‘We hadden buitengewoon veel aanmeldingen’, zegt aankomend Augustinusvoorzitter Wouter Geerts. Van de 1100 gegadigden (100 meer dan vorig jaar) was er maar plaats voor 400. Anders dan voorheen, en anders dan de meeste andere verenigingen, werd er op verschillende momenten geloot. ‘Dat vonden we eerlijker’, legt Geerts uit. ‘Als je op de dinsdag van de El Cid nog een rondleiding wil, moet er nog wel plek zijn.’
Jurian Calis van de Plaatselijke Kamer van Verenigingen (PKvV) bevestigt de toegenomen populariteit. Volgens hem is het aantal Leidse eerstejaars dat zich bij een vereniging heeft aangesloten met 11 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar, van 2534 naar 2812.
Van de 850 aanmeldingen nam Minerva wederom zeshonderd nieuwe leden aan. ‘Vorig jaar waren het er ruim duizend maar toen kon je online inschrijven in plaats van alleen fysiek. Dan moet je lang in de rij staan’, zegt voorzitter Cato Colenbrander. Een ander verschil is dat er vorig jaar geen traditionele KMT was en dit jaar wel wordt ontgroend. ‘Misschien is dat voor studenten spannend.’
Ook Quintus haalde de ledenstop van 325 makkelijk. ‘We hadden extra laptops nodig om de drukte bij te houden’, zegt aankomend voorzitter Jesse Bosman. ‘Een deel van de inschrijvers ging daarom naar huis om er nog meer op te halen.’
SSR heeft met 230 nieuwkomers nog ruim honderd studenten op de wachtlijst staan. Catena telt tot nu toe 139 nieuwe inschrijvingen, maar daar kan iedereen het hele jaar door lid worden. Roeivereniging Njord schreef dankzij 280 inschrijvingen geschiedenis, aldus aankomend Njord-voorzitter Floris Gerritsen: ‘Voor het eerst in 147 jaar is de grens van duizend leden in totaal overschreden.’
Eenmaal ingeschreven breekt een periode van kennismaken aan: niet alleen met elkaar, maar ook met de geschiedenis, gebruiken en liederen van de vereniging. Bij Minerva leek de kennismakingstijd dit jaar behoorlijk op de traditionele versie, zegt Colenbrander. ‘We mochten best veel, maar moesten wel alles buiten doen. Dan hoef je niet die anderhalve meter afstand te houden.’

Bij een boer, in de weilanden van Hazerswoude-Rijndijk ‘leerden eerstejaars de geschiedenis van de vereniging, onze liederen en tradities’. Activiteiten in de sociëteit en ledenhuizen mochten niet doorgaan. Overnachten op het kampterrein zat er vanwege de coronaregels niet in. De aspirant-leden fietsten daarom elke avond naar Leiden om te overnachten in de ledenhuizen. ‘Daar kregen ze een eigen douche en toilet’, aldus Colenbrander. ‘En zo leerden ze de huizen alsnog een beetje kennen.’
De aspirant-leden van Njord verbleven overdag in een voetbalstadion, ‘omdat zij een doorlopende evenementvergunning hebben’, legt Gerritsen uit. ‘Maar omdat overnachten er niet was toegestaan, liepen de eerstejaars ’s ochtend en ’s avonds naar een camping anderhalf uur verderop, waar ze allemaal in hun eigen eenpersoonstentje sliepen. De andere campinggasten vonden dat alleen maar mooi, die stonden zelfs vroeg op om naar de stoet te kijken.’
De KMT van Augustinus was op een buitenlocatie in Leidschendam. De nieuwe Augustijnen sliepen thuis, of, als ze geen kamer hadden, bij een ander aspirant-lid. Quintus bivakkeerde eerst op scoutingterrein in Leiderdorp. Voor de tweede week was een schaatshal geboekt. ‘Totdat we erachter kwamen het een buitenlocatie moest zijn. Toen hebben we met de gemeente last-minute geregeld dat we konden uitwijken naar het terrein van voetbalclub Leidsche Boys’, vertelt Bosman. ‘In de werkweek hebben de aspirant-leden onder meer gewandeld met ouderen, tuintjes opgeknapt, afval geprikt en gecollecteerd voor het spierfonds.’
