Columns & opinie
Waarom ik Jaap of Jacqueline toch ‘professor’ noem
Een academische titel is een eerbetoon datveel academici maar ongemakkelijk vinden. 'Ik noem je geen professor of vousvoyeer je omdat je oud lijkt'
Henrik Laban
donderdag 13 november 2025

Ik probeerde mijn professor eens professor te noemen. Je zou denken, appeltje-eitje, je stapt met je braafste glimlach een collegezaal binnen en zegt ‘Goedemorgen professor!’

Desnoods schud je daarbij nog een hand, als je per se voor maltentige streber wilt spelen (laat die glanzende Elstar alsjeblieft wel in je aktetas), maar veel moeilijker dan dat zal het toch niet worden?

Alleen wat schetst je verbazing? Tegenwerking, zelotische tegenwerking. Het begint met een verdachtmaking van de oogleden die zich in verdedigingsmodus tot een geconcentreerde jagersblik vernauwen. De verwelkomende tandpasta-lach compenseert echter voor een acute tegenaanval. Er is nog ruimte voor misverstand, voor reparatie, voor verzoening.

‘Verstond ik je goed?’ verschijnt er onmiskenbaar op zijn hele gezicht in een spanningsvolle stilte die zich langzaamaan rekt tot een uitroepteken. Wenkbrauwen bewegen zich daarbij als een springtij naar het voorhoofd, veroveren steeds meer terrein, tot ze stukslaan op de uiterste duinen van onloochenbare schrik.

De nek wendt zich met een lichte hofbuiging vriendelijk naar je toe en voor je het weet, kijk je recht in de schelpvormige spreekbuis waar slechts flarden van je spijtbetuiging in hoeven te waaien. De hele barmhartige houding vertelt je dat het zo geregeld is, dat dit niet lang hoeft te duren, dat je jezelf niet zo hoeft te pijnigen.

Maar je zet door, je zet onverschrokken door, omdat je de wetenschap liefhebt, het ambt respecteert, bewondering hebt voor eruditie en je wilt dit ook eens verbaal uiten, gewoon, omdat je dankbaar bent dat er levende erfenis rondloopt die alle vakkennis samenbalt waarin jij je zo hartstochtelijk verdiept, waarop jij je toekomst wilt bouwen, waardoor jij je gedachten dagelijks laat beheersen.

‘Bij de hoogste dienaar hoort een passende titel, juist omdat de persoon er weinig toe doet’

Ja, die persoon verdient een andersoortige benaming, los van alle andere vakspecialisten, middelmatige postdocpups en promovendiprut. 
Hierdoor heilig overtuigd schraap je nog een keer je keel, je ademt in, je ademt uit, je verzamelt alle lettergrepen onder je tong en je stevent  als devote pupil recht op je doel af. Maar dan, de tweede ‘s’ is nauwelijks van je lippen gevallen, of je titelstrijd wordt bruusk beslist: ‘Zeg maar gerust Jaap hoor!’ Of: ‘Je mag Jacqueline zeggen!’

Nee Jaap, of Jacqueline, of elke andere volstrekt willekeurige voornaam waarmee ik elke andere volstrekt willekeurige onbenul aanspreek, je snapt het niet. Ik noem je geen professor of vousvoyeer je omdat je oud lijkt, waar jij je met je net iets te opzichtig uitgekozen younger than-my-student-look overigens geen enkele zorgen om hoeft te maken. Maar ik noem je zo omdat ik ontzag heb voor je maatschappelijke positie. En ja, natuurlijk, dan kan je zeggen dat respect niet in een titel zit, en je graag approachable wil zijn en niet te stijf wil overkomen, dat begrijp ik allemaal.

Alleen, en het spijt me als ik je hierdoor krenk, het draait niet om jou. Ik snap dat je een beetje in die waan bent beland door je eigen website, je eigen fotopagina en je eigen podcast, waarmee je de academische apenrots moest beklimmen. Maar nu je eenmaal professor bent, blijf je een dienaar van de wetenschap, en als hoogste dienaar hoort daar een passende titel bij, juist omdat jouw persoon er weinig toe doet.

Bovendien is het fraaie aan titels dat ze je constant herinneren aan het ideaalbeeld, de verantwoordelijkheid en de waardigheid die aan je ambt verbonden is. Ministers spreken we vandaag de dag misschien niet meer aan met ‘Uwe Excellentie’, maar was het zo nou zo’n ramp geweest als Marjolein Faber er dagelijks aan herinnerd werd excellent gedrag te moeten vertonen?

Dus professor doctor Jaap of Jacqueline, kijk me voortaan niet zo argwanend aan wanneer ik vousvoyeer en mijn eerbied wil uiten en draag je titel met trots, dat verwacht ik van je en de hele samenleving met mij.

Of zoals Vondel dat het krachtigst heeft uitgedrukt in het kortste gedicht ooit: ‘U, nu!’

 

Henrik Laban is docent Nederlands en volgt de lerarenmaster