Achtergrond
Geef burgers meer macht, zegt politicoloog Hélène Landemore: ‘Behandel ze niet als kinderen’
Politici en verkiezingen falen, maar de democratie is nog niet verloren, betoogt politicoloog Hélène Landemore. De Cleveringahoogleraar pleit voor inspraak waarbij burgers echt worden gehoord. ‘We moeten af van het systeem waarin steenrijke advocaten alles bepalen.’
Vincent Bongers
donderdag 20 november 2025
Demonstratie van de gele hesjes in Brussel, 2018 Foto Pelle De Brabander

‘De kern van het probleem in onze democratie is dat verkiezingen tekortschieten’, zegt Hélène Landemore, de Frans-Amerikaanse hoogleraar politicologie die is verbonden aan Yale University en op 26 november de Cleveringa-lezing geeft. ‘We kiezen namelijk onze vertegenwoordigers uit een redelijk specifieke groep. Een groep met personen die macht willen, of makkelijk gecorrumpeerd worden door macht. Ze zijn vaak rijker, hoger opgeleid en hebben een beter netwerk dan de gemiddelde burger.’

Het Amerikaanse congres is daar een uitstekend voorbeeld van. ‘De Senaat en het Huis van Afgevaardigden zitten vol met miljonairs en alumni van de Ivy League (de acht beroemde particuliere elite-universiteiten, red.). Het zijn ook nog eens voornamelijk mannen. Deze verzameling politici lijkt niet erg op de reguliere Amerikaan. We moeten af van het systeem waarin steenrijke advocaten alles bepalen.’

Dat leidt namelijk tot blinde vlekken in de democratie: politici moeten met oplossingen komen voor mensen die ze nauwelijks kennen of begrijpen. Dit probleem is volgens haar op te lossen met andere vormen van representatie, bijvoorbeeld via door loterijen aangewezen personen die zitting nemen in een burger-assemblee of burgerraad. Het gaat dan om een groep van rond de 150 burgers die adviseren en voorstellen.

niet machteloos

‘Je krijgt dan een heel andere “sample” van de maatschappij. Alleenstaande moeders, Uber-chauffeurs, tuinmannen, ingenieurs en verpleegkundigen. Een stuk minder rijke advocaten in ieder geval. Je hebt meer perspectieven en bent ook grotendeels af van partijpolitiek. Partijen graven zich vaak in in hun eigen gelijk. Deelnemers aan de raden kunnen verbonden zijn aan een partij, maar vaak is dat niet zo. Er is meer ruimte om van gedachten te veranderen en anderen te overtuigen.’

Er zijn tientallen landen waar dit soort burgerraden worden georganiseerd. ‘Ik heb zelf in Frankrijk onderzoek gedaan naar de burgerraad voor klimaat. Verder was ik betrokken als coördinator bij de raad die zich bezighield met de ethische kwesties rond het levens-einde. Officieel hebben de raadsleden geen macht, ze geven adviezen en doen voorstellen. Maar dat betekent niet dat ze machteloos zijn. Een deel van de voorstellen van de Franse klimaatraad is ook overgenomen door de politiek.’

In Ierland zijn de raden erg succesvol. ‘Bijvoorbeeld in de push voor het toestaan van het homohuwelijk en het decriminaliseren van abortus. Dat laatste is in Ierland heel lang strafbaar geweest. De voorstellen van de raad leidden tot een referendum in 2018 en legalisering.’

Meedoen aan de raden, motiveert ook. ‘Sommige leden begonnen woedend en ontevreden aan de klus maar kregen weer positieve energie van de interactie met medeburgers over belangrijke maatschappelijke zaken. Ze stappen soms ook over naar de electorale politiek. Dat zorgt voor meer diversiteit in de oude politiek.’

In Frankrijk wist president Macron nog net het vege politieke lijf te redden door het invoeren van nieuwe democratische instrumenten. ‘Hij sloeg in 2018 de opstand van de gele hesjes met veel geweld neer. Dat zette enorm veel kwaad bloed. Hij dacht: als ik een revolutie wil voorkomen dan is er ander beleid nodig. Vervolgens kwam hij op de proppen met het grote nationale debat over actuele zaken en de burgerraden. Macron maakte prompt een comeback en schoot omhoog in de peilingen.’

Dat leidde ook tot kritiek. ‘De raden zorgden ervoor dat een kwakkelende president aan de macht bleef. Ik snap dat, maar zie het toch positiever in. Ja, het kabinet bleef in het zadel, maar hun beleid veranderde. Het regime moest wel degelijk luisteren.’

Dat had overigens wel te lang geduurd, vindt Landemore. ‘Frankrijk moet stoppen met bang zijn voor haar volk. In 2005 hielden we het laatste referendum, en dat was over de Europese Grondwet. Het Franse volk zei nee, het proces ging toch door. De technocraten luisterden niet naar de bezwaren en dat zorgt voor ressentiment. Zowel radicaal rechts als radicaal links worden daardoor aantrekkelijk.’

politieke islam

Rond migratie zie je dezelfde problematiek, zowel in Nederland als in Frankrijk. ‘We hebben veel goedkope arbeid nodig, dacht de overheid. Over de disruptieve gevolgen voor de maatschappij van dit beleid was niet goed nagedacht. Politici bleven volhouden dat migratie beter voor iedereen is en reageerden naïef op de groeiende rol van de politieke islam. Gevolgen bleven niet uit: vorige week hebben we de aanslag op de Bataclan herdacht. Het was reëel om deze problemen te benoemen, maar alleen radicaal rechts stipte die aan. Die partijen zijn xenofobisch en racistisch, maar over bepaalde zaken hebben ze gelijk. Burgers moeten betrokken worden bij dit soort kwesties.’