Bij SSR ging de werkweek - afval prikken op Lowlands - net als vorig jaar niet door. Ook de traditionele kampweek moest op de schop. ‘Normaal zitten we elk jaar in Drenthe op een groot terrein in een groot huis waar alle eerstejaars slapen. De ouderejaars slapen in tenten eromheen’, vertelt aankomend voorzitter Sophie Casado Yanci. Om dat enigszins te ondervangen was er een disputenspel in de parken buiten de singels. Op een veld van de Leidse voetbalvereniging Docos werd een verkorte versie van de kampweek gehouden, in twee shifts.
Voor Catena verliep het allemaal wat minder soepel: het eerstejaarskamp moest worden afgeblazen omdat het bestuur er niet uitkwam met de gemeente, vertelt aankomend voorzitter Marilein Förrer. Om de teleurstelling te boven te komen was er het ‘huiliehuilie-themacafé’. ‘Dat is een terugkerende themaborrel voor leden die ergens verdrietig over zijn.’ Maar er gloort hoop. ‘In oktober vindt het volgende kamp weer plaats.’

Om een mogelijke corona-uitbraak te voorkomen, namen de verenigingen strenge maatregelen. ‘De GGD adviseerde ons om in ieder geval alle niet-gevaccineerden zich elke dag te laten testen. Wij namen het zekere voor het onzekere en hebben iedereen elke ochtend een test laten doen bij de testlocatie in de oude V&D.’
Bij Minerva moesten alle aspirant-leden die niet zijn gevaccineerd zich ’s ochtends eerst laten testen bij een testlocatie in de Breestraat voordat ze het terrein op mochten. Bij de ingang moesten zij hun testbewijs tonen. De studenten die wel zijn gevaccineerd, mochten het terrein op als ze een negatieve zelftest konden laten zien.
Ook de nieuwe leden van Augustinus moesten elke dag een test doen in de teststraat. ‘Gevaccineerden konden gewoon naar binnen, net als in de kroeg’, aldus Geerts.
SSR ging nog verder: niet alleen de eerstejaars, maar ook alle ouderejaars testten zich elke ochtend met een antigeentest bij de GGD. ‘Bij de ingang van Docos stelden we een lijstje coronagerelateerde vragen. Daarna kregen ze pas een bandje en mochten ze naar binnen. Ikzelf ben die week zeven keer getest.’
‘Het is niet de dampende, rumoerige Zwanenzaal die zo stampvol staat als normaal’, zegt Njord-voorzitter Gerritsen, maar de eerste borrels op Njord hebben wel al plaatsgevonden. ‘We zitten nu aan tafels op 1.5 meter afstand.’ Voorlopig zijn alleen eerstejaars welkom. ‘We verdelen het over dinsdag en donderdag, in vier shifts van 70 personen.’
Ook Augustinus borrelt in etappes. ‘We kunnen ongeveer honderd leden kwijt, verdeeld over drie ruimtes’, zegt Geerts. ‘Vooralsnog is het zittend op banken aan tafels. Ook hanteren we nog steeds vaste looproutes wordt iedereen bij binnenkomst gevraagd handen te ontsmetten.’ Om het gebrek enigszins op te vangen wordt een online pubquiz en een sportdag georganiseerd.
‘We kunnen maximaal 70 studenten kwijt als we alle ruimtes zouden benutten’, zegt SSR-voorzitter Casado Yanci. SSR gaat verder een dagje rollerskaten en houdt een cocktailworkshop.
Catena laat de eerstejaars in groepjes kennismaken. ‘De komende weken is er nog yoga in het park, een likeurtjesavond en zijn er Mario Kart- en Super Smash Bros-toernooien’, vertelt Förrer.
Hoe het er de komende tijd op Quintus uit gaat zien, weet Bosman nog niet. Voor de ‘VAP’, de periode waarin de eerstejaars disputen leren kennen, moeten ‘alle disputen een plan voorleggen waaruit blijkt hoe ze anderhalve meter kunnen waarborgen’.