Studentenleven
Hoe de lockdown internationals nóg dieper in hun isolement duwt. ‘Ik ken één Nederlander: mijn docent’
De geestelijke nood onder Nederlandse studenten mag door de lockdown dan hoog zijn, internationals hebben het nog veel zwaarder. Extra schrijnend: dat probleem bestond ook al vóór corona. ‘Ik ben hier voor het land en de mensen, maar ik ontmoet niemand.’
Pepijn Boumans
dinsdag 13 april 2021
Illustratie Silas.nl

Vol goede moed verhuisde Laura Panisello Valldepérez begin februari van Barcelona naar Leiden. Corona, of niet: haar plan was om – naast studeren natuurlijk – ook de stad en land te leren kennen en Nederlandse vrienden te maken.

Het resultaat tot dusver: ‘Ik heb één Nederlander leren kennen, en dat is mijn docent.’

Nederlandse studenten heeft ze nog niet gesproken. ‘In mijn studentenhuis wonen alleen internationals.’ Hoewel ze veel plezier heeft met haar huisgenoten baalt ze hier flink van. ‘Ik ben hier gekomen om de Nederlandse cultuur en de mensen te ontdekken, maar ik ontmoet niemand.’

Corona en de lockdown zijn funest voor het studentenwelzijn. Het ISO (Interstedelijk Studenten Overleg) publiceerde onlangs een onderzoek waaruit bleek dat driekwart van de universitaire studenten het contact met medestudenten als slecht ervaart.

Eennzaamheid, zorgen en verveling

Voor internationals komt daar ook nog eens bij dat hun vrienden en familie honderden – zo niet duizenden – kilometers verderop zitten. Het Nuffic (de Nederlandse organisatie voor internationalisering in onderwijs) omschrijft hen dan ook als ‘kwetsbare groep’, en bracht recent een alarmerend bericht uit dat ruim 40 procent van hen met depressiviteitsklachten zit.

De grootste gevaren, signaleerde het Nuffic: eenzaamheid, zorgen en verveling.

‘We bereiken nog niet de helft van de studenten, maar een hoop mensen zijn eenzaam’

Deze zorgelijke pandemiecijfers maskeren echter een probleem dat al veel langer speelt. Nu een lokaal vangnet belangrijker is dan ooit, kijken verschillende organisaties misschien kritischer naar sociale contacten dan normaal, maar feit is dat internationals en Nederlandse studenten überhaupt nauwelijks mengen. In de zomer van 2019, ruim voor corona dus, bleek uit een ISO-enquête al dat driekwart van de internationale studenten zeer weinig contact hadden met de Nederlandse studiegenoten.

‘Internationale studenten worden actief geworven’, zei Carline van Breugel, toenmalig voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond, destijds inTrouw. ‘Maar als ze in Nederland aankomen zijn er vaak geen betaalbare woningen, krijgen ze geen Nederlandse les en vinden ze moeilijk aansluiting bij Nederlandse medestudenten. Dit moet echt anders.’

Moeizaam contact

Die situatie is verder verslechterd nu internationals ook onderling nauwelijks mogelijkheden hebben om elkaar te leren kennen. De uit Sarajevo afkomstige Barbara Medenica is bestuurslid bij ESN, de grootste vereniging voor buitenlandse studenten. Met haar bestuursgenoten doet ze haar best om de nieuwe lichting zo goed mogelijk op te vangen, en te laten integreren. Normaal gesproken trekken ESN-activiteiten honderden deelnemers, maar nu alles online moet zijn ze al blij met twintig.

‘Het probleem waar nieuwe leden ons het meest over berichten is hoe moeilijk het voor ze is om nieuwe vrienden te maken. Er zijn mogelijkheden om online nieuwe mensen te leren kennen, bijvoorbeeld via ons, maar dat helpt niet echt.’ Medenica is bang dat ze allang geen zicht meer heeft op de meeste internationals. ‘We bereiken nog niet de helft van de studenten die we normaal gesproken zouden spreken. Een hoop mensen zijn eenzaam.’

