‘Het leek wel een verlaten kraakpand’, vertelt Kilian van Embden (24, informatica) over zijn laatste maanden in Huize De Witte Raaf. Met nog één huisgenoot was hij overgebleven in het vroeger zo bruisende studentenhuis aan de Papengracht 17-19. ‘Vaak had ik niet door hoe bizar stil het eigenlijk geworden was.’
Pas toen hij na zijn verhuizing weer geluiden hoorde van de buren, realiseerde Van Embden zich hoe uitgestorven het de laatste maanden in het studentenhuis was geweest. ‘Het stampen van huisgenoten op de trap, het kraken van het bed in de kamer boven mij en schreeuwende huisgenoten om drie uur ’s nachts was ik alweer vergeten.’
Nablijven
Sinds het begin van de pandemie woonden er nog maar acht studenten in De Witte Raaf: 21 van de 29 kamers stonden leeg. Op 15 februari vertrokken de laatste twee bewoners, nadat studentenhuisvester Duwo al in de zomer van 2018 een bewonersstop had aangekondigd. Reden: het gebouw moest worden gerenoveerd.
Van Embden vindt vooral het contrast met de jaren vóór de leegloop pijnlijk: ‘Als je op een normale doordeweekse dag door het huis liep waren overal groepjes van vijf tot tien personen iets aan het doen. Ik denk dat er per week wel 100 verschillende personen in het huis langskwamen.’
‘Daarnaast was onze standaard huisavond vergelijkbaar met een volledige borrel. Er zijn kroegen in Leiden waar minder alcohol werd geconsumeerd dan bij ons. De laatste maanden voelden alsof je moest nablijven met maar een klein deel van de klas.’

Het monumentale studentenhuis aan de Papengracht werd in het begin van de zeventiende eeuw gebouwd, vermoedelijk als woonhuizen voor welvarende Leidse families. Na een kortstondig gebruik, in 1893, door het Rijksmuseum van Oudheden, namen in het begin van de twintigste eeuw steeds meer studenten hun intrek op de Papengracht.
In de jaren 60 van de vorige eeuw werden Papengracht 17 en 19 opgekocht door de, in 1957 opgerichte, Stichting Leidse Studentenhuisvesting (SLS), de voorloper van Duwo. Vanuit de gemeente waren er in die tijd plannen om beide gebouwen en de drie tussenliggende garages tot één studentenhuis om te bouwen.
Na de oplevering van het pand in 1978 woonden er uitsluitend Leidse studenten: 29, zowel mannelijk als vrouwelijk. Al snel werd het huis een bolwerk van studenten die zich aansloten bij L.V.V.S. Augustinus. De tendens om daar lid te worden veranderde rondom de eeuwwisseling tot een verplichting, toen de laatste Quinten vertrokken. Hiermee werd de ‘Witte Raaf’ het oudste en grootste verenigingshuis van Augustinus.
Oud-bewoner Milan Simic kan zich de betere tijden nog herinneren: ‘“De Paap” stond bekend als het baken in de beperkte huizencultuur van Augustinus.’
Eenmaal per jaar opende Huize de Witte Raaf haar deuren op Koninginnedag – en later Koningsdag – voor Leidse studenten die tot in de vroege uurtjes konden genieten van alles wat het studentenleven te bieden had. De kamers op de benedenverdieping werden leeggehaald en de tuin ingericht zodat er honderden mensen terecht konden op de Papengracht.
Gele kaart
‘De datum en begintijd stonden vast, de eindtijd was meestal na een gele kaart van de politie of als de vlammen van het tuinvuur boven het dak uitkwamen.’
Niet alleen tijdens hun huisfeest bleek het studentenhuis aan de Papengracht een toeristische trekpleister te zijn voor studentikoos Leiden. Ook tijdens WK’s en EK’s was de tuin van de Paap een populaire bestemming. ‘We trokken een zeil over de tuin, bouwden van kratten en pallets tribunes en zetten daar banken op. In alle hoeken van de tuin kwamen tv’s en speakers te staan, dat was echt goed.’

