Meteen naar familie
‘Voor mij was het meteen duidelijk’, vertelt sterrenkundestudent Jacob Bieker. ‘Ik wilde zo snel mogelijk naar huis om bij mijn familie te zijn. Mijn grootste angst was dat ik niet in de buurt zou zijn als er er iets met hen zou gebeuren.’
Half maart vloog hij terug naar Oregon, Amerika. ‘Toen wist ik nog niet dat er in Amerika zoveel doden zouden vallen. De federale regering heeft naar mijn mening niet goed gehandeld. Gelukkig heeft de regering van Oregon wel goed opgetreden.’
In september hoopt Bieker terug naar Nederland te kunnen komen om zijn laatste semester af te maken.

Groot huis met tuin
‘Eén van mijn huisgenoten is terug naar Californië gegaan om voor haar ouders te zorgen. In mijn situatie was het niet nodig om terug naar Duitsland te gaan’, vertelt psychologiestudent Marie-Sophie Otto.
Wel heeft ze regelmatig contact met haar familie. ‘Ik zou het verschrikkelijk vinden als iemand die dichtbij me staat in financiële problemen of gezondheidsproblemen raakt.’
Anderzijds beschouwt ze de lockdown als een periode waarin ze het eindelijk wat rustiger aan kan doen. ‘Ik woon samen met drie huisgenoten in een familiehuis met tuin. Beter kun je niet wensen in zo een periode.’ Toch kan ze niet wachten totdat het leven weer normaal wordt.

Hopen op werk
Ook psychologiestudent Emma Holden is in Nederland gebleven. ‘Ik voel me hier veiliger dan in Engeland.’ Ze vindt dat de Nederlandse overheid beter handelt dan haar eigen regering.
En er is nog een reden waarom ze hier wil blijven: haar vriendje. ‘Ik zou hem niet zolang willen missen.’
De komende jaren hoopt ze in Nederland te kunnen blijven. Toch maakt Holden zich zorgen over haar toekomst hier.
‘Ik wil graag een baan binnen de psychologie. In Engeland heb ik een betere kans om een baan te vinden.’
Holden was, door de taalbarrière en het kiezen van de onjuiste stage, al onzeker over het vinden van een baan. ‘Door de coronacrisis nemen vele bedrijven nauwelijks nog mensen aan. Dit maakt het nog lastiger.’

Toch niet naar Italië
Filosofiestudent Ario Alberto Zulini wilde in eerste instantie terug naar Italië, maar tegelijkertijd sloegen de twijfels toe. ‘Er gaat zoveel door je heen. Emotioneel gezien wilde ik naar mijn familie, maar rationeel gezien had ik mijn twijfels. Mijn grootmoeder heeft alzheimer en woont bij mijn ouders thuis.’
Hij was graag teruggegaan naar Italië om te helpen met het verzorgen van zijn oma. Aan de andere kant wilde hij niet het gevaar lopen dat hij zijn oma zou besmetten. ‘Ik zou mezelf nooit kunnen vergeven als ik de oorzaak ben van haar overlijden.’
‘Tegelijkertijd was ik bang dat als ik naar Italië zou gaan, ik Nederland niet meer in zou komen.’ Zulini zou graag de komende jaren in Nederland blijven wonen. Hij is, net als Holden, bijna klaar met zijn master en is op zoek naar een baan in het bedrijfsleven. Als hij geen werk vindt, zal hij alsnog terug naar Italië moeten.
Toch blijft hij positief. ‘Ik denk dan ook dat de samenleving, onder andere de gezondheidszorg, beter zal zijn na deze periode. Ik zie elk probleem tegelijkertijd als een kans. We moeten er het beste van zien te maken.’
