Studentenleven
‘In oktober was de lucht dramatisch’
Student Archeologie Lisoula Feenstra overziet de stad vanaf de bovenste verdieping van de Leidse Schans. 'De vensterbank is mijn favoriete plekje in mijn kamer'
Emiel Beinema
donderdag 26 januari 2023
Foto Taco van der Eb

Huis: Das Penthaus
Kamer: 24m²
Huur: €450

Woon je hier al lang?
‘Nee, pas sinds oktober. Daarvoor woonde ik in deze flat op de achtste verdieping. Nu helemaal bovenin, op de zestiende. Ik ben er wel op vooruitgegaan. Beneden woonde ik met een huisgenootje. Heel gezellig, maar ik had behoefte aan een eigen plekje. Dat heb ik hier gevonden: ik kan het lekker inrichten zoals ik zelf wil, en doen en laten wat ik prettig vind. Wat ik wel mis, is mijn balkonnetje. Dat was ook heel handig om mijn kamer ’s zomers te luchten. Als ik in onze keuken de balkondeur opendeed en in mijn kamer mijn raam, dan had ik een enorme tocht.’

Je hebt een geweldig uitzicht.
‘Daar word ik elke dag weer heel blij van. De vensterbank is mijn favoriete plekje in mijn kamer. Het is aan de ene kant een heel geborgen hoekje, maar tegelijkertijd heel vrij vanwege het uitzicht. Ik kijk recht op deze campus (Leidse Schans, red.).’

'In de groepsapp sturen we elkaar foto’s van de zonsondergang'

Heb je een favoriet jaargetijde voor je uitzicht?
‘Het leuke is: elke dag is weer anders. Vandaag zie je vanaf hier niet eens de toren van de TU Delft, maar op andere dagen kun je zelfs Rotterdam zien liggen. Sinds ik hier woon, had oktober de meest dramatische luchten. Toen zaten we hier met de hele gang voor ons raam te kijken naar de knalroze hemel. In de groepsapp van deze verdieping sturen we elkaar ook foto’s van de zonsondergang en mooie of dreigende wolken voor de buren die niet thuis zijn of aan de andere kant wonen. Nu kijk ik uit naar de zomer, als mensen in het gras bij het water zitten.’

Hoe kom je aan al die veren?
‘Ik heb ze een tijd verzameld, dus ik heb er veel te veel. Als ik nu een heel mooie veer vind, denk ik terug aan toen ik ze verzamelde en laat ik hem liggen. Maar misschien dat ik me nog eens bedenk en weer ga verzamelen.

‘Een vriendin die opgroeide op een boerderij hoorde een keer van mijn verzameling. Toen heeft ze me verrast met pauwenveren en veren van een goudfazant. Die staan hier nu in deze potten.

‘Ik heb in de kast en bij mijn ouders nog veel meer bijzondere veren. Eentje van een Vlaamse gaai, bijvoorbeeld. En een grote zwarte veer, die ik tijdens mijn KMT heb gevonden. Echt een joekel: zo’n 25 centimeter. Die heb ik gevonden toen ik aan het begin van de week van de wc terug naar het sjaarzenkamp hobbelde.

‘Ik heb hem toen gauw verstopt in mijn slaapzak en er de hele KMT telkens voor gezorgd dat ik hem daar voorzichig inrolde, zodat hij heel bleef. Toen hij ongeschonden door die periode was gekomen, was dat een hele opluchting.

‘Ik was in die tijd erg bezig met kleuren en betekenis. In het zwart van de veer zag ik toen bescherming, tijdens een KMT die ik niet zo geweldig vond. Hij kwam dus op een goed moment.’