Studentenleven
Opinie: Sorry, I?m Dutch... and boring
Wie geen wereldburger is, telt niet mee; Nederlanders verontschuldigen zich voor hun afkomst en gaan zelfs onderling Engels spreken. Mariska van Schijndel maakte mee hoe de internationalisering in Den Haag ontspoorde. ‘Ik wilde schelden in het Brabants.’
donderdag 26 april 2018

De discussie over de internationalisering is al een tijd aan de gang in Nederlandse universiteiten. Moeten de meeste vakken in het Engels of Nederlands gegeven worden? Hoeveel internationale studenten zouden universiteiten moeten toelaten? En vooral: wanneer slaat de internationalisering door?

Dat laatste is het geval aan de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. De internationalisering legt daar een enorme sociale druk op sommige studenten. Ik heb Nederlandse studenten zien veranderen in internationals en internationals in super-internationals. Ik zat er middenin en studeerde de bachelor International Studies in Den Haag. Van de meer dan 500 studenten was de helft buitenlands, een kwart probeerde dit te zijn, en het andere kwart schaamde zich om het niet te zijn.

In de eerste instantie leek het me geweldig, zo’n internationale studie. Ik heb me altijd geïnteresseerd in andere mensen, landen, culturen en talen. Deze studie zou mij veel bijbrengen op dat gebied, dacht ik. Wat ik vooral heb onthouden, is dat ik mijn Nederlandse taal thuis moest laten. Nederlands en andere niet-Engelse talen waren in colleges en tutorials verboden. Daar is nog wat voor te zeggen. Maar scheve ogen ontvangen als je in je koffiepauze Nederlands praat tegen een Nederlandse vriend, gaat nogal ver.

Internationaal zijn is de norm tijdens de opleiding en dat sijpelde door naar de studenten zelf. Internationaal is “cool’’. Wat de student dan te doen staat, is zichzelf als zodanig presenteren. Een Nederlandse studente met een moeder uit Australië deed zich voor als een echte Aussie. Een Amerikaanse meid voelde zich wel ‘Europees’ – wat dat ook zijn mag – na twee jaar in Nederland te hebben gewoond. Een Franse jongen beweerde zich ‘Afrikaans’ te voelen na een paar bezoeken aan Kenia. Een andere studente was ‘een vijfde Zuid-Afrikaans en een zevende Inheems Amerikaans met een vleugje Chinees’.

Wat deden de Nederlands-voelende Nederlanders met Nederlandse ouders die de wereld niet rond waren geweest? Meermaals heb ik ze horen zeggen: ‘I’m Dutch, sorry, it’s boring.’ Deze druk voelde ik ook, waardoor ik me in de international classroom vooral erg oninteressant voelde. Nederlands was saai.

Toen er Engels tegen mij gepraat werd door een zich niet-Nederlands voelende Nederlander terwijl er geen buitenlandse student te bekennen was, zakte mijn broek nog verder af. De druppel die de emmer deed overlopen was een Nederlandse docent die een één-op-ééngesprek over mijn essay in het Engels hield.

Een collegezaal gevuld met studenten van allerlei verschillende nationaliteiten en achtergronden is natuurlijk een aanwist voor Nederlandse universiteiten. Maar het is too much wanneer we onbewust een situatie creëren waarin de student het gevoel krijgt van identiteit te moeten veranderen om tot de norm te behoren. Diversiteit in het onderwijs is mooi, maar ook degenen die geen wereldburgers zijn en houden van hun eigen taal horen daarbij.

Als nooit tevoren wilde ik weer kunnen schrijven en spreken in mijn moedertaal en schelden in het Brabants. Ik pakte mijn spullen en vertrok naar Tilburg University. Nu kan ik zowel Engelse als Nederlandse vakken volgen en Nederlands praten tegen Nederlands sprekende studenten en docenten, terwijl ik toch een internationale opleiding volg.

Leiden, bij International Studies slaat de internationalisering door. Laten we diversiteit als de norm stellen, waarbij de ene taal, cultuur of nationaliteit niet beter is dan de andere.

Mariska van Schijndel is oud-student International Studies (Leiden) en studeert nu Online Culture: Art, Media and Society (Tilburg)