‘Waar leden van andere partijen hier continu op hun kont hebben gezeten, waren míjn leden continu in de wandelgangen met anderen in gesprek.’ De scherpe bewoordingen vliegen je om de oren tijdens het studentenparlement in de Tweede Kamer. Een van de acht partijen is fractie LUBBERS (Leids Universitair Bijbels Borrelgenootschap voor een Eerlijke en Rechtvaardige Samenleving) die bestaat uit een achttal Leidse rechtenstudenten. Zij buigen zich over een voorstel voor wijziging van de grondwet, dat voor meer diversiteit in de rechterlijke macht moet zorgen.
LUBBERS komt beslagen ten ijs, zegt Sapna Bhatia Dass (23). ‘We vergaderen sinds oktober elke week. We begonnen met het analyseren van het wetsvoorstel: de goede en slechte punten, en waar we in mee kunnen gaan. Dan ga je onderhandelen met partijen om te kijken of je samen kan werken of niet. En amendementen schrijven.’ Nishant Bekaroe (25): 'Er zijn voorafgaand aan deze dag wel zo’n 25 stukken ingediend, waarvan 21 vanuit de partijen.’
Na de nodige achterkamertjespolitiek mogen de fractieleden in de (echte) Tweede Kamer plaatsnemen. Dass: ‘Dat we op de blauwe stoelen zitten, geeft toch wel een gevoel hoor, een soort verantwoordelijkheid, ook al is het fictief. Je snapt een beetje welke last de echte parlementariërs dragen.’ Alexander Heeres (20): ‘Door loting wordt bepaald wie welke partij is.’
Druk overleg op de gang tussen de fractieleden van LUBBERS. Er liggen verschillende moties op tafel maar de partij kan er maar één indienen. ‘We zijn het niet eens met hoe we worden neergezet, als een partij die niet wil samenwerken’, zegt Annick van der Harten (24): ‘Het was voor ons juist trekken aan een dood paard! Drie coalitiepartners zijn veel rechtser en hebben van tevoren al besloten dit wetsvoorstel zoveel mogelijk te gaan slopen.’ Bekaroe: ‘Ik ben heel benieuwd wat er gaat gebeuren, hoe de regering gaat reageren op de standpunten van de coalitiepartijen. Naar mijn idee kan het alle kanten op.'
Koketteren
Na het spoedoverleg wordt de motie in de Tweede Kamer ingediend. Jaafal Massali (23) van fractie LUBBERS: ‘Voorzitter, ik ga hier niet met modder gooien want dat is LUBBERS onwaardig. Ik wil benadrukken dat dit land dient te worden geregeerd. We hebben de hand uitgestoken naar de oppositie nadat wij vruchteloze gesprekken met enkele coalitiepartijen hebben gevoerd. Nederland houdt niet op bij de Keizers- en de Herengracht en bestaat uit meer dan gymnasiasten die koketteren met hun Latijn. Diversiteit doet niet af aan kwaliteit maar draagt hier juist aan bij. Daarom dienen wij de volgende motie in om de diversiteit te waarborgen.’
De vakjury verkiest de Rode Radboud Uni (Radboud Universiteit Nijmegen) als winnaar. Zien we de fractieleden van LUBBERS later wellicht nog terug in de politieke arena? Bekaroe: ‘Mij spreekt het beroep van politiek adviseur wel aan.’ Dass: ‘Ik denk dat ik dat nu nog niet kan beslissen: politiek is heel ingewikkeld. Maar misschien komt er een dag dat ik denk: ik ga het doen.’
Diversiteitsfestival
Dass: ‘Wij vertegenwoordigen het CDA en vormen een coalitie met ADAM (Partij van de Arbeid, Universiteit van Amsterdam), LVV (PVV, Universiteit Maastricht), en VLV (VVD, Vrije Universiteit).’
Dan vliegen de scherpe bewoordingen je om de oren en zou je bijna vergeten dat de boel in scène is gezet. Tot coalitiepartner ADAM een motie indient om pruikendracht in te voeren in de rechterlijke macht en spreekt over een ‘diversiteitsfestival’. De voorzitter en oud-Kamerlid Boris van der Ham (D66) valt even uit zijn rol door – verwijzend naar zijn kale schedel – te grappen dat hij wel voor pruikendracht is. Maar al snel wordt het weer serieus.
Er is frictie binnen de coalitie, net echt. De oppositie maakt hier handig gebruik van. Een fractielid van de Rode Radboud Uni: ‘Ten aanzien van diversiteit is de coalitie sterk verdeeld. De coalitie is met termen als “maatschappelijk middenveld” en “openbare groepskenmerken” kampioen vage bewoordingen. ADAM spreekt zelfs zeer denigrerend over een “festival van diversiteit” en noemt het diversiteitsstreven een obsessie. Wij vragen ons af of de coalitie nog wel gesteund wordt door een meerderheid in het huis. Ons amendement is de laatste kans om iets te maken van de puinhoop die dit wetsvoorstel is geworden.’