Macron zet de laatste jaren juist weer een stap terug als het gaat om democratische participatie. ‘Hij is een groot mysterie wat dat betreft. Juist rond de hervorming van de pensioenen, echt een heel belangrijke kwestie waarover veel ophef is, negeert hij de input van burgers en stelt hij zich dictatoriaal op. Fransen snappen best dat ze langer moeten werken, maar daar moeten sociale hervormingen tegenover staan. Het werkt dan niet om burgers als kleine kinderen te behandelen.’

‘Macron sloeg de opstand van de gele hesjes met geweld neer. Dat zette kwaad bloed’

 Landemore ziet een link met haar boodschap en haar tijdelijke Leidse leerstoel als Cleveringahoogleraar (zie kader). ‘Cleveringa was iemand die opkwam voor zijn Joodse collega’s en hun uitsluiting afwees. Uiteraard is de situatie nu minder extreem dan in de Tweede Wereldoorlog, maar uitsluiting is nog steeds een groot probleem. Het zorgt voor veel onvrede en zelfs tot opstand van burgers. Als we deze problematiek niet met democratische instrumenten oplossen, komt er een steeds betere voedingsbodem voor radicaal populistische politiek. Die brengt vervolgens het verlangen naar een autoritair regime met zich mee, met mogelijke vervolging van allerlei groepen. In Amerika zie je daar al de tekenen van. Het regime was te plutocratisch en het deel van de burgers rebelleert dan door op Trump te stemmen.

Blaffen niet bijten

‘Sommige van mijn collega’s gebruiken het woord fascisme, maar zover is het nog niet. Trump is vooral veel retoriek en machtsvertoon, maar het is ook vaak veel blaffen maar niet bijten. Natuurlijk is het eng als je gemaskerde ICE-agenten tekeer ziet gaan, dat is echt een dystopisch beeld. Maar als je naar de cijfers kijkt, zette Obama meer mensen uit.’

Landemore denkt dat Amerika zichzelf nog kan redden. ‘Het is een land met een lange geschiedenis van conflict, progressieve ontwikkelingen en reactionaire reacties. De slinger zal ook weer de andere kant op bewegen. Er bestaat veel desillusie maar ook een grote drang om fundamentele gelijkheid voor mensen te realiseren.’

Hélène Landemore
From citizen-consumers to citizen legislators: Three models of democracy
Cleveringa-oratie, Academiegebouw
Woensdag 26 november, 16:00 uur, geen plekken meer beschikbaar, wel livestream op de universiteitssite

Waarom Yale grotendeels buiten schot blijft

Trump pakt universiteiten als Harvard en Columbia hard aan. Yale heeft het minder zwaar. ‘Harvard has been hammered. Het is een mysterie waarom Yale grotendeels wordt gespaard’, zegt Hélène Landemore.

‘We moeten overigens wel 8 procent belasting gaan betalen op schenkingen.’ Dat was 1,4 procent, en dat gaat de universiteit jaarlijks zo’n 300 miljoen dollar kosten. ‘Als gevolg moet Yale het aantal graduate students terugbrengen met 12 procent. Dat is veel, maar lang niet zo erg als hoe het er bij Harvard aan toegaat. Daar kunnen de komende twee jaar 75 procent minder promovendi terecht bij de natuurwetenschappen. Bij de Geesteswetenschappen gaat het om 60 procent.

‘Er zijn veel speculaties over waarom Trump Yale minder hard aanpakt. Misschien is het omdat vice-president J.D. Vance aan de Yale Law School studeerde en ons leuk vindt. Het kan ook onderdeel zijn van een verdeel-en-heersstrategie zijn: straf de één wel en de ander niet, waardoor er geen solidariteit ontstaat. 

‘Onze campus is minder confronterend geweest dan die van Harvard en Columbia. Hier waren geen felle protesten en bezettingen die uit de hand liepen. Columbia is sowieso linkser dan Yale, maar ligt ook midden in New York. Er kwamen allerlei activisten van buiten die universiteit op de protesten af, en dat liep in het oog. In New Haven, waar Yale zit, komen zij niet zo snel.’

De protestrede van Cleveringa

Op dinsdag 26 november 1940 zou de Joodse hoogleraar Eduard Meijers (1880-1954) een college burgerlijk recht geven aan zijn Leidse studenten. De Duitsers hadden echter alle Joodse medewerkers ontslagen. Het college werd overgenomen door collega-hoogleraar en decaan Rudolph Pabus Cleveringa (1894-1980).

Cleveringa gaf echter geen college maar hield een vlammende protestrede waarin hij zich verzette tegen het ontslag van Meijers en andere Joodse medewerkers. Een dag later werd hij opgepakt. De Duitsers sloten hem tot zomer 1941 op in de gevangenis van Scheveningen, het beruchte Oranjehotel. Zowel Cleveringa als Meijers overleefden de oorlog. 

Ter herinnering aan de protestrede wordt er elk jaar een Cleveringa-hoogleraar aangesteld die op of rond 26 november de Cleveringa-oratie houdt.