Columns & opinie
‘Smerige smeerkaas als lokaas’ — Rechtenstudenten Franke Eleveld (21) en Ivo van Deudekom (20)
donderdag 14 januari 2010
© Taco van der Eb
Waar gaan we heen?
Dat vroegen rechtenstudenten en huisgenoten Franke Eleveld (21) en Ivo van Deudekom (20) zich af toen ze wakker werden op een koude winterdag. Het vriest dat het kraakt en je hebt geen verplichtingen, dus ja, wat doe je dan?
Ivo: ‘We waren enorm brak. De avond ervoor was er een huisfeest geweest in studentenhuis De Mare. Op weg naar de supermarkt dacht ik: ‘Het is eigenlijk wel grappig als we gaan wakvissen.’
Franke: ‘Eerst hebben we chocomel en hotdogs gekocht. Toen zijn we naar de viswinkel gegaan. We dachten dat we daar voor gek verklaard zouden worden. Waren ze echt heel enthousiast. De eigenaar had het ook weleens gedaan. Ze hadden zelfs speciale spullen ervoor. En allerlei tips.’
Ivo: ‘We hebben eerst met een beitel een gat gemaakt. Daarna met een zaag voor de bochtjes. Voor het aas moesten we smeerkaas op brood doen. Ik heb het nog geprobeerd. Heel smerig. Ik ben blij dat ik geen vis ben.’
‘Toen we bezig waren kwamen er allerlei omstanders bij. Veel mensen vroegen: ‘Wat ben jij nou aan het doen?’ Maar mensen waren ook wel bezorgd. Er schaatsen hier ook veel kinderen. We hebben er toen een stok met een plastic zak in gestoken.’
Franke: ‘We vonden het echt schrikbarend hoe diep het hier was. Met die stok haalden we ongeveer de twee meter.
Ivo: ‘Ja, ik ben hier vorig jaar met Oud en Nieuw nog door het ijs gezakt. Maar toen leek het toch een stuk minder diep te zijn.’
Franke: ‘Het was het een beetje staan, een beetje zitten. Naar binnen gaan om een hotdog te maken. We hadden een dobber en een touwtje. Het touw was speciaal voor wakvissen zeiden ze. Maar het is nog aan het ijs vastgevroren.’
Ivo: ‘Een meisje dat langskwam zei: “Er zitten hier toch geen vissen nu”. Ja, die kunnen niet ineens op vakantie gaan hoor.’ Maar ja, als we er een hadden gevangen, had ik ‘m boven mijn bed gehangen. Even laten opdrogen zeg maar. Het was echt onwijs zeldzaam geweest als het gelukt was.’
Franke: ‘We hebben de dobber zien bewegen. Ik denk dat het van de wind was. Of misschien is er een vis tegenaan gezwommen.’
Ivo: ‘Misschien springt er wel eentje uit het wak. Zo’n vliegende vis. Dan moet je ‘m eigenlijk wel opvangen, anders heb je ‘m niet eens echt gevangen. Gisteren wilden we nog gaan, ja hoe zeg je dat? Curlen? Maar we waren veel te laat wakker. Franke moest nog studeren. Ik eigenlijk ook. Het ijs was ook te slecht om een curlingbaan te maken.’
Franke: ‘We zijn nu jerrycans aan het sparen. Met een spuitbus wilden we de cirkels op het ijs maken.’