Met een plastic zak over het hoofd strompelen de studenten een donkere kamer in. Ze verruilen hun kleding voor een vuil, linnen gewaad. Opgejut door getrek en geschreeuw worden ze een tunnel ingejaagd die uitkomt in een rond, donker vertrek. Daar moeten ze in een halve cirkel knielen, met hun knieën op de koude grond. Vanaf het balkon kijken zwartgemaskerde mensen zwijgend op hen neer. Voor hen staat ‘de President’, gehuld in een gouden gewaad en met een masker op. Een voor een moeten de studenten hun donkerste geheim opbiechten. ‘Ik heb een hardloopster aangereden’, zegt één. ‘Ze was al dood voordat ik iets kon doen.’ ‘Je zonden zijn nu vergeven’, antwoordt de President. Tot slot worden de studenten een voor een gebrandmerkt.
Zo begint een ontgroeningsscène uit Ares, de allereerste Nederlandse serie die twee weken geleden in première ging op Netflix. De psychologische horror volgt Rosa, een Amsterdamse geneeskundestudent van Nederlands-Surinaamse afkomst, die lid wordt van het exclusieve genootschap Ares. Dat bestaat uit de oude Nederlandse elite.
Dubbele achternamen
Mensen met dubbele achternamen die exclusieve feesten geven en de belangrijke beslissingen in Nederland nemen, tot zover gaat de vergelijking met verenigingen als Veritas en Albertus redelijk goed op. ‘In de serie zegt iemand dat de leden van Ares worden opgeleid tot de elite van Nederland’, vertelt hoofd scenarioschrijver Michael Leendertse. ‘Dat zou je ook kunnen zeggen over de Nederlandse studentenverenigingen. Daar word je geen loodgieter.’
Maar de Ares-leden gaan een stap verder: zij houden dodelijk serieus een wedstrijdje met wie het snelst zijn opa kan ontwaren op De Nachtwacht. En terwijl de leden in de woonkamer genieten van drank, drugs en trio’s, bungelen aan de kapstok de zwarte, blauwe en gouden gewaden, witte kraagjes en zwarte kraaienmaskers en klinkt in de kelder het onheilspellende geluid van ratelende kettingen.

Psychologische horror is een opvallend genre voor zowel Nederlandse filmmakers als Netflix. ‘Netflix belde om te vragen of we iets met studenten en horror konden maken’, vertelt Leendertse. ‘We wisten meteen dat het geen gore horror moest worden met gillende en wegrennende mensen. De psychologische ontwikkeling van de karakters is veel interessanter. Wat doen zij hunzelf en anderen aan om iets te bereiken? Wat kost ambitie?’
Veel, zo ondervindt ook Rosa. Klaar om via Ares de maatschappelijke ladder te beklimmen, verraadt ze haar vriend, kotst ze liters zwarte smurrie uit en verminkt ze lijken. Beloning: een zeer gewilde, prestigieuze stage bij een dokter.
Mythisch wezen
‘Ik ben deels geïnspireerd door verhalen over Nederlandse studentenverenigingen’, vertelt Leendertse. ‘Zo moest mijn vriendin vroeger bij de Amsterdamse vereniging Lanx iedere avond proosten op een mythisch wezen in de kelder, de “Manticore”. Maar verder is Ares het product van onze verbeelding. We hebben deze wereld zelf geschapen. We hadden geen boek of film om ons op te baseren. De muren van ons kantoor hingen maandenlang vol met concept art, kostuumvoorbeelden en foto’s van locaties.’
Ares is dit de allereerste Nederlandse serie op zo’n groot internationaal toneel en wordt ondertiteld in acht talen en nagesynchroniseerd in Frans, Duits en Spaans.
De ruim 167 miljoen abonnees van Netflix, die verspreid over 190 landen wonen, kunnen een mooi stukje Universiteit Leiden bewonderen. Een aantal scènes is namelijk opgenomen in een collegezaal van universiteitscampus Wijnhaven in Den Haag. Je ziet er Rosa een college geneeskunde volgen en ruziën met een docent.
‘Als kijker volg je Rosa’s reis van de normale naar de fictieve wereld’, legt Leendertse uit. ‘Het is belangrijk dat kijkers die normale wereld herkennen, en daarom hebben we voor kenmerkende locaties zoals deze collegezaal gekozen.’

Het Britse dagblad The Guardian herkende er zelfs Augustinus in, schrijven ze in een stuk met als kop 'Behind TV drama Ares is chilling reality of student fraternities'. Volgens de krant is de serie ‘gebaseerd op een heel echt fenomeen: machtige studentenverenigingen die een overvloed aan vrienden, feesten en connecties beloven in ruil voor loyaliteit’.
Augustinus
De krant zegt verder dat ‘de grootste Nederlandse verenigingen – zoals Veritas in Utrecht, Augustinus in Leiden, en Albertus Magnus in Groningen – worden omgeven door Latijnse terminologie, symbolen en rituelen’, om vervolgens alle ontgroeningingsschandalen (en alle doden en gewonden) op één hoop te gooien.
‘Ares is fictief’, benadrukt Leendertse nogmaals. ‘Dat heb ik ook nadrukkelijk tegen die journalist gezegd.’ Toch presenteert het artikel Ares als representatief voor Nederlandse verenigingen.
‘Jammer’, reageert Rosalie Klerkx, voorzitter van Augustinus. ‘Wij zien helemaal geen overeenkomsten tussen Ares en Augustinus. Buitenlandse media hebben de serie verkeerd opgepikt, het gaat namelijk over een genootschap en niet over een studentenvereniging. Ik hou niet van horror en ik ga de serie niet kijken.’