Daardoor zijn er minder leerkrachten, waardoor de klassen groter worden en je slechter onderwijs krijgt. In die wijken is meer taalachterstand en dat heeft invloed op je hele leven.’

Cramer hoopt het verhaal van SP in een modern jasje te steken. ‘Wij zijn niet zo hip als GroenLinks of Bij1. Maar onze oudere idealen snijden nog steeds hout. Mensen horen dat alleen niet en het is onze taak om daar iets aan te doen.’