Hoe wordt iemand eigenaar van de ‘s-Gravenhaagsche Stadsrijschool?
‘Als achtjarig jongetje had ik hier mijn eerste paardrijles. Toen waren de stallen vies en er waren lekkages: ik voelde me niet helemaal thuis. Ik ben bij een andere manege gaan rijden en deze helemaal uit het oog verloren.
‘Jaren later vertelde mijn toenmalige instructrice dat ze hier les ging geven. Ze vertelde er zulke mooie verhalen over, dat ik dacht: je moet het wel over een andere plek hebben. Toen ben ik toch maar weer eens gaan kijken.’
En toen voelde je je wel thuis?
‘Ja, en toen ben ik hier zelfs les gaan geven. Eerst alleen op zaterdagmiddag, maar na een paar weken elke dag. Ik zat toen nog in de zesde klas en ik moest alles voor mijn paardenhobby zelf betalen, dus die bijverdiensten waren wel welkom.
‘Toen ik ging studeren, werd het erg druk, en zijn er weer wat andere instructeurs bijgekomen. Maar ik bleef erg betrokken en nadat de vorige eigenaar afgelopen zomer overleed, heb ik de zaak samen met een collega overgenomen.’
Valt dat wel te combineren met je studie?
‘Ik heb nu een half jaartje geen studie gehad. Daarvoor moest ik mijn scriptie schrijven. Toen zat ik helemaal vol, dus moest ik iedereen die naar mij kwam voor lessen weigeren. De afgelopen maanden heb ik juist weer privéleerlingen aangenomen, maar laatst dacht ik opeens: “O sjips, straks ga ik weer studeren. Dit wordt weer te druk.”
‘Ik vind wel een manier. Mijn leerlingen kennen mijn situatie en zijn flexibel: als het een keer niet kan, dan slaan we gewoon een week over. Daar ben ik tegen hen ook eerlijk over. En als ze wel altijd die regelmaat willen: even goede vrienden, dan help ik ze graag zoeken naar een andere instructeur. Ik ken inmiddels heel veel mensen in dit wereldje, natuurlijk.’
Wil je nog wel wat anders dan paardensport?
‘Ik stond ooit op het punt om helemaal de paardensport in te gaan. Na de middelbare school heb ik drie jaar voltijds gesport. Maar ik heb in echte topstallen gewerkt en daar is het zo belangrijk dat die paarden presteren, dat het soms ten koste gaat van het welzijn van het dier en de harmonie tussen ruiter en paard.
‘Ik heb toen de keuze gemaakt dat als het paard het niet wil of het lukt niet, dan doen we het niet. Ik wil alleen met een paard presteren als het netjes kan en op een vriendelijke manier.
‘Dus toen heb ik de knoop doorgehakt: ik heb mijn paard verkocht en ben gaan studeren. En met die keuze ben ik nog steeds heel tevreden. Ik denk dat de paardensport altijd een rol in mijn leven blijft spelen, alleen weet ik nog niet precies op welke manier. Dat ik nu een luxepositie heb met een eigen manege, helpt natuurlijk wel.’