Columns & opinie
De EUR behandelt haar eigen staf als staatsvijand nummer één
In plaats van het zelfreinigend vermogen van de academie toe te juichen, begint het Rotterdamse college een klopjacht naar de klokkenluider.
Frank Provoost
woensdag 25 september 2019
Silas.nl

Kom, we steken even de stadsgrenzen over. Ga mee naar Rotterdam, naar de universiteit die is vernoemd naar de beroemde humanist die in 1509 wijze woorden schreef als: ‘In een vrije staat moeten ook de tongen vrij zijn.’

De Erasmus Universiteit Rotterdam had zich geen betere naamgever kunnen wensen. Waar is het vrije woord heiliger dan aan de academie?

Nou… dus niet aan de EUR.

Want in Rotterdam is er nogal wat aan de hand. De Erasmus School of History, Culture and Communication gaat gebukt onder een tirannie van verziekte sfeer, intimidatie en angstcultuur. Het lijkt verdorie Leiden wel, waar precies dezelfde termen vielen toen professoren en medewerkers bij pedagogiek en het Leiden University Institute for Area Studies (LIAS) precies zo’n onderlinge guerrilla voerden.

Toch is er een verschil: waar Leiden de sociale onveiligheid wilde bestrijden met ‘leiderschapscursussen’ of ‘active bystander-trainingen’ en workshops ‘empowerment’, installeerde Rotterdam een heuse ombudsfunctionaris. Dat was nog maar het begin van de ‘serie maatregelen voor een veilig werk- en studieklimaat, die met elkaar een samenhangend stelsel vormen’, kondigde de EUR deze zomer aan.

Daar is nu nog een extra partij aan toegevoegd, zo bleek vorige week: een extern forensisch bureau gaat de mailboxen van medewerkers binnenstebuiten keren.

Wacht even… Vanwaar dit paardenmiddel? Is er paniek? Code rood? Dreigt een geradicaliseerde ESHCC’er met een aanslag?


‘Het plagiaat was door meerdere personen bij het college van bestuur gemeld. Vervolgens gebeurde er – het zal u wellicht niet verbazen – niets’

Noop.

De universiteit is op zoek naar iemand die een misstand aan de kaak wilde stellen. Het college van bestuur vermoedt dat er iemand met de pers heeft gepraat. Die persoon zou NRC hebben getipt over de plagiërende interim-decaan Dymph van den Boom, waarna een nogal ontluisterend stuk volgde.

Hoewel zij altijd hoog opgaf van wetenschappelijke integriteit bleek ze namelijk gedurende haar gehele carrière het nodige te hebben overgepend, van haar Leidse proefschrift tot haar Amsterdamse speeches als UvA-rector. Vlak voordat NRC publiceerde pakte Van den Boom haar biezen, waarna een omstreden fusie werd afgeblazen.

Extra pijnlijk: een ESHCC-medewerker schreef deze week in Erasmus Magazine dat het plagiaat door meerdere personen bij het college van bestuur was gemeld. Vervolgens gebeurde er – het zal u wellicht niet verbazen – niets. 

Behalve dat nu dus het eigen personeel eraan moet geloven. In plaats van het zelfreinigend vermogen van de academie toe te juichen, begint het college een klopjacht naar de klokkenluider. De toch al door achterdocht en bezuinigingen geteisterde faculteit moet nu toezien hoe peperdure privédetectives het allerlaatste overgebleven restje sociale veiligheid komen vertrappen.

Het college verantwoordt de gedetacheerde Gestapo als volgt: het NRC-artikel heeft ‘tot discussies geleid en een sfeer van wantrouwen en onzekerheid opgeleverd die zeer schadelijk is voor de betrokken persoon’. Het leed van de dader (die dus een wetenschappelijke doodzonde beging) weegt kennelijk op tegen het beeld dat de EUR haar eigen staf behandelt als staatsvijand nummer één en lak heeft aan wetenschappelijke integriteit, persvrijheid en eigenlijk alle democratische waarden.

‘Niets is lager dan te censureren wat men niet begrijpt’, schreef de befaamde naamgever. Moge hij zich omdraaien in zijn graf.