Hoe vaak denk jij aan het Romeinse Rijk?
‘De hele tijd, want ik werk er! Maar ook in mijn studie gaat het soms over de Romeinen. Ik heb nog wel een leven buiten het Archeon en mijn studie, maar als je passie bij geschiedenis ligt, dan ben je daar gewoon vaak mee bezig.’
Wat houdt je werk in?
‘Het Archeon is een museumpark, dus we doen aan educatie. Je kunt naar het Rijksmuseum van Oudheden gaan en naar oude dingen kijken, maar hier kun je in een Romeins huis staan. Dat brengt leven in de geschiedenis van zo lang geleden.
‘Ik ben hier om invulling te geven aan die gebouwen en daarover te vertellen aan bezoekers. We doen ook shows, met gladiatoren bijvoorbeeld, of een tempelceremonie. Veel mensen vragen zich af: “Drieduizend goden vereren, hoe werkt dat?” Dus dat laten we zien.
‘We hebben veel activiteiten voor de bezoekers. Kinderen hebben niet altijd de beste spanningsboog, dus af en toe wat maken tussendoor, zoals een fibula, een mantelspeld, is ook heel leuk. Dan hebben ze ook een herinnering die ze mee naar huis kunnen nemen.’
Doe je dat altijd als Romein?
‘Ja. We hebben hier drie verschillende tijden, maar ik ben echt een Romein. Ik heb de Middeleeuwen een tijdje uitgeprobeerd. Dat was ook superleuk, maar het was niet waar mijn hart lag. Gelukkig werd ik bij de Romeinen met open armen ontvangen. Je hebt hier mensen met supermooie eigengemaakte kleding waardoor je denkt: die komt net uit een fresco wandelen, zo historisch accuraat.’
Is die kat ook historisch accuraat?
‘Ja! Wij, Romeinen, hebben de kat naar Nederland gebracht. Pluis ligt hier graag, dus deze vraag wordt vaak gesteld. Dat is een perfect haakje om te vertellen over het Romeinse burgerleven. Kinderen vinden alle verklede mensen hier vaak spannend, maar een kat is herkenbaar. Dus als ze die voorzichtig mogen aaien, worden ze wat minder angstig en is het ijs gebroken.’
Hoe is het contact met de bezoekers?
‘Zij maken het. Ik kan wel tegen een muur gaan praten, maar met bezoekers is veel leuker. Ze willen zo graag naar je luisteren, dat het je energie geeft om meer te vertellen, waardoor zij nóg meer willen weten.
‘Een museum is altijd een museum: de spullen staan daar en het verhaal staat op een bordje. Maar een park als dit: als hier bezoekers zijn, als de werknemers er zijn, als de dieren er zijn, dan lééft het.’
Neem je dingen van je werk over in de rest van je leven?
‘Er is wel iets. De Romeinen hadden een groot verschil tussen hun rechterhand en hun linkerhand. Links is sinister, slecht, dus die gebruik je alleen om je af te vegen op het toilet. Rechts gebruikten ze voor eten, schrijven, groeten en andere dingen.
‘Met voeten gaat het net zo. Niet dat je daarmee eet, maar je stapt wel altijd met je rechtervoet over de drempel heen. Óver de drempel, want onder de drempel liggen de geesten die het huis beschermen. Als je daar op gaat staan, is dat super disrespectful. Omdat ik het hier de hele dag doe, deed ik het thuis op een gegeven moment ook. Nu stap ik met mijn rechtervoet over elke drempel heen.’