
‘Vanavond ben ik assessor soep!’ roept een SSR-bestuurslid vanuit het buffetkraampje naar zijn opgetrommelde vrienden. Driehonderd Leidenaren en studenten schuiven zaterdagavond samen aan voor een diner op de Hooglandsekerkgracht aan de zogeheten Langste Leidse Tafel.
Zo willen de organiserende studentenverenigingen en de Plaatselijke Kamer van Verenigingen (PKvV) laten zien dat ze ‘niet alleen vervelend’ zijn. Behalve een diner moet de avond ook een ontmoeting zijn tussen de studenten en Leidenaren.
‘We gaan in debat’, zegt presentator Guido Marchena. ‘Jullie kunnen stemmen met het groene en rode kaartje.’ Bij de eerste stelling (‘er moet meer ruimte komen voor uitgaansgelegenheden’) gaan veel groene kaarten omhoog bij studenten. ‘Het aanbod is heel karig als je geen lid bent van een studentenvereniging’, zegt SVL-raadslid Elianne Wijnands. Wethouder Fleur Spijker (Studentenzaken) is het daarmee eens. ‘Als ik mijn wethouderpetje afdoe, vind ik dat er wel wat bij mag.’
Buurtborrel
Een oudere ‘inwoonster van Leiden’ zegt te vrezen voor de leefbaarheid van de stad. ‘Het is lastig om een huis te vinden. Er zijn al zoveel kroegen en voornamelijk studentenhuizen. Geef dáár maar een feestje.’
De meeste studenten zijn niet op het debat afgekomen, maar op het lekkere (en goedkope) eten. Sacha Donath en Roxanne Steijn genieten van hun tomatensoep. Zij zijn lid van Asopos en lopen co-schappen. ‘Toen ik het concept zag, moest ik denken aan de El Cid’, zegt Donath. ‘Er werd toen op een gracht een champagneborrel georganiseerd. Superleuk.’
Dat er ook Leidenaren zouden zijn, wisten de meeste studenten niet. ‘Het lijkt me wel leuk om in gesprek te gaan’, zegt Donath. Een student die liever anoniem blijft, zegt: ‘Alle verhalen over verbinding tussen burgers en studenten. Ik heb er nog nooit over nagedacht, dus ik weet niet of het belangrijk is. Ik vond het idee enig.’
Leidenaren Remy Verbeek (62) en Anne-Marie ter Haar (60) vinden het wel belangrijk. ‘Je hebt een heel ander leven’, zegt Verbeek. ‘Door dit soort mooie activiteiten leer je elkaar kennen en begrijpen. Zoals waar studenten tegenaan lopen. Zij moeten veel ballen tegelijk hooghouden.’
Verbeek woont naast een Minerva-huis. ‘Wij hebben heel goed contact. Soms lenen we dingen aan elkaar uit en worden we uitgenodigd voor een borreltje tijdens hun lustrum. Ze hebben zelfs een keer op mijn kind gepast.’
Tom Boon en Hjalmar Opdam, ‘allebei vijftigplussers’ en geboren en getogen in Leiden, hebben minder goed contact met hun studentenburen. ‘Ik woon naast verschillende studentenhuizen, maar die nodigen mij nooit uit’, zegt Boon. ‘Het initiatief moet bij hen liggen. Organiseer bijvoorbeeld een buurtborrel.’
Studenten meppen
‘De studentenwereld is een soort bastion’, zegt Opdam. ‘Het heeft met de leeftijd en periode van je leven te maken. Toen ik zelf student was, had ik ook geen interesse in de buitenwereld. Ik had het leuk gevonden als studenten meer outgoing waren. Ze hebben al veel contacten en natuurlijk een groot netwerk in hun telefoon. Maar bij activiteiten leer je elkaar echt kennen, want in onze beleving zijn het nog twee aparte werelden.’
Die werelden gingen vroeger ook niet samen, zegt Opdam.
‘Je had toen het fenomeen “studenten meppen”. Op 2 oktober ging de jeugd van het type stratenmakers studenten “pakken” op de Breestraat. Vanaf de sociëteit wierpen de studenten gebrande stuivers op het Leidse volk. Het was dan altijd matten tussen de spijkerjassen en de jasje-dasjes.’