Waar haal je het meeste plezier uit als auto- en busjesverhuurder?
‘Het werk is erg afwisselend. Onlangs kregen we een opdracht van een bloemenbedrijf in Rijnsburg, daar moesten we tien bussen neerzetten. Dan ben je heel de dag aan het pendelen. We verhuren van Jaguars tot Citroën C1’tjes. Ik heb laatst in een Mazda CX-9 gereden met alles erop en eraan: stoelverwarming, stuurverwarming en een soort Star Wars-hologram in je raam waarop je ziet hoe hard je gaat zodat je niet naar beneden hoeft te kijken.
‘Het klantcontact spreekt me aan. Ik probeer altijd een praatje te maken. Als ik een bus meegeef gooi ik even de laadruimte open en zeg ik: “Is hij groot genoeg, wat gaat u er mee doen?” Het is heel low key. Mensen vinden dat vaak leuk.
‘Sinds kort noemen mijn collega’s me “garagechef”, omdat ik het leuk vind om overzicht te houden en een bepaalde structuur aan te brengen in de garage.’
Hoe dan?
‘Op maandagochtend moet je eerst alle auto’s wegwerken die zondag na sluitingstijd zijn teruggezet. Ze staan dan alleen niet zoals we willen. We hebben een indeling voor binnen en buiten, alles staat met de neus naar voren zodat klanten direct kunnen wegrijden. Klanten zetten de auto’s alleen niet op die manier terug, want ze kunnen vaak niet achteruit inparkeren of willen dat risico liever niet nemen.’
En als alles weer goed staat?
‘Dan begin je met schoonmaken. Alles gaat door onze eigen wasstraat. Daar knal je je auto naar binnen en dan heb je binnen vijf minuten een schone.’
Je moet dus wel goed kunnen rijden.
‘Mijn eerste werkdag was met iemand die er al heel lang werkte, en aannam dat ik goed kon rijden. Maar ik was een jongetje van achttien, en had nog nooit in een auto groter dan een Hyundai Atos gereden. Dat is echt een koekblik.
‘Ze gaf me de sleutel van de grootste bus die je mag rijden met een B-rijbewijs en zei: “Zet hem maar even binnen.” Ik zat echt te draaien en te doen, maar het ging gewoon niet. Ik kreeg die bus niet de garage in.’
Heb je vaak discussie over schade met klanten?
‘Ze kunnen soms niet accepteren dat ze schade hebben gereden. Maar je hebt een contract getekend, dus die rekening krijg je, en anders gaat het via een incassobureau.
‘Ik zag ooit een sleutel liggen, maar de bijbehorende bus was nergens op ons terrein te bekennen. Uiteindelijk vond ik hem terug bij een benzinepomp met een briefje: “Excuus, een ongeluk. Ik heb een viaduct niet goed ingeschat.” Het leek in eerste instantie onschuldig, maar pas toen ik dichterbij kwam, zag ik dat heel het dak van de laadruimte eraf lag. De bus stond er wel, maar de bovenkant was nergens te bekennen.’