De ligging achter- en het contact met de vereniging bleek het succes te zijn van het huis. ‘Elk jaar kwamen er nieuwe “Raafjes” die stuk voor stuk actieve Augustijnen werden én waren wij als huis jarenlang hofleverancier van het Augustinusbestuur.’
Bierfontein
Ook toen de biertanks op Augustinus in het kerstreces van 2015 geleegd werden, bleek de ligging van het huis, pal achter de vereniging, van strategische waarde. ‘Het bier bleek vanuit de tanks via een slang regelrecht het putje in de tuin van de sociëteit te stromen. Hartstikke zonde natuurlijk.’
De studenten rolden via de vrouwentoiletten een langere slang naar hun eigen tuin: ‘Zo hadden we een bierfontein en konden we zelf tappen. Uiteindelijk hadden we voor zo’n twee dagen bier.’
Simic kijkt teleurgesteld terug op het sluitingsproces. ‘Over Huize De Witte Raaf zouden boeken kunnen worden geschreven. Helaas zullen er geen nieuwe hoofdstukken meer bijkomen.’

Het doek viel in de zomer van 2018. Toen kreeg oud-bewoner Joris Hummel (25, bio-farmaceutische wetenschappen) in een gesprek met Duwo te horen dat het huis dermate verouderd en verwaarloosd was dat iedereen moest verhuizen. ‘Dit besluit kwam voor ons echt uit het niets.’
De problematiek begon in februari van dat jaar. Nadat in een korte tijd een paar huisgenoten vertrokken, bleek het moeilijk te zijn om hun kamers snel op te vullen: ‘Hospiteren in het voorjaar is lastig voor een groot studentenhuis met een verplichting om lid te zijn bij Augustinus’, vertelt Hummel.
Moeizame relatie
Gezien de geschiedenis van het huis hielden de bewoners vast aan deze verplichting. ‘In die tijd van het jaar kregen we maar twee of drie hospitanten. Zij waren helemaal niet op zoek naar een studentenhuis met negentwintig huisgenoten, dus bleven de kamers leeg.’
Duwo ontnam hierdoor het hospiteerrecht van Huize de Witte Raaf en zorgde, middels een advertentie op ROOM.nl, de site van de huisvester waarop kamers worden aangeboden, zelf voor nieuwe huisgenoten. ‘Wij gingen er vanuit dat dit in de zomer, wanneer er genoeg nieuwe studenten waren, weer zou worden teruggedraaid.’
De relatie met Duwo was al jarenlang erg moeizaam. De huisvester dreigde regelmatig met een hospiteerstop: ‘Er zijn vaker waarschuwingen geweest’, geeft Hummel toe. ‘Maar dat waren vaak loze dreigementen.’ Simic: ‘Om de zo veel maanden werd er weer een grote klopjacht ingezet om de bewoners in het gareel te krijgen.’
Hoofdpijndossier
Soms gebeurde dat met een goede reden, geven de twee toe: bijvoorbeeld als de overlast naar de buurt of de vernielingen in het huis te groot werden. Maar vaak waren klachten onterecht, vinden ze, zeker als het ging over hygiëne van de ernstig verouderde keukens of het leeghouden van de gangen. ‘Een cent in het huis investeren, was te veel gevraagd’, vertelt Simic. ‘De band met Duwo bleef in ieder geval bipolair.’
Hummel schreef in juni 2018 een brief naar Duwo waarin hij de stichting verzocht het hospiteerrecht aan het studentenhuis terug te geven. In plaats van dat verzoek in te willigen, werd Hummel uitgenodigd voor een gesprek. ‘Toen werd mij verteld dat de Papengracht niet meer voldeed en dat het huis dusdanig verouderd was dat het gevaarlijk was er te blijven wonen.’