Ook onder de Nederlandse studenten maken ze weinig vrienden. Bijna alle hospiteerberichten zijn voorzien van de dreigende disclaimer ‘NO INTERNATIONALS’, meestal zonder verdere uitleg, en ook bij de studentenverenigingen voelen ze zich niet welkom. De meesten staan theoretisch wel open voor internationaal lidmaatschap, maar geen enkele website van ‘de grote vijf’ is in het Engels te lezen – alleen Minerva heeft wat informatie over hoe lid te worden. In de praktijk sluiten vrijwel uitsluitend Belgen en Duitsers die al goed Nederlands spreken zich aan.

Ook de Italiaanse Arianne Zarfati is hard getroffen door de crisis. Eerst werd haar stage bij Heineken stopgezet, tijdens de tweede lockdown werd ze abrupt ontslagen bij het restaurant waar ze werkte. Ze had een nulurencontract en geen recht op enige steun. ‘Natuurlijk kan ik geen huur en eten betalen als ik geen inkomen heb. Het was psychologisch heel uitputtend. Ik voelde me nutteloos.’

Stroeve start

En dan zat ze ook nog alleen in een vreemde stad. ‘Je ouders zijn er niet, het is niet je eerste taal. Je weet niet goed wat je er om je heen gebeurt, en wat je moet doen als je een probleem hebt.’ Ze had het geluk dat ze voor de lockdown wel al Nederlandse vrienden had gemaakt. ‘Anders was ik helemaal alleen geweest.’

‘Nederlanders zijn stroopwafels: superzoet vanbinnen, maar je moet ze eerst goed opwarmen’

Maar die vriendschappen krijg je niet zomaar, weet de Portugese Miguel Mira, die vier jaar in Leiden heeft gewoond. Het eerste jaar verliep stroef, maar nadat hij een paar Nederlandse jongens keer op keer bleef uitnodigen wist hij toch een grote vriendengroep op te bouwen. ‘Nederlanders zijn stroopwafels. Super zoet aan de binnenkant, maar je moet ze echt even goed opwarmen.’

Eng

Hij hoopt dat meer Nederlandse studenten open zouden staan voor internationals als huisgenoten. ‘Het is eng om mensen met een andere taal en cultuur in je huis te laten, maar het stelt je in staat om zoveel meer over de wereld te leren dan je ooit in een boek tegen kan komen.’

‘Het is een moeite die de mensen niet willen en hoeven aangaan, gezien het forse aantal Nederlandse studenten’, geeft De Roemeense Alexandra Sima toe. Toch is het volgens haar niet zo’n obstakel als sommigen vrezen. ‘De verschillen zijn niet zo groot. Uiteindelijk realiseren studenten zich dat hun ervaringen allemaal min of meer hetzelfde zijn.’

‘Wel een praatje maken, maar niet thuis uitnodigen’

Waarom is het nou zo lastig om Nederlandse vrienden te maken?

‘Nederlanders hebben een bepaalde gereserveerdheid’, zegt Rosalinde Spitters, antropoloog en vaardigheidsdocent op de Faculteit Sociale Wetenschappen. Ze zet denktanks en teams op die zich inzetten voor community building, ook voor internationals.

Volgens haar maakt de aard van de Nederlandse sociale structuur het erg lastig is om vanaf buiten diepgaand contact op te bouwen. ‘Mensen staan open voor een praatje maken, maar het wordt niet snel diepgaand of persoonlijk. Je wordt niet snel bij iemand thuis uitgenodigd.’

Het zou helpen als iedereen zich daar meer bewust zou zijn, denkt ze. ‘Nederlandse studenten kunnen beter hun best doen om internationals actief te betrekken bij hun persoonlijke leven, en niet alleen als eenmalige activiteit. Andersom is het belangrijk dat internationale studenten ook als ze tegen dingen aanlopen hun best blijven doen om te investeren in deze samenleving. Er wordt aan beide kanten teveel gegeneraliseerd over de andere groep.’