De basisschoolkinderen die de speeltuin ‘Oosterkwartier’ aan de Ambonstraat in Leiden komen binnenstormen, kijken hun ogen uit. Daar staat een vreemde steiger midden in ‘hun’ speeltuin, met daarop veel te oude kinderen.
Terwijl uit een bluetoothspeaker vrolijke deuntjes klinken, maken negen studenten de muren van het verwaarloosde clubhuis schoon, schuren het houtwerk en beginnen te verven.
Honderdvijftig leden van studentenvereniging Quintus gingen onlangs aan de slag bij vrijwilligersprojecten in Leiden en omstreken. Samen met de goededoelencommissie, Pro Bono, en een aantal lokale goede doelen werd de zogeheten Karmaweek opgezet.
Rondje wandelen
‘Ik had niet verwacht dat we zoveel werk konden verrichten, vertelt Doortje van Helden. Ze is projectcoördinator van Stichting Present en heeft, in samenwerking met de speeltuinvereniging, ervoor gezorgd dat de studenten hier terecht konden. Ook wist zij te regelen dat de Quinten met gevaccineerde ouderen een rondje konden wandelen.
‘Net als studenten zitten ook de ouderen vooral alleen op hun kamer’, zegt Van Helden. ‘Het is een win-win situatie. De studenten kunnen in de buitenlucht aan de slag en het clubhuis krijgt een mooie opknapbeurt.’
Lunch met Bavaria 0.0
Annika Kouwenhoven, van het Quintusbestuur: ‘Ook wij hebben een dag meegeholpen met de kozijnen schuren en verven.’ Volgens haar was het doel van de Karmaweek om iets terug te doen voor Leiden en haar inwoners. ‘Onze leden zitten alleen maar thuis en missen het sociale verenigingsleven. Via het vrijwilligerswerk kunnen ze zich actief inzetten voor de stad en tegelijk weer elkaar zien. Voor ons als bestuur is het ook fijn om iedereen weer te zien. Het is toch best uitgestorven, zo alleen in het pand.’
Rond twaalf uur ‘s middags komen de studenten van Quintus een voor een langs de sociëteit aan de Boommarkt om hun lunchpakketjes op te halen: een Karmaweek-tasje met daarin twee broodjes, fruit en een blikje Bavaria 0.0.
‘Naast dat veel eerstejaars zich hebben opgegeven, hebben ook veel derde- en vierdejaars zich aangemeld’, zegt Kouwenhoven. ‘Veel Quinten hebben zich als duo opgegeven. Dat maakt het net iets leuker.’

Dispuutsgenoten Paula van Petersen (22, security studies) en Sam te Wierik (20, rechtsgeleerdheid) vormen zo’n duo. De eerstejaars zijn verantwoordelijk voor het schoonmaken van de muren van het clubhuis. ‘Het is fijn om er even uit te zijn’, vertelt Te Wierik. ‘Normaal zit je alleen op je kamer achter je laptop en zie je bijna niemand.’
Voor hen is het een kans om tijdens de coronaperiode toch nieuwe Quinten te leren kennen: ‘Buiten mijn jaar en mijn dispuut om ken ik maar iets van tien andere Quinten. Straks sta je op de borrel en ken je helemaal niemand’, vertelt Van Petersen. ‘Nu ken ik tenminste ook nog de helft van een ander dispuut.’
Naast dat veel eerstejaars zich hebben opgegeven, bleken ook veel derde- en vierdejaars zich aangemeld te hebben.
Tuin vol grofvuil
Op naar het volgende project: in een zijstraat van de Marnixstraat, door een doolhof van poortjes komt Kouwenhoven uit bij de tuin van bewoonster Julia. Wat tot voor kort een opeenstapeling was van alles overwoekerende planten en grofvuil begint steeds meer op een nette tuin te lijken. In vijf dagen vulden en vervoerden de Quinten zes grote bouwafvalzakken.
Julia is erg dankbaar. ‘Al twee jaar zag ik de troep groeien en groeien.’ De jonge vrouw woont alleen en heeft rugproblemen, waardoor ze geen langdurig zware arbeid kan verrichten. ‘Ik probeer mee te helpen, maar na een korte inspanning moet ik weer even uitrusten.’ Ook hulp van familie was uitgesloten. ‘Zij wonen allemaal in de omgeving van Utrecht’, vertelt ze, terwijl ze vanuit een tuinstoel een paar takken in de afvalzakken gooit.
Uitdijende jungle
Hierdoor moest Julia noodgedwongen toekijken hoe de jungle in haar voortuin alsmaar bleef uitdijen, tot ze uiteindelijk besloot aan de bel te trekken bij een maatschappelijk werker. Deze bracht haar in contact met Stichting Present en de studenten van Quintus.
‘Alle studenten die hier zijn geweest waren aardige mensen’, vertelt Julia terwijl ze koffie inschenkt en koekjes neerlegt. ‘Als ze even geen zin hadden om te praten, bleef ik gewoon doorkletsen.’
‘Ik denk dat de Karmaweek een succes is’, zegt Kouwenhoven als ze op de fiets stapt om bij Quintus een nieuwe groep op te vangen. ‘Ik hoop natuurlijk dat nu veel studenten kennis hebben gemaakt met het vrijwilligerswerk, ze blijven hangen en ook daar actief worden. Dat zou een mooi resultaat zijn.’