De moeizame relatie met Duwo ontstond na jarenlange conflicten over slechte hygiëne, onvoldoende brandveiligheid, overlast, leegstand van kamers en vernielingen. Volgens de bewoners gold De Witte Raaf als ‘hoofdpijndossier’.
Toch probeerden ze naar eigen zeggen de brandveiligheid en hygiëne te verbeteren en de overlast te beperken, zegt Hummel. ‘De gangen en vluchtwegen werden vrij gelaten van troep, de keukens werden beter onderhouden en de overlast richting de buurt was bijna volledig teruggedrongen. In het laatste jaar is er enkel incidenteel een klacht geweest van overlast bij de buren.’
Random inspecties
Desondanks bleef de studentenhuisvester bij het besluit tot renovatie. ‘Het duurde heel lang voor Duwo ons op de hoogte stelde’, zegt Van Embden. ‘Niemand van ons wist waar we aan toe waren.’ Pogingen om informatie te krijgen van de verantwoordelijke beheerder waren vruchteloos. Ook de hoofdverantwoordelijke van Duwo Leiden was onmogelijk te bereiken, zeggen ze.
Steeds vaker kwamen er ‘random’ mensen onaangekondigd over de vloer, vertelt Hummel: ‘Architecten, schoonmakers en mensen van de brandweer kwamen langs voor controles of om dingen op te meten.’ Onder de bewoners ontstond het vermoeden dat dit gebeurde om het ‘hoofdpijndossier’ verder aan te vullen en hen zo snel mogelijk weg te krijgen.

Toen de zoveelste inspecteur langskwam, spraken de huisgenoten haar aan. ‘We lieten weten dat wij het idee hadden dat Duwo ons liet doodbloeden’, vertelt Hummel. ‘De medewerker schoot gelijk in de verdediging en zei dat dit niet geval was, maar dat er ergens hogerop een beslissing werd gemaakt en Duwo Leiden van niks wist.’
Slopers
Na bijna tweeënhalf jaar onduidelijkheid viel er eind 2020 envelop op de mat. ‘Vanaf januari 2021 moest iedereen verhuisd zijn’, vertelt Van Embden. ‘We werden met spoed uit het huis gezet: op de dag van de sleuteloverdracht hadden slopers onze spullen al weggegooid.’
Als tegemoetkoming om voor januari 2021 te verhuizen kregen de bewoners een vergoeding van duizend euro en voorrang op de wachtlijsten van ROOM.nl. Uiteindelijk hadden alle huisgenoten medio februari het studentenhuis verlaten.
Van Embden: ‘Tegen ons werd gezegd dat ze geen oud-huisgenoten terug wilden hebben en zelfs helemaal geen Augustijnen. In mijn ogen is heel die verbouwing een gigantische façade, er zijn in Leiden namelijk huizen in veel slechtere staat. Duwo was onze cultuur zat en dat snap ik gezien de jarenlange spanningen, maar we waren op een goede weg en ik had die cultuurverandering graag doorgezet.’
‘Wij onderhouden alle panden volgens een vastgestelde cyclus’, laat Duwo-woordvoerder Varisha Aksit weten. ‘Bij het besluit tot verbouwen, speelt de technische staat van het pand een grote rol, maar ook andere factoren zoals veiligheid en duurzaamheid. Uiteraard heeft de wijze waarop het pand gebruikt wordt op lange termijn invloed op de besluitvorming.’
Op het vermoeden van de Witte Raaf-bewoners dat Duwo het huis bewust liet ‘doodbloeden’ reageert zij als volgt: ‘Zodra er informatie gegeven kon worden is dat gedaan, helaas zat er soms een periode tussen de momenten dat er geïnformeerd kon worden. Maar er is geenszins sprake van opzet geweest. De besluitvorming in dit traject is op sommige momenten minder snel gegaan. We kunnen ons voorstellen dat de bewoners soms meer behoefte hadden aan informatie. Maar die was op deze momenten niet voorhanden.’
Over de toekomst van het huis, meldt ze: ‘Na de verbouwing wordt dit pand weer ingezet voor studentenhuisvesting.’ Hierbij wordt naar eigen zeggen geen onderscheid gemaakt op grond van studenten-/studievereniging. De nieuwe woningen aan de Papengracht worden toegewezen op basis van inschrijfduur bij Room.nl. ‘Ook de oud-huisgenoten kunnen reageren op het aanbod, mits zij ingeschreven staan.’
Inmiddels gaan er geruchten rond dat de Papengracht gaat fungeren als tijdelijke woning voor een ander Leids studentenhuis dat geherhuisvest wordt. Duwo bevestigd dat dit tot de mogelijkheden behoort, maar geeft ook aan dat er nog geen beslissing is genomen. In dit geval zal er niet geadverteerd worden op ROOM en is het voor de oud-huisgenoten onmogelijk om terug te keren naar de Papengracht.
